ECLI:NL:RBMNE:2018:910

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 maart 2018
Publicatiedatum
9 maart 2018
Zaaknummer
16/659910-17 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan straatroven met geweld in Utrecht door een 18-jarige verdachte

Op 9 maart 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 18-jarige verdachte, die medeplichtig werd bevonden aan meerdere straatroven in Utrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, betrokken was bij straatroven waarbij slachtoffers onder bedreiging of geweld werden beroofd. De verdachte was ten tijde van de feiten 18 jaar oud en de rechtbank besloot het jeugdstrafrecht toe te passen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 100 uur, waarvan 60 uur voorwaardelijk. De rechtbank overwoog dat de verdachte geen directe deelnemer was aan de berovingen, maar dat hij door zijn medeverdachten naar de plaats delict was vervoerd en hen had voorzien van informatie over potentiële slachtoffers. De rechtbank achtte het niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte medeplichtig was aan alle ten laste gelegde feiten, maar wel aan twee van de vijf feiten. De rechtbank hield rekening met de impact van de feiten op de slachtoffers en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De verdachte werd als minderjarig beschouwd en de rechtbank paste de bijzondere bepalingen voor jeugdige personen toe.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/659910-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 9 maart 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1998] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 14 november 2017, 16 februari 2018 en (de sluiting van het onderzoek op) 23 februari 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Drogt en van hetgeen verdachte en mr. M.L. Plas, advocaat te Bunnik, naar voren hebben gebracht.
Tevens zijn ter terechtzitting verschenen:
- de pleegouders van verdachte;
- [A] namens Samen Veilig Midden-Nederland.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De tenlastelegging met de wijziging daarvan is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1, primair:
op 16 augustus 2017 te Utrecht op de Jutfaseweg samen met anderen met geweld en bedreiging met geweld spullen heeft weggenomen van [slachtoffer 1] ;
feit 1, subsidiair:
medeplichtig is geweest tot of bij bovengenoemd misdrijf door in de periode van 13 tot en met 17 augustus 2017 te Utrecht zijn scooter en/of woning ter beschikking te stellen aan de mededaders;
feit 2, primair:
op 17 augustus 2017 te Utrecht op het Houtensepad samen met anderen met geweld en bedreiging met geweld spullen heeft weggenomen van [slachtoffer 2] ;
feit 2, subsidiair:
medeplichtig is geweest tot of bij bovengenoemd misdrijf door in de periode van 13 tot en met 17 augustus 2017 te Utrecht zijn scooter, woning en/of een mes ter beschikking te stellen aan de mededaders;
feit 3, primair:
op 17 augustus 2017 te Utrecht op de Parkstraat samen met anderen met geweld en bedreiging met geweld spullen heeft weggenomen van [slachtoffer 3] ;
feit 3, subsidiair:
medeplichtig is geweest tot of bij bovengenoemd misdrijf door in de periode van 13 tot en met 17 augustus 2017 te Utrecht zijn scooter en/of woning ter beschikking te stellen aan de mededaders;
feit 4, primair:
op 17 augustus 2017 te Utrecht op de Detmoldstraat samen met anderen met geweld en bedreiging met geweld spullen heeft weggenomen van [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] ;
feit 4, subsidiair:
medeplichtig is geweest tot of bij bovengenoemd misdrijf door in de periode van 13 tot en met 17 augustus 2017 te Utrecht zijn scooter en/of woning en/of een mes ter beschikking te stellen aan de mededaders en door voornoemde [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] aan te wijzen als potentiële slachtoffers;
feit 5, primair:
op 16 augustus 2017 te Utrecht op de Gansstraat samen met anderen met geweld en bedreiging met geweld een poging heeft gedaan spullen weg te nemen van [slachtoffer 6] ;
feit 5, subsidiair:
medeplichtig is geweest tot of bij bovengenoemd misdrijf door in de periode van 13 tot en met 17 augustus 2017 te Utrecht zijn scooter en/of woning en/of een mes ter beschikking te stellen aan de mededaders;

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht van alle feiten het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie kent met name waarde toe aan het feit dat een aantal bij de verschillende straatroven gestolen goederen in of bij de woning van verdachte zijn aangetroffen bij de doorzoeking op 17 augustus 2017. Voor de feiten 1 en 5 acht de officier van justitie sprake van medeplichtigheid tot de diefstallen met geweld door het ter beschikking stellen van de woning. Voor de feiten 2, 3 en 4 acht de officier van justitie sprake van medeplichtigheid tot de diefstallen met geweld door – naast het ter beschikking stellen van de woning – het afzetten met de scooter van een medeverdachte nabij de plaats delict (feit 2) en het geven van een tip voor gemakkelijk te beroven slachtoffers (feit 4) en, ten slotte, het ter beschikking stellen van zijn scooter (feit 3). Dit blijkt onder meer uit de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] .
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van alle primair en subsidiair ten laste gelegde feiten. Verdachte is geen medepleger van deze feiten en is er ook niet bij betrokken geweest. Voor medeplichtigheid gaat het erom dat de medeplichtige het gronddelict heeft bevorderd, dan wel mogelijk of gemakkelijk heeft gemaakt. Daarvan is volgens de verdediging geen sprake. Van de feiten gepleegd op 16 augustus 2017 is enkel een ring aangetroffen in de woning van verdachte. Dit is een dergelijk klein voorwerp dat niet enkel op basis van het aantreffen daarvan kan worden gezegd dat verdachte de woning ter beschikking heeft gesteld voor het bevorderen, gemakkelijk of mogelijk maken van het misdrijf. Ten aanzien van de overige aangetroffen goederen heeft de raadsvrouw aangevoerd dat een deel daarvan niet in de woning maar in de schuur is aangetroffen. Om te komen tot medeplichtigheid moet er sprake zijn van handelingen
voorafgaand aanof
tijdenseen misdrijf en daarvan is daarmee geen sprake.
Verdachte erkent dat [medeverdachte 2] bij hem achterop de scooter zat en dat hij die in de buurt van het Houtensepad heeft afgezet. Hij is daarna echter direct weggereden en heeft hem niet opnieuw vervoerd na de eerste beroving, aldus de raadsvrouw. Dit is onvoldoende om te kunnen vaststellen dat sprake is van ‘het misdrijf bevorderen’ en dus is er geen sprake van medeplichtigheid aan feit 2. Voor feit 1, dat heeft plaatsgevonden op 16 augustus 2017, heeft verdachte sowieso zijn scooter niet ter beschikking gesteld. Uit het dossier blijkt niet dat verdachtes scooter is gezien of gebruikt bij die beroving. Dat de scooter van verdachte bij feit 3 zou zijn gebruikt, maakt niet dat sprake is van het ter beschikking stellen van de scooter. De medeverdachten hebben tegen verdachte gezegd dat zij het centrum in wilden om wat te gaan eten. Dat is de reden dat verdachte zijn scooter aan hen ter beschikking heeft gesteld. Dit volgt ook uit de verklaringen van medeverdachten. Dit handelen is volgens de verdediging niet juridisch te kwalificeren als medeplichtigheid.
Ten slotte heeft de raadsvrouw naar voren gebracht dat bij de feiten 2 en 5 op de tenlastelegging nog een mes staat genoemd. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat het op 16 augustus 2017 (feit 5) gebruikte mes van [medeverdachte 2] is. Het mes dat op 17 augustus 2017 (feit 2) zou zijn gebruikt is blijkens de verklaringen door [medeverdachte 2] in de woning van verdachte - waar [medeverdachte 2] destijds verbleef - uit de keukenla gepakt. Hier kan evenmin worden gesteld dat sprake is van medeplichtigheid van verdachte.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte medepleger is van de ten laste gelegde feiten. Hiertoe overweegt de rechtbank dat verdachte bij geen van de misdrijven ter plaatse is geweest en dat uit het dossier niet blijkt dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten. Verdachte zal van alle primair ten laste gelegde feiten worden vrijgesproken.
De rechtbank acht evenmin wettig en overtuigend bewezen dat verdachte medeplichtig is geweest bij de feiten 1, 3 en 5. Hiertoe overweegt de rechtbank dat verdachte geen specifieke handelingen heeft verricht die het plegen van de misdrijven hebben bevorderd of gemakkelijk of mogelijk hebben gemaakt. Het standpunt van de officier van justitie dat de woning van verdachte fungeerde als ‘rovershol’ en verzamelplaats voor alle gestolen goederen, volgt de rechtbank niet. In het dossier is daarvoor geen bewijs aanwezig. De goederen die op 17 augustus 2017 in de woning zijn aangetroffen zijn kleine goederen die niet direct opvallen. Daarnaast is een aantal goederen in de schuur aangetroffen waar medeverdachten zich schuil hielden. Niet duidelijk is dat verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de gestolen goederen noch dat hij de handelingen van zijn medeverdachten heeft gefaciliteerd. Wat betreft feit 3 geldt dat verdachte weliswaar zijn scooter ter beschikking heeft gesteld, maar dat ook uit de verklaringen van de medeverdachten volgt dat zij toen niet het plan hadden om iemand te beroven, maar om iets te eten in de stad. Gelet daarop kan niet worden vastgesteld dat bij verdachte sprake was van opzet op het gronddelict, de beroving. Verdachte zal van de feiten 1 subsidiair, 3 subsidiair en 5 subsidiair worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen [1]
Ten aanzien van het onder 2 subsidiair en 4 subsidiair ten laste gelegde:
Aangeefster [slachtoffer 2] heeft aangifte gedaan van diefstal met geweldpleging en heeft verklaard dat zij op 17 augustus 2017 rond 2.15 uur op het Houtensepad te Utrecht fietste. Zij fietste vlak voor de brug bij de Waterlinieweg en zag en hoorde dat zij op dat moment door een bromfiets met drie opzittenden werd ingehaald. Zij zag dat de bromfiets ongeveer vijf meter voor haar tot stilstand kwam en dat de drie opzittenden direct van de bromfiets afstapten en op haar af kwamen gerend. [2] Zij kon nergens naar toe en stopte met fietsen. Zij zag dat één man haar fiets vastpakte, aan het stuur trok en de fiets naar zich toe trok. Zij zag en voelde dat de andere twee mannen haar op de grond duwden. Zij zag dat de eerste man haar handtas van haar fiets had weggenomen. De mannen schreeuwden vervolgens naar haar: “waar zijn je waardevolle spullen, waar is je telefoon, geef je sieraden”. Zij voelde dat een van de mannen achter haar ging staan en dat zij door hem bij haar schouders werd gepakt. Zij zag en voelde dat de man een zilver glimmend voorwerp tegen haar nek hield, zij voelde dat het voorwerp koud was. [3] Zij zag en voelde dat een man aan haar jaszakken en broekzakken voelde en dat hij een ring van haar linker ringvinger wegnam. Zij hoorde dat hij tegen haar zei: “je hebt mijn gezicht gezien, als ik word aangehouden dan maak ik je af.” Hierna zag zij dat de mannen weer richting de bromfiets liepen, erop gingen zitten en wegreden in de richting van het centrum van Utrecht. Zij heeft het kenteken van de bromfiets onthouden: [kenteken] . Zij verklaarde dat het model bromfiets eruit zag als een type Vespa en dat deze donker van kleur was. [4]
Verdachte heeft op 17 augustus 2017 bij de politie verklaard dat hij met drie vrienden thuis aan het chillen was. Die drie jongens wilden iets gaan doen. De vriend die bij verdachte verbleef zei tegen hem dat ze de straat op gingen om mensen te beroven. Zijn vriend vroeg toen of hij hem ergens af kon zetten, zodat hij een lift had. Hij heeft zijn vriend een lift gegeven en hem afgezet ergens in Hoograven/ Lunetten. Die andere twee jongens hadden eigen vervoer. Als hem de namen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] worden genoemd verklaart hij dat dat inderdaad de vrienden zijn die bij hem waren in de woning [5]
Aangeefster [slachtoffer 4] heeft op 17 augustus 2017 rond 10.09 uur aangifte gedaan van een straatroof. Zij heeft verklaard dat zij die nacht samen met haar vriend Sam [slachtoffer 5] op de fiets naar de Detmoldstraat te Utrecht was gefietst waar de auto van haar vriend stond geparkeerd. Zij zag rond 2.00 uur dat er drie jongens vanaf de Aquamarijnlaan hun richting op kwamen lopen. Zij zag dat de voorste jongen opeens een soort bivakmuts voor zijn gezicht deed en dat hij een mes in zijn handen had. Zij zag dat die jongen het mes voor zijn buik hield en zei: ‘geef al je spullen, geef je geld, geef je telefoon’. [6] Zij heeft verklaard dat één van de andere jongens naar haar vriend toe liep. Zij zag dat haar vriend zijn telefoon aan die jongen gaf. Zij zag vervolgens dat de jongen met het mes stond te bewegen en omdat zij geen risico wilde lopen heeft zij toen haar kleine portemonnee afgegeven. De jongen zei ook tegen haar: “geef je telefoon geef je telefoon”. Zij hoorde vervolgens één van de jongens roepen: “neem de fiets mee” en toen heeft één van de andere jongens de fiets meegenomen. Zij heeft verklaard dat ze weet dat ze met een scooter waren, maar dat ze de scooter niet kan omschrijven. [7]
Aangever [slachtoffer 5] heeft op 17 augustus 2017 rond 10.15 uur aangifte van straatroof gedaan. Hij heeft verklaard dat hij die nacht rond 2.00 uur bij zijn auto stond te praten met zijn vriendin [slachtoffer 4] en dat zijn auto op de Detmoldstraat te Utrecht stond. Hij zag vervolgens een scooter aan komen rijden met 3 opzittenden. [8] Aangever heeft verklaard dat één van de personen het woord voerde en dat één van de personen ernaast stond met een mes in zijn handen. Hij hoorde de eerste persoon zeggen: “we kunnen het moeilijk doen of we kunnen het gemakkelijk doen, geef al je spullen” en vervolgens hoorde hij de andere persoon zeggen “niet moeilijk doen niet moeilijk doen”. De eerste persoon kwam vervolgens op aangever aflopen en dreef hem weg van de groep, hij heeft toen zijn portemonnee en telefoon afgegeven. Een derde persoon heeft ten slotte de fiets van [slachtoffer 4] gepakt en is daarop weggefietst. [9]
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij op 17 augustus 2017 op zijn scooter samen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] bij een parkje was direct na de beroving van het meisje. Hij heeft verklaard dat [verdachte] toen opbelde en zei dat hij bij een winkelcentrum was en dat er twee mensen stonden die makkelijk te beroven waren. [10]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft het volgende gerelateerd over de inbeslaggenomen en uitgelezen telefoon van verdachte. Op 17 augustus 2017 heeft er een doorzoeking van de woning aan de [adres] te [woonplaats] plaatsgevonden. Daarbij is een aantal telefoons in beslag genomen. Twee van de in beslag genomen telefoons zijn van verdachte [verdachte] . De telefoon van het merk LG gebruikte [verdachte] om mee te bellen. Deze telefoon is uitgelezen. [11] Onder de nummers 1 tot en met 24 zijn de in- en uitkomende telefoongesprekken van deze telefoon op een rij gezet waarbij het eerste gesprek dateert van 15 augustus 2017 om 18.28 uur en het laatste gesprek van 17 augustus 2017 om 12.13 uur.
Type Parties Timestamp Duration
“11. Outgoing [telefoonnummer] 17-8-2017 2.21.46 (UTC+2) 00:00:46
[bijnaam]
13. Outgoing [telefoonnummer] 17-8-2017 2.20.17 (UTC+2) 00:00:20
[bijnaam]
14. Outgoing [telefoonnummer] 17-8-2017 2.19.52 (UTC+2) 00:00:02
[medeverdachte 1]
17. Incoming [telefoonnummer] 17-8-2017 2.03.47 (UTC+2) 00:01:31
[medeverdachte 1]
18. Incoming [telefoonnummer] 17-8-2017 2.02.18 (UTC+2) 00:00:22 [12]
[medeverdachte 1]
19 Incoming [telefoonnummer] 17-8-2017 1.46.29 (UTC+2) 00:00:31” [13]
[medeverdachte 1]
Verbalisant [verbalisant 2] heeft op 12 september 2017 gerelateerd dat dat het telefoonnummer [telefoonnummer] op naam staat van [medeverdachte 3] . Dit nummer is in het adresboek gekoppeld aan de naam ‘ [bijnaam] ’. [14]
Bewijsoverweging
Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte medeplichtig is aan het onder 2 en onder 4 tenlastegelegde, gelet op het feit dat verdachte met zijn scooter een medeverdachte heeft afgezet op de locatie waar kort daarna de tenlastegelegde feiten hebben plaatsgevonden. De rechtbank verwijst hierbij naar het arrest van de Hoge Raad van 22 maart 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BO2629) waarin de Hoge Raad oordeelt dat een juiste uitleg van artikel 48 van het Wetboek van Strafrecht met zich brengt dat dit artikel bedoelt strafbaar te stellen het bevorderen en/of vergemakkelijken van een door een ander begaan misdrijf. Daaraan kan, aldus de Hoge Raad, weliswaar op verschillende manieren vorm worden gegeven maar het gaat uiteindelijk om dit kernverwijt. In dat arrest gaat het voorts ook om de situatie dat de verdachte medeverdachten heeft vervoerd naar de plaats van een door hen gepleegd misdrijf. De rechtbank is van oordeel dat verdachte door één van de medeverdachten naar (de nabijheid van) de plaats delict te vervoeren het begane misdrijf heeft bevorderd dan wel heeft vergemakkelijkt. De medeplichtigheid strekt zich naar het oordeel van de rechtbank ook uit over hetgeen onder 4 subsidiair ten laste is gelegd, gelet op het korte tijdsverloop tussen de twee straatroven die nacht, gelet op het feit dat de locaties dichtbij elkaar gelegen zijn, gelet op het telefonisch contact dat er die nacht tussen verdachte en zijn medeverdachten is geweest en gelet op hetgeen [medeverdachte 1] daarover heeft verklaard. De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging met betrekking tot het bellen van en naar elkaar en het geven van een tip. Vaststaat dat er die nacht veelvuldig contact is geweest tussen de telefoon van verdachte en de telefoonnummers van [medeverdachte 1] en van [medeverdachte 3] . Dit telefonisch contact heeft plaatsgevonden rondom het tijdstip van de beroving van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] . Daarnaast weegt de rechtbank mee dat verdachte ter terechtzitting geen afdoende verklaring heeft kunnen geven over zijn aanwezigheid en verblijfplaats ten tijde van die beroving. Hij heeft in eerste instantie bij de politie verklaard dat hij na het afzetten van [medeverdachte 2] direct naar huis is gegaan maar later heeft hij verklaard dat hij nog naar het winkelcentrum is gegaan en daar de medeverdachten tegenkwam.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 2, subsidiair:
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] op 17 augustus 2017 te Utrecht, op
het Houtensepad, tezamen en in vereniging, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening hebben weggenomen een tas en een ring, geheel toebehorende aan [slachtoffer 2] ,
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2]
- naar die [slachtoffer 2] is/zijn toegerend en
- die [slachtoffer 2] tegen de grond heeft/ hebben geduwd en
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp tegen de nek van die [slachtoffer 2] heeft/hebben geplaatst en/of gehouden en
- ( hierbij) die [slachtoffer 2] de woorden heeft/hebben toegevoegd "Waar zijn je waardevolle spullen, waar is je telefoon, geef je sieraden", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 17 augustus 2017 te Utrecht opzettelijk middelen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest door [medeverdachte 2] (met de scooter) naar het Houtensepad of naar (de grens van/met) Hoograven en/of Lunetten, althans in de buurt van en/of naar de plaats delict (op het Houtensepad) heeft vervoerd/gebracht;
feit 4, subsidiair:
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] op 17 augustus 2017 te Utrecht, op
de Detmoldstraat, tezamen en in vereniging, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] hebben gedwongen tot de afgifte van een portemonnee en een telefoon en een tas, geheel toebehorende aan die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ,
en [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] op 17 augustus 2017 te Utrecht, op de Detmoldstraat, tezamen en in vereniging, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening hebben weggenomen een fiets geheel toebehorende aan [slachtoffer 4] , welke diefstal werd voorafgegaan van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2]
- met een bivakmuts op/over het hoofd, althans met geheel of gedeeltelijke gezichtsbedekking, naar die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] is/zijn toegegaan, en/of
- die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, hebben getoond en/of
- ( hierbij) die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] de woorden heeft/hebben toegevoegd "Geef al je spullen, geef je geld, geef je telefoon", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 17 augustus 2017 te Utrecht opzettelijk inlichtingen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest door opzettelijk die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2] voornoemde [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] aan te wijzen als potentiële slachtoffers;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 2 subsidiair en 4 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 2, subsidiair:medeplichtigheid aan diefstal voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 4, subsidiair:medeplichtigheid aan afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen, meermalen gepleegd
en
medeplichtigheid aan diefstal voorafgegaan of vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken of om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Over verdachte is het volgende rapport opgemaakt:
- een rapport van 3 november 2017, opgemaakt door drs. M.E. Bredero-Ondris, GZ-psycholoog en door R.M. Smits MSc., registerpsycholoog NIP/Kind en Jeugd.
Het rapport houdt onder meer het volgende in. Bij verdachte is de diagnose aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis gesteld. Daarnaast is er sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een reactieve hechtingsstoornis en een levensfaseprobleem. Dit heeft de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte voorafgaand en ten tijde van het tenlastegelegde beïnvloed. De situatie bij verdachte thuis heeft teveel gevraagd van zijn sociale beoordelingsvermogen. Mede onder invloed van zijn hechtingsstoornis, gebrekkige copingvaardigheden en de minder onderdrukte aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis heeft hij de situatie niet kunnen overzien en niet herkend als een potentieel gevaarlijke situatie. Zijn loyaliteit naar de medeverdachten heeft een grote rol gespeeld. Geadviseerd wordt in het rapport het tenlastegelegde, indien bewezen, verminderd aan verdachte toe te rekenen.
De rechtbank is gelet op de conclusies van de deskundigen in het rapport van oordeel dat het hiervoor bewezen verklaarde verminderd aan verdachte kan worden toegerekend.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het jeugdstrafrecht toe te passen en verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een jeugddetentie van 60 dagen geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaren, met als (bijzondere) voorwaarden verplicht contact met de jeugdreclassering Samen Veilig Midden-Nederland en een behandelverplichting;
- een taakstraf (werkstraf) van 80 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 40 dagen jeugddetentie.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Primair heeft de verdediging vrijspraak bepleit. Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring zou komen, heeft de raadsvrouw bepleit enkel een voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan enkele bijzondere voorwaarden zoals door de officier van justitie gevorderd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De feiten die hebben plaatsgevonden hebben een grote impact op het leven van de slachtoffers. Zonder enige aanleiding zijn mensen die op straat fietsten of zich op straat bevonden lastiggevallen en onder bedreiging van geweld en met toepassing van geweld slachtoffer geworden van zogenaamde straatroven. Dergelijke feiten zijn ernstig, zowel omdat mensen zonder enige aanleiding zijn aangevallen op straat en zich vervolgens niet meer veilig voelen alsook omdat dergelijke feiten enkel zijn gericht op financieel gewin van de daders. Ook mensen in de directe en indirecte omgeving van de slachtoffers worden bang van gebeurtenissen als deze. Niet gebleken is dat verdachte of zijn mededaders ook maar enig moment hebben nagedacht over de mogelijke gevolgen van hun daden.
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij wist wat zijn ‘vrienden’ van plan waren en hen daar in gefaciliteerd heeft door één van hen naar de betreffende locatie te brengen die ze in gedachten hadden voor de uitvoering van hun plan. Verdachte kan zich er niet achter verschuilen dat hij slechts iemand heeft afgezet en er verder niet bij betrokken was, aangezien hij zelf heeft verklaard dat hij wist wat ze van plan waren en dus door deze handeling medeplichtig is bij de straatroven. Daarnaast wordt hem verweten dat hij contact heeft gehad met zijn medeverdachten en toen heeft gewezen op twee potentiële slachtoffers, die later ook daadwerkelijk door de medeverdachten zijn beroofd.
Verdachte was ten tijde van de bewezenverklaarde feiten 18 jaar oud. De rechtbank ziet aanleiding om recht te doen overeenkomstig de bijzondere bepalingen voor jeugdige personen (overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77hh van het Wetboek van Strafrecht). Daarbij is gelet op de persoon van de verdachte en op de omstandigheden waaronder de bewezenverklaarde feiten zijn begaan.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- een blanco uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 4 januari 2018;
- een reclasseringsadvies van 14 december 2017, uitgebracht door A. Goossens en M. Doeser;
- voornoemd psychologisch rapport van 3 november 2017.
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS voor minderjarigen gaan voor diefstal met geweld (straatroof) in beginsel uit van een taakstraf van 60 uur dan wel een maand jeugddetentie. Elke daarbij komende strafverzwarende omstandigheid levert een verhoging met dezelfde straf op. De rechtbank ziet meerdere verzwarende omstandigheden in de zin van bedreiging met een wapen, de plaats van het delict (verlaten fietspad in de nacht) en de kwetsbaarheid van het slachtoffer (meisje alleen op de fiets in de nacht). Daartegenover staat dat verdachte geen medepleger was maar wordt aangemerkt als medeplichtige bij twee van de vijf ten laste gelegde feiten. Gelet hierop komt de rechtbank tot een andere straf dan de officier van justitie heeft gevorderd.
De rechtbank is van oordeel dat een taakstraf (werkstraf) van 100 uren passend en geboden is, waarbij een deel van 60 uren niet zal worden ten uitvoer gelegd als verdachte zich houdt aan de hem hierna op te leggen algemene en bijzondere voorwaarden. De rechtbank zal hierbij een proeftijd van 2 jaren opleggen.
De rechtbank ziet geen aanleiding om dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden te bevelen. In het geval van verdachte ziet zij niet in dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat hij wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 739,76. Dit bedrag bestaat uit € 239,76 materiële schade en € 500,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit.
[slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 752,91. Dit bedrag bestaat uit € 252,91 materiële schade en € 500,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 3 ten laste gelegde feit.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide vorderingen voldoende onderbouwd en toewijsbaar zijn.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat beide vorderingen niet-ontvankelijk verklaard moeten worden omdat zij vrijspraak heeft bepleit. Subsidiair heeft zij betwist dat de bij de benadeelde partijen ontstane immateriële schade te wijten is aan verdachte. Meer subsidiair heeft zij inhoudelijke opmerkingen over de vorderingen gemaakt.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk verklaren in de vorderingen jegens deze verdachte, nu verdachte niet aanwezig was bij de berovingen en daardoor niet, althans onvoldoende is gebleken van een direct verband tussen de gestelde schade en het handelen van verdachte. De benadeelde partijen kunnen de vordering desgewenst nog bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 48, 49, 77c, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 primair en subsidiair, 2 primair, 3 primair en subsidiair, 4 primair en 5 primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 2 subsidiair en 4 subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 2 subsidiair en 4 subsidiair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder rubriek 5 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf (werkstraf) van 100 uren;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 50 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag;
- bepaalt dat van de taakstraf een gedeelte van 60 uren, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte gedurende de proeftijd:
* zich zal melden bij Samen Veilig Midden-Nederland, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich onder behandeling zal stellen van Altrecht Aventurijn, op de tijden en plaatsen als door of namens die behandelaar aan te geven, teneinde zich te laten behandelen zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- waarbij de jeugdreclassering Samen Veilig Midden-Nederland opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
- verklaart [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
- verklaart [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, voorzitter, mrs. A.R. Creutzberg en C. van de Lustgraaf, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.L. de Gier, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 maart 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
Primair
hij op of omstreeks 16 augustus 2017 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, op de Jutfaseweg, althans op de openbare weg, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een ketting en/of een ring,
althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere
deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij
het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat hij,
verdachte en/of zijn mededader(s),
- voornoemde [slachtoffer 1] , die met haar fiets op de Jutfaseweg
reed, met een scooter de weg hebben afgesneden en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt rondom
haar nek en/of
- een schroevendraaier, althans een scherp en/of puntig voorwerp, tegen de nek
van die [slachtoffer 1] geplaatst en/of gehouden en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, in haar gezicht
heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
- ( hierbij) die [slachtoffer 1] de woorden heeft/hebben toegevoegd
"Wat heb je bij je en wat voor waardevols heb je bij je" en/of "je sieraden je
sieraden", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 16
augustus 2017 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, op
de Jutfaseweg, althans op de openbare weg, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft/hebben weggenomen een ketting en/of een ring, althans enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in
elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of
[medeverdachte 2] ,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere
deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij
het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte 1]
en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2]
- voornoemde [slachtoffer 1] , die met haar fiets op de Jutfaseweg
reed, met een scooter de weg hebben afgesneden en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt rondom
haar nek en/of
- een schroevendraaier, althans een scherp en/of puntig voorwerp, tegen de nek
van die [slachtoffer 1] geplaatst en/of gehouden en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, in haar gezicht
heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
- ( hierbij) die [slachtoffer 1] de woorden heeft/hebben toegevoegd
"Wat heb je bij je en wat voor waardevols heb je bij je" en/of "je sieraden je
sieraden", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer
tijdstip(pen) gelegen in de periode van omstreeks 13 augustus 2017 tot en met
17 augustus 2017 te Utrecht en/of elders in Nederland (telkens) opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door (telkens) opzettelijk zijn scooter en/of woning aan
die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2] ter beschikking te
stellen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
Primair
hij op of omstreeks 17 augustus 2017 te Utrecht, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, op het Houtensepad, althans op de openbare
weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met
het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een tas en/of
een ring, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van
voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat hij,
verdachte en/of zijn mededader(s),
- naar die [slachtoffer 2] is/zijn toegerend en/of
- die [slachtoffer 2] tegen de grond heeft/ hebben geduwd en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp tegen de nek van die
[slachtoffer 2] heeft/hebben geplaatst en/of gehouden en/of
- ( hierbij) die [slachtoffer 2] de woorden heeft/hebben toegevoegd "Waar zijn je
waardevolle spullen, waar is je telefoon, geef je sieraden", althans woorden
van gelijke aard en/of strekking;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 17
augustus 2017 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, op
het Houtensepad, althans op de openbare weg, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft/hebben weggenomen een tas en/of een ring, althans enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander
of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] ,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld
misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat die [medeverdachte 1]
en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2]
- naar die [slachtoffer 2] is/zijn toegerend en/of
- die [slachtoffer 2] tegen de grond heeft/ hebben geduwd en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp tegen de nek van die
[slachtoffer 2] heeft/hebben geplaatst en/of gehouden en/of
- ( hierbij) die [slachtoffer 2] de woorden heeft/hebben toegevoegd "Waar zijn je
waardevolle spullen, waar is je telefoon, geef je sieraden", althans woorden
van gelijke aard en/of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer
tijdstip(pen) gelegen in de periode van omstreeks 13 augustus 2017 tot en met
17 augustus 2017 te Utrecht en/of elders in Nederland (telkens) opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door (telkens) opzettelijk zijn scooter en/of woning
en/of een mes aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2] ter
beschikking te stellen
en/of die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] (met de scooter) naar het Houtensepad en/of naar (de grens van/met) Hoograven en/of Lunetten, althans in de buurt van en/of naar de plaats delict (op het Houtensepad) heeft vervoerd/gebracht;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
3.
Primair
hij op of omstreeks 17 augustus 2017 te Utrecht, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, op de Parkstraat, althans op de openbare
weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met
het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid
geld en/of een telefoon (Iphone), althans enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld
misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat hij,
verdachte en/of zijn mededader(s),
- die [slachtoffer 3] heeft/hebben vastgepakt en/of
- die [slachtoffer 3] meerdere malen, althans eenmaal, tegen het hoofd heeft/hebben
geslagen en/of geschopt en/of
- die [slachtoffer 3] tegen een muur heeft/hebben geduwd en/of
- een kapotte fles, althans een stuk glas, althans een scherp en/of puntig
voorwerp, tegen de keel van die [slachtoffer 3] heeft/hebben geplaatst en/of gehouden
of
- ( hierbij) die [slachtoffer 3] de woorden heeft/hebben toegevoegd "Geef je geld, geef
je geld" en/of "Geef je telefoon", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 17
augustus 2017 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft/hebben weggenomen een
hoeveelheid geld en/of een telefoon (Iphone), in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen
dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2] ,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld
misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte 1]
en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2]
- die [slachtoffer 3] heeft/hebben vastgepakt en/of
- die [slachtoffer 3] meerdere malen, althans eenmaal, tegen het hoofd heeft/hebben
geslagen en/of geschopt en/of
- die [slachtoffer 3] tegen een muur heeft/hebben geduwd en/of
- een kapotte fles, althans een stuk glas, althans een scherp en/of puntig
voorwerp, tegen de keel van die [slachtoffer 3] heeft/hebben geplaatst en/of gehouden
of
- ( hierbij) die [slachtoffer 3] de woorden heeft/hebben toegevoegd "Geef je geld, geef
je geld" en/of "Geef je telefoon", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer
tijdstip(pen) gelegen in de periode van omstreeks 13 augustus 2017 tot en met
17 augustus 2017 te Utrecht en/of elders in Nederland (telkens) opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door (telkens) opzettelijk zijn scooter en/of woning aan
die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2] ter beschikking te
stellen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
4.
Primair
hij op of omstreeks 17 augustus 2017 te Utrecht, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, op de Detmoldstraat, althans op de openbare
weg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met
het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld
en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot
de afgifte van een portemonnee en/of een telefoon en/of een tas, in elk geval
van enig goed, geheel of ten dele toebehorende die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
en/of
hij op of omstreeks 17 augustus 2017 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, op de Detmoldstraat, althans op de openbare weg, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een fiets, althans enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen die [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat hij,
verdachte en/of zijn mededader(s),
- met een bivakmuts op/over het hoofd, althans met geheel of gedeeltelijke
gezichtsbedekking, naar die [slachtoffer 4] is/zijn toegegaan, en/of
- die [slachtoffer 4] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft/hebben
getoond
- ( hierbij) die [slachtoffer 4] de woorden heeft/hebben toegevoegd "Geef al je spullen,
geef je geld, geef je telefoon", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 17
augustus 2017 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, op
de Detmoldstraat, althans op de openbare weg, tezamen en in vereniging met een
of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4]
en/of [slachtoffer 5] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een
portemonnee en/of een telefoon en/of een tas, in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , in elk geval
aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die
[medeverdachte 2] ,
en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 17
augustus 2017 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, op
de Detmoldstraat, althans op de openbare weg, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft/hebben weggenomen een fiets, althans enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die
[slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk
te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat die [medeverdachte 1]
en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2]
- met een bivakmuts op/over het hoofd, althans met geheel of gedeeltelijke
gezichtsbedekking, naar die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] is/zijn toegegaan, en/of
- die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp,
heeft/hebben getoond en/of
- ( hierbij) die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] de woorden heeft/hebben toegevoegd "Geef
al je spullen, geef je geld, geef je telefoon", althans woorden van gelijke
aard en/of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer
tijdstip(pen) gelegen in de periode van omstreeks 13 augustus 2017 tot en met
17 augustus 2017 te Utrecht en/of elders in Nederland (telkens) opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door (telkens) opzettelijk die [medeverdachte 1] en/of die
[medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2] voornoemde [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] aan te wijzen als
potentiele slachtoffer(s) en/of zijn scooter en/of woning en/of een mes aan
die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2] ter beschikking te
stellen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
5.
Primair
hij op of omstreeks 16 augustus 2017 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, op de Gansstraat, althans op de openbare weg, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen althans alleen, ter uitvoering van het
door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen telefoon en/of (een) goed(eren)
van zijn/hunner gading, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen
en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die
[slachtoffer 6] , te plegen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere
deelnemer(s) aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het
bezit van het gestolene te verzekeren, met dat opzet
- de fiets van die [slachtoffer 6] , die op voornoemde Gansstraat reed, heeft
vastgepakt, en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op de keel van die
[slachtoffer 6] heeft geplaatst en/of gehouden, en/of
- ( hierbij) die [slachtoffer 6] de woorden heeft/hebben toegevoegd "Doe je jas uit"
en/of "Heb jij je telefoon bij je", en/of
- aan de broekzak(ken) van die [slachtoffer 6] (waarin zich dienst telefoon bevond)
heeft gevoeld en/of naar de telefoon van die [slachtoffer 6] heeft gegrepen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 16
augustus 2017 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, op
de Gansstraat, althans op de openbare weg, ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1]
en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2] voorgenomen misdrijf om tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen telefoon en/of (een) goed(eren) van
zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] , in elk
geval aan een ander of anderen dan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die
[medeverdachte 2] ,
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen
en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die
[slachtoffer 6] , te plegen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere
deelnemer(s) aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het
bezit van het gestolene te verzekeren, met dat opzet als volgt heeft/hebben
gehandeld:
zijnde en/of hebbende die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2]
- de fiets van die [slachtoffer 6] , die op voornoemde Gansstraat reed, vastgepakt,
en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op de keel van die
[slachtoffer 6] geplaatst en/of gehouden, en/of
- ( hierbij) die [slachtoffer 6] de woorden toegevoegd "Doe je jas uit" en/of "Heb jij
je telefoon bij je", en/of
- aan de broekzak(ken) van die [slachtoffer 6] (waarin zich dienst telefoon bevond)
gevoeld en/of naar de telefoon van die [slachtoffer 6] gegrepen,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer
tijdstip(pen) gelegen in de periode van omstreeks 13 augustus 2017 tot en met
17 augustus 2017 te Utrecht en/of elders in Nederland (telkens) opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door (telkens) opzettelijk zijn scooter en/of woning
en/of een mes aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2] ter
beschikking te stellen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 17 augustus 2017, genummerd
2.Een proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 3] , pagina 87
3.Een proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 3] , pagina 88
4.Een proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 3] , pagina 89
5.Een proces-verbaal van verhoor verdachte van [verbalisant 4] , pagina 185
6.Een proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 5] , pagina 123
7.Een proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 5] , pagina 124
8.Een proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 6] , pagina 128
9.Een proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 6] , pagina 129
10.Een proces-verbaal van verhoor verdachte van [verbalisant 2] en [verbalisant 7] , pagina 228
11.Een proces-verbaal van [verbalisant 1] , pagina 171
12.Een proces-verbaal van [verbalisant 1] , pagina 173
13.Een proces-verbaal van [verbalisant 1] , pagina 174
14.Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] , pagina 183