1.4Op dit verzoek van 19 september 2017 heeft eiser niet gereageerd, waarna verweerder is overgegaan tot het bestreden besluit.
2. Verweerder heeft in het bestreden besluit de aanvraag van eiser op grond van artikel 4:5 van de Awb buiten behandeling gesteld. Reden hiervoor is dat het door eiser opgestelde locatiespecifiek onderzoek, dat bij de aanvraag is aangeleverd, volgens verweerder niet is opgesteld door een deskundig bureau en dit onderzoek niet gebaseerd is op de Nota gewasbescherming en ruimtelijke ordening (Nota).
3. Op grond van artikel 4:5 van de Awb kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen, indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen.
4. Niet in geschil is dat de aangevraagde activiteit in strijd is met de ter plaatse geldende beheersverordening “Buitengebied en [straatnaam 3] ” (beheersverordening) en dat alleen met afwijking daarvan op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) een omgevingsvergunning kan worden verleend. Evenmin is in geschil dat een goede ruimtelijke onderbouwing is vereist, inclusief een locatiespecifiek onderzoek, waaruit blijkt dat binnen een straal van 50 meter van gevoelige functies sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
5. Eiser voert aan dat verweerder niet de eis heeft kunnen stellen dat het locatiespecifiek onderzoek door een deskundig bureau moet worden uitgevoerd. Dit vloeit volgens eiser niet voort uit de beheersverordening of de Nota. Gelet hierop had verweerder de aanvraag van eiser niet buiten behandeling kunnen stellen.
6. De rechtbank volgt niet verweerders standpunt dat de aanvraag pas voldoende compleet is om te kunnen worden beoordeeld, als het locatiespecifiek onderzoek dat onderdeel uitmaakt van de ruimtelijke onderbouwing, is opgesteld door een deskundige. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.