De man vordert, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de vrouw te veroordelen:
I. om binnen een week na de uitspraak van het in deze te wijzen vonnis aan de Marokkaanse autoriteiten – in deze de Marokkaanse consul in Nederland – deugdelijk mededeling te doen:
a. dat de man haar niets verschuldigd is;
b. dat zij afstand doet van alle aanspraken welke voor haar voortvloeien uit kracht van het vonnis van de rechtbank Nador d.d. 27 december 2004 of welke andere Marokkaanse gerechtelijke instantie dan ook waarbij te zijnen laste een onderhoudsverplichting is opgelegd;
c. dat alle executiemaatregelen waartoe zij opdracht heeft gegeven behoren te worden gestaakt,
onder verplichting om de man een deugdelijk afschrift van de verklaring te
verstrekken en een bericht van ontvangst van de verklaring, afgegeven door
het Marokkaans consulaat in Nederland;
op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag voor iedere dag dat de vrouw nalaat aan het vonnis te voldoen en daarnaast het vonnis bij lijfsdwang uitvoerbaar te verklaren, indien twee maanden na de uitspraak de verklaring nog niet mocht zijn afgelegd.
II. aan de man te voldoen de som van € 5.870.- met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan die der voldoening.
III. de kosten van het geding te betalen vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
14 dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis en vermeerderd met nakosten voor een bedrag van € 131.- dan wel, indien betekening plaatsvindt een bedrag van € 199.-.