ECLI:NL:GHAMS:2017:1421
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.B.C.M. van der Reep
- H.A. van den Berg
- J. Jonkers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verbod tot tenuitvoerlegging van Marokkaans vonnis
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De man is in hoger beroep gekomen van een vonnis van 16 september 2015, waarin de rechtbank geen beslissing heeft genomen over de onderhoudsbijdrage voor de minderjarige kinderen en de vrouw. De man vordert dat de vrouw wordt veroordeeld om de tenuitvoerlegging van een Marokkaans vonnis te staken, dat de man verplicht tot betaling van kinderalimentatie. De rechtbank heeft de vorderingen van de man afgewezen, waarop hij in hoger beroep is gegaan.
De feiten zijn als volgt: de man en de vrouw zijn in 1988 in Marokko getrouwd en hebben drie kinderen. Hun huwelijk is op 1 april 2011 ontbonden. De vrouw heeft in Marokko een verzoek ingediend tot vaststelling van een onderhoudsbijdrage, welke door de Marokkaanse rechtbank is toegewezen. De man heeft hiertegen hoger beroep aangetekend, maar dit is afgewezen. De man stelt dat de vrouw misbruik maakt van recht door de tenuitvoerlegging van het Marokkaanse vonnis te eisen, wat zou leiden tot zijn financiële ondergang.
Het hof overweegt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en dat Nederlands recht van toepassing is. De man heeft onvoldoende onderbouwd dat de vrouw onrechtmatig handelt door de tenuitvoerlegging van het Marokkaanse vonnis te eisen. Het hof concludeert dat de grieven van de man falen en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij de man in de kosten van het geding wordt veroordeeld.