Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
1.[eiseres sub 1] ,wonende te [woonplaats] ,2. [eiseres sub 2] ,wonende te [woonplaats] ,3. [eiseres sub 3] ,wonende te [woonplaats] ,4. [eiser sub 4] ,wonende te [woonplaats] ,5. [eiser sub 5] ,wonende te [woonplaats] ,
[eiseres sub 6] ,
[eiser sub 7] ,
[eiseres sub 8] ,
[eiseres sub 9] ,
[eiseres sub 10] ,
[eiseres sub 11] ,
[eiseres sub 12] ,
[eiseres sub 13] ,
[eiseres sub 14] ,
[eiser sub 15] ,
[eiseres sub 16] ,
[eiser sub 17] ,
[eiseres sub 18] ,
[eiseres sub 19] ,
[eiseres sub 20] ,
[eiser sub 21] ,
[eiser sub 22] ,
[eiseres sub 23] ,
[eiseres sub 24] ,
[eiseres sub 25] ,
[eiseres sub 26] ,
[eiser sub 27] ,
[eiser sub 28] ,
[eiser sub 29] ,
[eiser sub 30] ,
[eiseres sub 31] ,
[eiseres sub 32] ,
[eiser sub 33] ,
[eiser sub 34] ,
[eiser sub 35] ,
[eiser sub 36] ,
[eiser sub 37] ,
[eiseres sub 38] ,
[eiseres sub 39] ,
[eiseres sub 40] ,
[eiser sub 41] ,
[eiseres sub 42] ,
43.[eiser sub 43] ,
[eiser sub 44] ,
eisers, hierna te zamen te noemen: eisers,
gemachtigde De Unie, mr. A.M.G. Nagelkerke
INTERNATIONAAL FLAVORS & FRAGRANCES I.F.F. (NEDERLAND) B.V.,
gevestigd te Hilversum,
gedaagde, hierna ook te noemen: I.F.F.,
gemachtigde mr. I.H. Vermeeren-Keijzers.
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek tevens akte houdende wijziging van eis
- de conclusie van dupliek
- de akte uitlating producties
- de antwoord akte uitlating producties.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘Wijziging pensioenovereenkomst’wel een wijzigingsbeding (onder voorwaarden) opgenomen (overweging 2.16). Nu in een groot aantal van de individuele arbeidsovereenkomsten van vóór 2003 expliciet is opgenomen dat de werknemer als deelnemer in het pensioenfonds van IFF geen pensioenpremie is verschuldigd en voor alle eisers de vrijstelling als arbeidsvoorwaarde heeft te gelden (zoals hierboven overwogen), terwijl tevens in het toepasselijke pensioenreglement onder artikel 20 lid 2 is opgenomen dat werknemers die in dienst waren op 1 januari 2003 niet premieplichtig zijn, dient in relatie tot artikel 19 van het pensioenreglement en artikel 19 van de Pensioenwet de voorgestane wijziging van de arbeidsvoorwaarden te worden beoordeeld aan de hand van het in 7:613 BW geformuleerde toetsingskader, zoals door eisers ook subsidiair is betoogd. Immers artikel 19 van het pensioenreglement spreekt van een
‘overeengekomen(Ktr.: met de bonden en OR)
wijziging van de pensioenovereenkomst’,welke wijziging vervolgens, na akkoord van vakbonden en OR, eenzijdig en collectief leidt tot aanpassing van de arbeidsovereenkomst c.q. de pensioenovereenkomst met eisers. Artikel 19 Pensioenwet is de vertaling van artikel 7:613 BW. Artikel 7:613 BW ziet veelal op het geval dat de werkgever zich een wijzigingsbevoegdheid heeft voorbehouden ten opzichte van verscheidene werknemers (collectief), zoals in onderhavig geval moet worden aangenomen, terwijl artikel 7:611 BW (meer) betrekking heeft op het individuele geval, waarin overeenstemming met de individuele werknemer dient te worden bereikt. Daar doet voor de bepaling van het toetsingskader niet aan af dat met een deel van de vakbonden een onderhandelingsakkoord is bereikt en de ondernemingsraad met de wijziging heeft ingestemd.