Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie, hierna ook te noemen: [eiser] ,
gemachtigde mr. S. Eernstman,
[gedaagde],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie, hierna ook te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde mr. R.J.W. Analbers.
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 juni 2018;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens wijziging van eis, met bijlagen;
- de akte houdende producties van [gedaagde] ;
- de akte houdende producties van [eiser] ;
- het proces-verbaal van comparitie van 8 oktober 2018.
2.De feiten
reservering ontslagvergoeding”.
Wij zijn blij dat we nu in elk geval definitieve stukken hebben, maar willen als bestuur het ondertekenen nog even uitstellen.
In de rechtspraak zie je dat persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een vereniging of stichting wordt aangenomen bijvoorbeeld bij het aangaan van voor de rechtspersoon nadelige verplichtingen, terwijl een faillissement op korte termijn niet ondenkbaar is of bij het aangaan van verplichtingen waarvan bekend is of moet zijn dat de rechtspersoon deze niet kan nakomen.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
reservering ontslagvergoeding”. [eiser] heeft op 8 september 2016 aan de heer [E] een e-mail gestuurd met daarin de vraag: “
Die vergoeding wilde je dan in de RC tussen [gedaagde] en [bedrijfsnaam 7] verrekenen en dan dat [bedrijfsnaam 7] mij persoonlijk een lening zou geven? Graag hierover snelle actie want anders moet ik weer met lege handen op zitting komen en dat zal niet worden geaccepteerd denk ik.” [eiser] heeft niet weersproken dat deze e-mail op de vermindering van de rekening courantschuld van [bedrijfsnaam 7] aan [gedaagde] ziet. Daar komt bij dat tussen partijen in eerste instantie is gesproken over het uitbetalen van de ontslagvergoeding via de vennootschap van [eiser] . Gelet op dit alles kan [eiser] zich er niet op beroepen dat [gedaagde] niet bevrijdend (aan de verkeerde) heeft betaald. Deze € 75.000,00 moet dan ook in mindering worden gebracht op de vorderingen van [eiser] .