Op 9 november 2018 heeft de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. Van Lieshout, de behandelend rechter in een strafzaak. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een eerdere beslissing van de rechter op 9 oktober 2018, waarin het bezwaar van de verzoeker tegen de dagvaarding ongegrond werd verklaard. De verzoeker was het niet eens met deze beslissing en heeft in zijn wrakingsverzoek ook verwijten gemaakt aan het Openbaar Ministerie. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking van de leden van de wrakingskamer buiten behandeling gelaten, omdat dit verzoek evident misbruik van recht opleverde. De wrakingskamer heeft geoordeeld dat het wrakingsverzoek van de verzoeker niet-ontvankelijk is, omdat het verzoek na de beslissing van de rechter was ingediend en de gronden voor het verzoek niet voldoende waren om te twijfelen aan de onpartijdigheid van de rechter. De beslissing van de wrakingskamer is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.