ECLI:NL:RBMNE:2018:5245
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van rechtsvervolging wegens ontoerekenbaarheid na mishandeling met een vork
Op 30 oktober 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig had gemaakt aan mishandeling. De verdachte, geboren in 1993 in Mexico en thans gedetineerd in Vught, werd beschuldigd van het proberen om een verpleegkundige, aangeduid als [slachtoffer], van het leven te beroven, dan wel haar zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 3 juli 2018 in Utrecht met een vork in de schouder van het slachtoffer heeft gestoken, wat resulteerde in letsel en pijn. Tijdens de zitting op 16 oktober 2018 heeft de verdachte verklaard dat hij in een psychose verkeerde en stemmen hoorde, wat zijn gedrag beïnvloedde.
De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot doodslag of zware mishandeling. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van deze beschuldigingen, maar heeft wel vastgesteld dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling. Gezien de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan een psychotische stoornis, heeft de rechtbank geoordeeld dat het bewezen verklaarde niet aan hem kan worden toegerekend. Hierdoor werd de verdachte niet strafbaar geacht en ontslagen van alle rechtsvervolging.
De rechtbank heeft daarnaast besloten dat de verdachte voor de duur van één jaar in een psychiatrisch ziekenhuis moet worden geplaatst, om hem de noodzakelijke behandeling te bieden. Dit besluit is genomen op basis van rapporten van forensische deskundigen die de ernstige psychische problematiek van de verdachte hebben vastgesteld. De rechtbank heeft de maatregel opgelegd op grond van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de veiligheid van de samenleving voorop staat.