Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de brief van Amerpoort met producties,
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Amerpoort.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 8 augustus 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser], de broer van [A], en de stichting Amerpoort. [eiser] vorderde de afgifte van het medisch dossier van zijn overleden zus [A], die onder curatele stond. Hij stelde dat hij dit dossier nodig had om een procedure te starten om het testament van [A] nietig te laten verklaren, omdat hij meende dat zij ten tijde van het opstellen van het testament niet in staat was haar wil te bepalen. De stichting Amerpoort betwistte de vordering en stelde dat zij niet over het medisch dossier beschikte, aangezien dit bij de huisarts van [A] was. De voorzieningenrechter oordeelde dat [eiser] niet aannemelijk had gemaakt dat hij over concrete aanwijzingen beschikte dat [A] niet in staat was haar wil te bepalen. Bovendien was de geheimhoudingsplicht van het medisch dossier van [A] van zodanig gewicht dat deze niet doorbroken kon worden zonder zwaarwegende belangen. De vorderingen van [eiser] werden afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten van Amerpoort.