ECLI:NL:RBMNE:2018:5130
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
Op 23 oktober 2018 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een verzoek tot wraking behandeld dat was ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mevrouw C.W.G. Janssen. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. R.M. Berendsen, de behandelend rechter in een civiele procedure met zaaknummer 6846017 ME VERZ 18-82. De verzoeker stelde dat hij recht had op een mondelinge behandeling van zijn zaak, wat door de rechter was afgewezen. De gemachtigde van verzoeker voerde aan dat dit in strijd was met het beginsel van hoor en wederhoor en artikel 6 van het EVRM. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking was ingediend op basis van de afwijzing van het verzoek tot een mondelinge behandeling, wat volgens de wrakingskamer een procesbeslissing is. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter onpartijdig was en dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was. De wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond en droeg de griffier op om deze beslissing aan alle betrokken partijen toe te zenden. De procedure in de hoofdzaak dient voortgezet te worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.