ECLI:NL:RBMNE:2018:5011

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 oktober 2018
Publicatiedatum
15 oktober 2018
Zaaknummer
16/652788-16 en 16/652516-18 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging van twee slachtoffers met gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 oktober 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van twee slachtoffers. De verdachte heeft beide slachtoffers herhaaldelijk lastiggevallen door hen te bellen en een aanzienlijke hoeveelheid berichten via sociale media te sturen. Daarnaast heeft hij zich meermalen naar de woning van een van de slachtoffers begeven, haar op straat uitgescholden en zich tot haar ouders gericht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 25 april 2016 tot en met 13 oktober 2016 [slachtoffer 1] heeft gestalkt en in de periode van 11 april 2014 tot en met 24 augustus 2016 [slachtoffer 2]. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 maanden, met aftrek van het voorarrest, en heeft daarnaast tbs met dwangverpleging opgelegd. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de psychische toestand van de verdachte. De rechtbank heeft ook de eerdere veroordeling van de verdachte voor belaging in aanmerking genomen, evenals de rapportages van deskundigen die de kwetsbaarheid van de verdachte en zijn licht verstandelijke beperking hebben vastgesteld. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot schadevergoeding gedeeltelijk toegewezen, en de verdachte is ook veroordeeld tot betaling van deze schade.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/652788-16 en 16/652516-18 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 16 oktober 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1983] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
gedetineerd in / verblijvende te PI Nieuwegein - HvB loc. Nieuwegein.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 25 september 2018 en 2 oktober 2018. Verdachte is op beide zittingen niet verschenen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N. Schapendonk en van hetgeen mr. W.J. Ausma, advocaat te Utrecht, die door verdachte uitdrukkelijk is gemachtigd, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

16/652788-16
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1 in de periode van 25 april 2016 tot en met 13 oktober 2016 te Zeist, althans in Nederland, [slachtoffer 1] heeft gestalkt;
feit 2 in de periode van 11 april 2014 tot en met 24 augustus 2016 te Zeist, althans in Nederland, [slachtoffer 2] heeft gestalkt.
16/652516-18
De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1 in de periode van 1 november 2016 tot en met 15 maart 2018 te Zeist, althans in Nederland, [slachtoffer 1] heeft gestalkt;
feit 2 op 30 mei 2018 te Zeist de auto van [slachtoffer 1] heeft vernield.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten in de zaak met parketnummer 16/652788-16 bewezen kunnen worden, omdat verdachte deze feiten heeft bekend. Met betrekking tot de zaak met parketnummer 16/652516-18 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden, omdat verdachte dit feit heeft bekend. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman vrijspraak bepleit, omdat niet kan worden vastgesteld dat verdachte de vernieling heeft gepleegd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 2 – parketnummer 16/652516-18
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 16/652516-18 onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. Op grond van de aangifte en de verklaring van getuige [getuige 1] kan niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat verdachte de dader is.
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van parketnummer 16/652788-16 [1]
Feit 1
Op 11 augustus 2016 heeft [slachtoffer 1] aangifte gedaan tegen [verdachte] . Zij heeft -zakelijk weergegeven- verklaard dat [verdachte] vanaf 25 april 2016 diverse malen contact met haar heeft opgenomen en zich bij haar woning heeft bevonden. Vanaf 28 juni 2016 ontving zij dagen achtereen pushberichten. Aangeefster heeft verklaard dat [verdachte] op 3 mei 2016 voor haar voordeur heeft gestaan op de [adres] te [woonplaats] , waarbij hij heeft staan schreeuwen dat hij haar zou vermoorden. Op 8 mei heeft [verdachte] in de nacht voor de deur gestaan. Ook toen waren er allerlei bedreigingen in haar richting. Aangeefster heeft verklaard dat zij zich dagelijks moet bezig houden met haar veiligheid. [2]
Aangeefster heeft als bijlage bij haar aangifte een screenshot toegevoegd waarop te zien is dat zij op 26 juni twee gemiste oproepen heeft ontvangen van [verdachte] . [3]
Aangeefster heeft als bijlagen bij haar aangifte screenshots toegevoegd waarop de volgende berichten zijn te lezen:
‘kanker hoer gisteren naaide ik je en [slachtoffer 1] in je kont hoer kanker toch op wanne be met je [naam] en kids kanker [naam] ’ [4]
‘fuck u geen kans vor mij geen kans vor jou tot never’ [5]
een t-shirt met daarop de tekst ‘of course im in love with you darling’ [6]
‘sorry man jij bent eggie cool darom’ [7]
‘please he geen contact mar mag ik gek op je blijven dan ga je egt mijn goeie kant meemaken babe [slachtoffer 1] de mooiste ugh’ [8]
‘forgive hmm i wanne f. U’ [9]
‘don’t call it a dream, call it a plan’ [10]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] naast haar woont en dat zij op 1 oktober 2016 [verdachte] voor de deur heeft gezien. Omstreeks 17 september 2016 heeft zij [verdachte] ook gezien. Getuige verklaart dat [verdachte] toen voor de deur stond te schreeuwen. [11]
De moeder van aangeefster, getuige [getuige 3] , heeft op 2 oktober 2016 verklaard dat zij vorige week samen met haar man en [slachtoffer 1] in Utrecht was en dat zij daar [verdachte] tegenkwamen. Getuige heeft verklaard dat [verdachte] hen toen ‘verrot’ heeft gescholden. [12]
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij het niet kan laten, omdat [slachtoffer 1] een mooie dame is. Verdachte heeft verklaard dat hij in de ban is van de liefde voor [slachtoffer 1] als hij haar op gaat zoeken.
Verdachte heeft verklaard dat hij in Utrecht naar [slachtoffer 1] toe wilde lopen om te zeggen dat het hem spijt. [13]
Feit 2
Op 24 oktober 2016 heeft [slachtoffer 2] aangifte gedaan tegen [verdachte] . Zij heeft
-zakelijk weergegeven- verklaard dat zij op 11 april 2014 berichten van [verdachte] via Facebook ontving. Ook heeft zij audiogesprekken via Facebook binnengekregen op 27 juli 2016 inhoudende ‘dom wijf ik maak je stuk’, op 28 juli 2016 inhoudende ‘dag schatje’ en onder andere ‘ik wil gewoon aandacht, ik wil gewoon jou, ik kan het niet loslaten’. Aangeefster heeft verklaard dat zij in de periode van 25 juni 2016 tot en met 22 augustus 2016 negen maal door [verdachte] via Facebook is gebeld. [14] Aangeefster heeft verklaard dat zij wil dat het stopt en dat zij bang is dat [verdachte] een keer voor haar staat op het moment dat hij psychisch in de war is. [15]
Verdachte heeft in de periode van 11 juli 2014 tot en met 22 augustus 2016 via sociale media diverse berichten naar aangeefster gestuurd. [16]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij aangeefster via Facebook heeft benaderd, omdat hij op de basisschool een paar weken vriendschap met haar had en hij dit weer wilde opzoeken. Verdachte heeft bevestigd dat hij de audioberichten heeft verstuurd. [17]
Ten aanzien van parketnummer 16/652516-18 [18]
Feit 1
Op 15 maart 2018 heeft [slachtoffer 1] opnieuw aangifte gedaan tegen [verdachte] . Zij heeft -zakelijk weergegeven- verklaard dat [verdachte] sinds haar laatste aangifte op 10 augustus 2016 door is blijven gaan met de stalking. [19] [verdachte] is doorgegaan in het maandelijks bellen en berichten sturen via Facebook. [20] Sinds de vorige aangifte heeft [verdachte] haar vaak telefonisch benaderd waarbij hij dingen heeft gezegd zoals ‘Ik rijg je open. Ik maak je zwanger’. Hij belt soms meerdere keren op een avond. Ook maakt hij nieuwe accounts aan via Facebook met zijn eigen naam erin verwerkt en probeert aangeefster dan toe te voegen. [21] In 2017 heeft zij hooguit in een periode van een maand niets van hem vernomen. [22] Op 4 juni 2018 heeft aangeefster verklaard dat de gedragingen van [verdachte] haar in haar levenssfeer raken.
De manier waarop, de frequentie en de duur brengen haar tot wanhoop en jagen haar angst aan. [23] Aangeefster heeft verklaard dat zij zich schaamt en dat ze wil dat het ophoudt. [24]
Aangeefster heeft als bijlagen bij haar aangifte screenshots toegevoegd waarop de volgende berichten zijn te lezen:
februari 2018:
‘gore kanker hoer kan je niet grieken gaan pijoen kanker handicapte bitchs rot op ik gun je niks in het leven kanker blanken ga tog lekker dood gatver’
‘(..) svp [slachtoffer 1] begrijp het ik zal nooit opgeven al ben je getrouwd (..)’ [25]
De moeder van aangeefster, getuige [getuige 3] , heeft verklaard dat haar dochter al sinds 2013 gestalkt wordt door [verdachte] doordat zij meerdere liefdes-, hatelijke, en doodsbedreigende berichten via Facebook of andere sociale media van hem ontvangt. De getuige verklaard dat [verdachte] haar en haar man ook berichten via Facebook stuurt. [26]
Als bijlagen bij haar verklaring zijn screenshots toegevoegd waarop de volgende berichten geadresseerd aan de moeder en vader van aangeefster zijn te lezen:
‘vuile kanker hoer’ [27]
‘gore kanker blonde hoer’ [28]
‘dag mevrouw hoe gaat ut met mij veranderd gwoon beter mevrouw en u dochter is de beste hoor hmmmmmm [slachtoffer 1] marry me svp’ [29]
‘gore klootzzak en [slachtoffer 1] die mong9oolse bitch gtver’ [30]
‘gore kanker blanke honden marokane kont gat kank rot op yilob nep Mongools [slachtoffer 1] kanker oplichter ha Hilversu poep hoofd’ [31]
‘gore kanker hoer’ [32]
‘gare kanker mongoolse moslim hoer’ [33]
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij Facebook heeft gebruikt om aangeefster te benaderen.
Over de berichten die in februari 2018 naar haar zijn verzonden, heeft verdachte verklaard dat hij zich schaamt en er niet om gaat liegen. [34] Verdachte heeft bevestigd dat hij de berichten aan de vader en moeder van aangeefster heeft gestuurd. [35]
Bewijsoverweging ten aanzien van parketnummer 16/652788-16 en 16/652516-18 (feit 1)
Voor de beoordeling of sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b Wetboek van Strafrecht is volgens vaste jurisprudentie de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer van belang (HR 12 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3626).
Uit de per feit weergegeven bewijsmiddelen volgt dat aan dit criterium is voldaan. Uit het geheel van de gedragingen van verdachte volgt zonder meer dat verdachte ten aanzien van aangeefsters wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
16/652788-16
feit 1
op tijdstippen in de periode van 26 juni 2016 tot en met 13 oktober 2016 in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer
van [slachtoffer 1] , met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte,
- meerdere malen berichten gestuurd naar deze [slachtoffer 1] met daarin -zakelijk weergegeven- liefdesverklaringen en beledigingen, met daarin teksten, te weten "kanker hoer gisteren naaide ik je en [slachtoffer 1] in je kont hoer kanker toch op wanne be met je [naam] en kids, kanker [naam] " en "fuck u geen kans vor mij geen kans vor jou tot never" en een T-shirt met de tekst "of course I'm love with you darling" en "sorry man jij bent eggie cool darom" en "Please he geen contact mar mag ik gek op je blijven dan ga je egt mijn goeie kant meemaken babe [slachtoffer 1] de mooiste ugh" en "forgive hmm i wanne f. U" en "don't call it a dream call it a plan" en;
- meermalen in de straat en voor de deur van de woning van die [slachtoffer 1] gestaan en bedreigingen geschreeuwd - zakelijk weergegeven - dat hij [slachtoffer 1] zal vermoorden;
- meermalen die [slachtoffer 1] gebeld en;
- in de maand september 2016 op straat in de gemeente Utrecht die [slachtoffer 1] uitgescholden;
feit 2
op tijdstippen in de periode van 11 juli 2014 tot en met 22 augustus 2016 in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 2] , met het oogmerk die [slachtoffer 2] , te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte,
- meermalen berichten via sociale media gestuurd en;
- meermalen audioberichten ingesproken naar deze [slachtoffer 2] met daarin - zakelijk weergegeven- liefdesverklaringen en een belediging en een bedreiging, met daarin teksten, te weten "dom wijf ik maak je stuk" en "dag schatje" en "Ik wil gewoon aandacht" en "ik wil jou" en "ik kan je niet loslaten" en;
- meermalen via Facebook naar die [slachtoffer 2] gebeld;
16/652516-18
feit 1
op tijdstippen in de periode van 1 november 2016 tot en met 15 maart 2018 in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , met het oogmerk die [slachtoffer 1] te dwingen iets te
dulden en vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte,
- meerdere malen berichten via Facebook gestuurd naar deze [slachtoffer 1] met
daarin -zakelijk weergegeven- liefdesverklaringen en beledigingen, met daarin teksten, te weten "vuile Griekse anaalhoer, kankerhoer, tering wijf" en "gore kanker hoer kan je niet grieken gaan pijoen kanker handicapte bitchs rot op ik gun je niks in het leven kanker blanken ga tog lekker dood gatver" en " svp [slachtoffer 1] begrijp het ik zal het nooit opgeven al ben je getrouwd" en via het facebook account van de moeder en de vader van die
[slachtoffer 1] "vuile kanker hoer" en "gore kanker blonde hoer" en "dag mevrouw hoe gaat ut met mij veranderd gwoon beter mevrouw en u dochter is de beste hoor hmmmmmm [slachtoffer 1] marry me svp" en "gore klootzzak en [slachtoffer 1] die mong9oolse bitch gatver" en "gore kanker blanke honden marokane kont gat kank rot op yilob nep Mongools [slachtoffer 1] kanker oplichter ha Hilversu poep hoofd" en "gore kanker hoer" en "gare kanker Mongoolse moslim hoer" en;
- meermalen die [slachtoffer 1] gebeld en daarbij tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "ik rijg je open, ik maak je zwanger".
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen in de zaak met parketnummer 16/652788-16 onder 1 en 2 en hetgeen in de zaak met parketnummer 16/652516-18 onder 1 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
ten aanzien van 16/652788-16 feit 1 en feit 2
: telkens, belaging;
ten aanzien van 16/652516-18 feit 1
: belaging.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd te gelasten dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt opgelegd, die onbeperkt in duur zal zijn.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht verdachte een maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden op te leggen. Subsidiair, indien de rechtbank overweegt een maatregel terbeschikkingstelling met dwangverpleging op te leggen, verzoekt de raadsman de behandeling van de zaak aan te houden teneinde de reclassering te laten rapporteren over minder vergaande alternatieven. Meer subsidiair verzoekt de raadsman een gevangenisstraf voor de duur van één maand op te leggen en een gemaximeerde maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Vrijheidsstraf
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen. Verdachte heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan belaging van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Verdachte viel beide slachtoffers lastig door hen meermalen te bellen en te bestoken met een aanzienlijke hoeveelheid berichten via sociale media. De inhoud van deze berichten varieert van liefdesverklaringen tot grove beledigingen en zelfs bedreigingen. Verdachte is bovendien meermalen naar de woning van [slachtoffer 1] gegaan, heeft haar op straat uitgescholden en zich tot haar ouders gericht. Door zo te handelen heeft verdachte ernstig en herhaaldelijk inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van beide slachtoffers. De slachtoffers wilden dat verdachte zou stoppen hen te benaderen, maar verdachte heeft dat telkens niet gedaan en zich niet bekommerd om de angst en vrees die hij de slachtoffers aanjoeg en heeft enkel gehandeld vanuit zijn eigen onbedwingbare behoefte om met beide slachtoffers in contact te treden.
Uit het strafblad van verdachte van 16 augustus 2018 volgt dat verdachte op 25 april 2016 door de politierechter van deze rechtbank is veroordeeld ter zake van belaging. Gebleken is dat het slachtoffer destijds eveneens [slachtoffer 1] betrof. Aan verdachte is toen een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, waaraan de bijzondere voorwaarde was gekoppeld dat verdachte gedurende de proeftijd van 2 jaren geen contact mocht hebben met het slachtoffer. De voorwaardelijk opgelegde vrijheidsstraf en het contactverbod hebben verdachte er niet van weerhouden opnieuw [slachtoffer 1] te belagen.
De rechtbank heeft acht geslagen op een rapport van T. den Boer, psychiater, van 14 augustus 2018 en een rapport van P.K. Kristensen, psycholoog, van 4 september 2018. Deze deskundigen hebben, onafhankelijk van elkaar, geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een licht verstandelijke beperking. Verdachte heeft een gemengde persoonlijkheids-stoornis met narcistische, antisociale en paranoïde kenmerken. Voorts heeft verdachte een gebrekkige impulscontrole. Verdachte is kwetsbaar voor psychotische ontregelingen en qua stemming labiel, wat van invloed is op zijn realiteitstoetsing. Er is sprake van een aanhoudende preoccupatie met aangeefster [slachtoffer 1] die de kwaliteit van een waan heeft. Verdachte wordt hierdoor beïnvloed en daar was ook ten tijde van het ten laste gelegde sprake van. Psychiater T. den Boer merkt voorts op dat verdachte, als zorgmijder, lange tijd op zichzelf was aangewezen terwijl hij niet in staat is om zich zelfstandig sociaal en maatschappelijk staande te houden. Beide deskundigen adviseren het ten laste gelegde in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
De rechtbank neemt voornoemde conclusies met betrekking tot de toerekenbaarheid over en maakt deze tot de hare. Het hiervoor bewezenverklaarde zal daarom in verminderde mate aan verdachte worden toegerekend.
De rechtbank constateert dat er ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 16/652788-16 sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank neemt als uitgangspunt de dag waarop verdachte door de politie over de betreffende feiten is gehoord, te weten 13 oktober 2016. De overschrijding van de redelijke termijn betreft ten aanzien van beide feiten 3 dagen. De rechtbank heeft met deze overschrijding rekening gehouden bij het bepalen van de strafmaat.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is.
TBS-maatregel
Naast het opleggen van een gevangenisstraf acht de rechtbank oplegging van een maatregel noodzakelijk. Uit de eerder genoemde rapporten van de psycholoog en de psychiater en uit het rapport van de reclassering van 25 mei 2017 volgt dat een hulpverleningstraject nooit succesvol is opgestart, ondanks meerdere pogingen daartoe. Verdachte heeft een gebrek aan probleeminzicht en heeft telkens niet mee willen werken. Verdachte is uiteindelijk gelabeld als veelpleger en heeft van 2011 tot 2013 een ISD-maatregel gehad. Deze maatregel heeft niet kunnen leiden tot een substantiële behandeling en ook het traject bij het FACT-team van Inforsa verloopt moeizaam. Verdachte is een zorgmijder.
De psychiater schat het risico op herhaling van soortgelijke feiten in als hoog. De psycholoog schat de kans op toekomstig geweld jegens aangeefster in als hoog indien verdachte zonder behandeling in vrijheid wordt gesteld.
De psychiater concludeert verder dat een context die tegemoetkomt aan de cognitieve beperkingen van verdachte, in samenhang met zijn kwetsbaarheid voor psychotische ontregeling en complexe persoonlijkheidsproblematiek, noodzakelijk is. Detentie is daartoe niet toereikend. In dit kader zou een klinische opname wenselijk zijn. De psycholoog onderschrijft de conclusie dat een klinische behandeling noodzakelijk is om het recidiverisico te verminderen. Verdachte heeft echter expliciet aangegeven niet naar een kliniek te willen. Hierdoor concluderen de deskundigen dat zowel een voorwaardelijk strafdeel als oplegging van een maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden, ontoereikend is. Op grond van het voorgaande concluderen de deskundigen dat de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging als enige optie overblijft. Behandeling in dat kader dient zich te richten op stabilisatie van de psychische ontregeling en het bieden van een context die tegemoet komt aan voornoemde beperkingen van verdachte.
Voorwaarden artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht
De rechtbank concludeert dat aan de in artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht genoemde vereisten is voldaan. Vastgesteld is dat bij verdachte, ten tijde van het begaan van het bewezenverklaarde, sprake was van een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De bewezenverklaarde feiten betreffen alle belaging zoals strafbaar gesteld in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht. Dit artikel behoort tot één van de artikelen genoemd in artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht, waarvoor oplegging van deze maatregel mogelijk is. Uit voornoemde deskundigenrapportages volgt verder dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, oplegging van voornoemde maatregel vereist. De rechtbank heeft hierbij tevens de eerder benoemde ernst en aard van de feiten betrokken, alsmede het forse strafblad van verdachte.
Gelet op de mislukte (ambulante) hulpverleningstrajecten in het verleden, de omstandigheid dat verdachte als zorgmijder is aan te merken en zijn negatieve houding ten opzichte van een (klinische) behandeling, is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden ontoereikend is om het recidiverisico zoveel als mogelijk te beperken. De rechtbank gelast daarom dat verdachte, na afloop van de gevangenisstraf, in het kader van de maatregel van terbeschikkingstelling, gedwongen zal worden verpleegd.
Verzoek tot aanhouding
De rechtbank wijst het (voorwaardelijk) verzoek van de raadsman om de behandeling van de zaak aan te houden teneinde de reclassering te laten rapporteren over minder vergaande alternatieven, af. De rechtbank acht zich op grond van voornoemde rapporten voldoende voorgelicht en ziet, gelet op de inhoud van die rapporten, geen aanleiding om de reclassering nader te laten rapporteren.
Duur TBS-maatregel
De rechtbank is, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege niet wordt opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Verdachte heeft veelvuldig forse verbale beledigingen geuit, maar van enige (begin van) verwezenlijking van geweld is geen sprake. De officier van justitie heeft er op gewezen dat de deskundigen het risico op geweld in de toekomst hoog achten, maar dat is niet de maatstaf die ex 38e van het Wetboek van Strafrecht dient te worden gehanteerd. Dit betekent dat de rechtbank de maatregel van terbeschikkingstelling zal beperken tot maximaal vier jaren.

9.BENADEELDE PARTIJ

In de zaak met parketnummer 16/652788-16 heeft [slachtoffer 1] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.933,87. Dit bedrag bestaat uit
€ 183,87 materiële schade en € 1.750,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij geheel toe te wijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en toepassing van de wettelijke rente.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering te verklaren omdat de vordering onvoldoende met stukken is onderbouwd.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
De schade die ziet op de opgenomen verlofuren, ter hoogte van in totaal € 183,87, komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal daarom de vordering tot het bedrag van
€ 183,87 toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 16 oktober 2018 tot de dag van volledige betaling.
Immateriële schade
De schade ter hoogte van in totaal € 1.000,- komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal daarom de vordering tot het bedrag van € 1.000,- toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 26 juni 2016 tot de dag van volledige betaling.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De behandeling van de vordering levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Maatregel van schadevergoeding
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.183,87, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 16 oktober 2018, voor zover het betreft de materiële schade ad € 183,87 en met de wettelijke rente vanaf 26 juni 2016, voor zover het betreft de immateriële schade ad € 1.000,-. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 21 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

10.VORDERING TENUITVOERLEGGING

10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering tot tenuitvoerlegging toe te wijzen. De officier van justitie heeft aangegeven dat een deel van de gevangenisstraf reeds ten uitvoer is gelegd en vordert daarom de tenuitvoerlegging van de overgebleven gevangenisstraf van 2 maanden.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit de proeftijd te verlengen dan wel dat de vordering tot tenuitvoerlegging toe te wijzen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Midden-Nederland van 25 april 2016 (parketnummer 16/213993-15) is verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren opgelegd. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten. Om deze reden zal deze straf alsnog ten uitvoer gelegd worden. De rechtbank gelast de tenuitvoerlegging van de nog overgebleven 2 maanden gevangenisstraf.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14g, 36f, 37a, 37b, 57, 285b, van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het in de zaak met parketnummer 16/652516-18 onder 2
ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het in de zaak met parketnummer 16/652788-16 onder 1 en 2 en het in de zaak met parketnummer 16/652516-18 onder 1 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het in de zaak met parketnummer 16/652788-16 onder 1 en 2 en het in de zaak met parketnummer 16/652516-18 onder 1 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;

Oplegging straf

- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
4 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de
gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Oplegging maatregel
- gelast dat verdachte
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij
van overheidswege wordt verpleegd;
Benadeelde partij
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 1.183,87;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag van € 183,87 vanaf 16 oktober 2018 en over het bedrag van € 1.000,- vanaf 26 juni 2016, tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer 1] voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat
€ 1183,87 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 oktober 2018, voor zover het de materiële schade ad € 183,87 betreft en met de wettelijke rente vanaf 26 juni 2016 voor zover het de immateriële schade ad € 1.000,- betreft, tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 21 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/213993-15
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de rechtbank te Midden-Nederland bij vonnis van 25 april 2016 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Blanke, voorzitter, mrs. V. van Dam en C.S. Schoorl, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.J. van der Waaij, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 oktober 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16/652788-16
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 april 2016 tot en met 13 oktober 2016 te Zeist, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 1] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte,
- meerdere malen berichten via Instagram gestuurd naar deze [slachtoffer 1] met daarin - zakelijk weergegeven - liefdesverklaringen en/of beledigingen, met daarin teksten zoals "kanker hoer gisteren naaide ik je en [slachtoffer 1] in je kont hoer kanker toch op wanne be met je [naam] en kids, kanker [naam] " en/of "fuck u geen kans vor mij geen kans vor jou tot never" en/of een T-shirt met de tekst "of course I'm love with you darling" en/of "sorry man jij bent eggie cool darom" en/of "Please he geen contact mar mag ik gek op je
blijven dan ga je egt mijn goeie kant meemaken babe [slachtoffer 1] de mooiste ugh" en/of "forgive hmm i wanne f. U" en/of "don't call it a dream call it a plan" en/of "please he geen contact mar mag ik gek op je blijven dan ga je egt mijn goeie kant meemaken babe [slachtoffer 1] de" en/of
- een of meerdere malen in de straat en/of nabij de woning en/of voor de deur van de woning van die [slachtoffer 1] gestaan en/of (vervolgens) bedreigingen en/of beledigingen geschreeuwd - zakelijk weergegeven - dat hij [slachtoffer 1] zal vermoorden en/of dat hij haar zal verkrachten, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of dat zij, [slachtoffer 1] , een stinkhoer is, althans woorden van gelijke beledigende aard
en/of strekking en/of
- een of meer malen die [slachtoffer 1] gebeld en/of
- in de maand september 2016 op straat in de gemeente Utrecht die [slachtoffer 1]
uitgescholden
art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 april 2014 tot en met 24 augustus 2016 te Zeist, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 2] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 2] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te
doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte,
- meerdere malen berichten via de sociale media gestuurd en/of
- meerdere malen audioberichten ingesproken naar deze [slachtoffer 2] met daarin - zakelijk weergegeven - liefdesverklaringen en/of beledigingen en/of bedreigingen, met daarin teksten zoals "dom wijf ik maak je stuk", althans woorden van gelijke beledigende/dreigende aard of strekking en/of "dag schatje en/of Ik wil gewoon aandacht" en/of "ik wil jou" en/of "ik kan je gewoon niet loslaten" en/of
- meerdere malen via faceboek naar die [slachtoffer 2] gebeld
art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht
16/652516-18
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2016 tot en met 15 maart 2018 te Zeist, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 1] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte,
- meerdere malen berichten via Facebook gestuurd naar deze [slachtoffer 1] met daarin - zakelijk weergegeven - liefdesverklaringen en/of beledigingen, met daarin teksten zoals "vuile Griekse anaalhoer, kankerhoer, tering wijf" en/of "gore kanker hoer kan je niet grieken gaan pijoen kanker handicapte bitchs rot op ik gun je niks in het leven kanker blanken ga tog lekker dood gatver" en/of " svp [slachtoffer 1] begrijp het ik zal het nooit opgeven al ben je getrouwd" en/of "vuile blonde tiener hoer bruut verkracht ha haha" en/of "kanker hoer kanker [slachtoffer 1] " en/of (via het facebook account van de moeder en/of de vader van die [slachtoffer 1] ) "vuile kanker hoer" en/of "gore kanker blonde hoer" en/of "dag mevrouw hoe gaat ut met mij veranderd gwoon beter mevrouw en u dochter is de beste hoor hmmmmmm [slachtoffer 1] marry me svp" en/of "gore klootzzak en [slachtoffer 1] die mong9oolse bitch gatver" en/of "gore kanker blanke honden marokane kont gat kank rot op yilob nep Mongools [slachtoffer 1] kanker oplichter ha Hilversu poep hoofd" en/of "gore kanker hoer" en/of "gare kanker Mongoolse moslim hoer" en/of
- een of meerdere malen in de straat en/of nabij de woning en/of voor de deur
van de woning van die [slachtoffer 1] gestaan en/of
- een of meer malen die [slachtoffer 1] gebeld (al dan niet via Facebook)
en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "ik rijg je open, ik
maak je zwanger"
art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 30 mei 2018 te Zeist, althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 13 oktober 2016, genummerd PL0900-2016318923, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 58. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , pagina 20.
3.Een screenshot van sociale media op pagina 23, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] .
4.Idem, pagina 23.
5.Idem, pagina 24.
6.Idem, pagina 26.
7.Idem, pagina 26.
8.Idem, pagina 27.
9.Idem, pagina 28.
10.Idem, pagina 28.
11.Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] , pagina 32.
12.Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] , pagina 36.
13.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 40.
14.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , pagina 44.
15.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , pagina 45.
16.Screenshots van sociale media op pagina 51 tot en met 58 als bijlagen gevoegd bij het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] op pagina 47 tot en met 49.
17.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 41.
18.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 18 juni 2018, genummerd PL0900-2018166407, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 100. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
19.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , pagina 7.
20.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 1] , pagina 12.
21.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , pagina 7.
22.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 1] , pagina 12.
23.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 1] , pagina 11.
24.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , pagina 8.
25.Screenshots van sociale media op pagina 16, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] .
26.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , pagina 20.
27.Een screenshot van sociale media op pagina 23 als bijlage gevoegd bij de verklaring van getuige [getuige 3] .
28.Idem, pagina 23.
29.Idem, pagina 23.
30.Idem, pagina 25.
31.Idem, pagina 25.
32.Idem, pagina 26.
33.Idem, pagina 26.
34.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 44.
35.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 45.