ECLI:NL:RBMNE:2018:4844

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 oktober 2018
Publicatiedatum
5 oktober 2018
Zaaknummer
16/705252-18
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een minderjarige voor gewapende straatroven en woningoverval met jeugddetentie en bijzondere voorwaarden

Op 5 oktober 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2000, die zich schuldig heeft gemaakt aan twee gewapende straatroven op maaltijdbezorgers en een gewapende woningoverval. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals toezicht en begeleiding, en een contact- en locatieverbod. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen en alleen deze feiten heeft gepleegd, waarbij geweld en bedreiging met een vuurwapen zijn gebruikt. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafoplegging. De verdachte heeft spijt betuigd, maar de rechtbank achtte het noodzakelijk om een forse straf op te leggen om herhaling te voorkomen. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de schadevergoeding heeft vastgesteld op €1.618,70 voor slachtoffer 2, €1.000,00 voor slachtoffer 1, en €9.154,26 voor slachtoffer 3, met wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregelen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/705252-18
Vonnis van de meervoudige kamer van 5 oktober 2018
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen achter gesloten deuren op 4 mei 2018, 15 juni 2018 en 21 september 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie, mr. A. Drogt, en van hetgeen verdachte en mr. J.W.D. Roozemond, advocaat te Utrecht, alsmede van hetgeen door of namens de benadeelde partijen, [slachtoffer 1] , [B] (namens [bedrijf 1] ) en [J] , naar voren is gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1.
zich op 2 februari 2018 te Utrecht samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld en/of afpersing van [slachtoffer 2] en/of [bedrijf 2] ;
2.
zich op 28 januari 2018 te Utrecht schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld en/of afpersing van [slachtoffer 1] en/of [bedrijf 1] ;
3.
zich op 19 januari 2018 te Vleuten samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld uit een woning, waarbij de toegang tot die woning is verkregen door middel van een valse sleutel, en/of afpersing van [slachtoffer 3] .

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle drie de feiten wettig en overtuigend bewezen. De officier van justitie heeft zich niet uitgelaten over de vraag of bij feit 1 en 2 sprake is van diefstal met geweld of afpersing.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verklaard dat alle feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De raadsman heeft ten aanzien van feit 3 echter verzocht verdachte alleen te veroordelen voor de handelingen die hij zelf heeft verricht en niet voor de handelingen die door (één van) zijn mededaders zijn verricht. De raadsman heeft zich niet uitgelaten over de vraag of sprake is van diefstal met geweld of afpersing.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
Bewijsmiddelen [1]
Verdachte heeft het feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 september 2018 [2] ;
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , mede namens [bedrijf 2] , van 2 februari 2018 [3] ;
- het proces-verbaal van verhoor aangever van 8 februari 2018 [4] .
Bewijsoverweging
Nu uit de bewijsmiddelen blijkt dat aangever [slachtoffer 2] het weggenomen geld onder bedreiging aan de daders heeft afgegeven en de daders de weggenomen pizzatas en fietssleutels zelf hebben gepakt, is de rechtbank van oordeel dat zowel sprake is van diefstal met geweld als van afpersing.
Feit 2
Bewijsmiddelen
Verdachte heeft het feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 september 2018 [5] ;
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , mede namens [bedrijf 1] , van 28 januari 2018 [6] ;
- het proces-verbaal van bevindingen door [D] [7] ;
- het proces-verbaal van bevindingen door [E] [8] .
Bewijsoverweging
Nu uit de bewijsmiddelen blijkt dat aangever [slachtoffer 1] de weggenomen bestelling en portemonnee onder bedreiging aan de dader heeft afgegeven, is de rechtbank van oordeel dat sprake is van afpersing.
Feit 3
Bewijsmiddelen [9]
Verdachte heeft het feit, voor zover bewezen, bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 september 2018 [10] ;
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] van 20 januari 2018 [11] ;
- het proces-verbaal van bevindingen van [G] [12] .
Bewijsoverwegingen
Nu uit de bewijsmiddelen blijkt dat de daders de weggenomen goederen zelf hebben gepakt, is de rechtbank van oordeel dat sprake is van diefstal met geweld.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat de verschillende bestanddelen van de tenlastelegging door hem, door (één van) zijn mededaders of door hen samen zijn begaan. Gelet op de nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn mededaders acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat sprake was van medeplegen. Nu sprake is van medeplegen, is voor een bewezenverklaring van de gehele tenlastelegging niet vereist dat de tenlastegelegde bestanddelen allemaal door verdachte zelf zijn vervuld. De rechtbank zal verdachte daarom niet alleen veroordelen voor de handelingen die hij zelf heeft verricht, maar ook voor de handelingen die door zijn mededaders zijn verricht.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
opof omstreeks2 februari 2018 te [plaatsnaam] ,althans in het arrondissement Midden-Nederland, op de openbare weg, te weten de [straatnaam] (ter hoogte van perceelnummer
[nummer] ), tezamen en in vereniging met eenof meeranderen, althans alleen,een geldbedrag van in totaal ongeveer 20 euroen/ofeen tas en/ofeen doosof meer dozenmet daarin(een)pizza('s)en/ofeen(fiets)sleutel,in elk geval enig goed, datgeheel of ten deleaan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2]en/of [bedrijf 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werdvoorafgegaan,vergezelden/of gevolgdvangeweld en/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstalvoor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken,en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer 2]heeft/hebben genaderd en/ofvervolgensheeft/hebben ingesloten (waardoor die [slachtoffer 2] niet weg kon) en/of
-(vervolgens) een (vuur)wapen, althanseen op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp,op/tegen de(linker)slaap,althans het hoofd,van die [slachtoffer 2] heeft/hebben geplaatst/gezet en/of
-(daarbij) (vervolgens)die [slachtoffer 2] dreigend de woorden heeft/hebbentoegevoegd: "geef geld" en/of"Geef me geld.Ik weet waar je woont" en/of"ik wil meer geld.Ik wil briefgeld",althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen/of
- de fiets van die [slachtoffer 2] op slot heeft/hebbengezet
en/of
opof omstreeks2 februari 2018 te [plaatsnaam] ,althans in het arrondissement Midden-Nederland,op de openbare weg, te weten de [straatnaam] (ter hoogte van perceelnummer [nummer] ), tezamen en in vereniging met eenof meeranderen, althans alleen,met het oogmerk om zich en/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen doorgeweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedragvan in totaal
ongeveer 20 euro en/of een tas en/of een of meer dozen met daarin (een) pizza('s) en/of een (fiets)sleutel, in elk geval enig goed,datgeheel of ten deleaan een ander toebehoorde, te weten[slachtoffer 2] en/of[bedrijf 2] ,welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer 2]heeft/hebben genaderd en/ofvervolgensheeft/hebben ingesloten (waardoor die [slachtoffer 2] niet weg kon) en/of
-(vervolgens) een (vuur)wapen, althanseen op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp,op/tegen de(linker)slaap,althans het hoofd,van die [slachtoffer 2] heeft/hebben geplaatst/gezet en/of
-(daarbij) (vervolgens)die [slachtoffer 2] dreigend de woorden heeft/hebbentoegevoegd: "Geef geld" en/of"Geef me geld.Ik weet waar je woont" en/of"ik wil meer geld.Ik wil briefgeld",althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen/of
- de fiets van die [slachtoffer 2] op slot heeft/hebben gezet;
2.
op of omstreeks 28 januari 2018 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, een portemonnee met inhoud, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer 50
euro en/of tas (met daarin een of meer voedingsmiddelen), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en/of [bedrijf 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte
- een bivakmuts over zijn, verdachtes, hoofd/gezicht heeft getrokken en/of
- een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, in zijn, verdachtes, hand heeft vastgehouden en/of aan die [slachtoffer 1] heeft getoond en/of
- (daarbij) (vervolgens) die [slachtoffer 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "geef mij die bestelling en portemonnee' en/of dat zij niet moest schreeuwen en/of dat hij haar telefoon ook wilde hebben, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] heeft belemmerd/verhinderd om weg te lopen, althans die [slachtoffer 1] heeft tegengehouden en/of de elleboog van zijn, verdachtes, (rechter)arm tegen die [slachtoffer 1] heeft gedrukt/geduwd/gehouden,
en/of
opof omstreeks28 januari 2018 te Utrecht,althans in het arrondissement Midden-Nederland,met het oogmerk om zichen/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen doorgeweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee met inhoud, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer 50 euro en/ofeen tas (met daarineen of meervoedingsmiddelen),in elk geval enig goed,datgeheel of ten deleaandie [slachtoffer 1] en/of[bedrijf 1] toebehoorde,welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte
- een bivakmuts over zijn, verdachtes, hoofd/gezichtheeft getrokken en/of
-een (vuur)wapen, althanseen op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, in zijn, verdachtes, hand heeft vastgehouden en/ofaan die [slachtoffer 1] heeft getoond en/of
-(daarbij) (vervolgens)die [slachtoffer 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "geef mij die bestelling en portemonnee' en/ofdat zij niet moest schreeuwen en/ofdat hij haar telefoon ook wilde hebben,althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen/of
-die [slachtoffer 1] heeft belemmerd/verhinderd om weg te lopen, althansdie [slachtoffer 1] heeft tegengehouden en/ofde elleboog van zijn, verdachtes,(rechter)arm tegen die [slachtoffer 1] heeft gedrukt/geduwd/gehouden;
3.
opof omstreeks19 januari 2018 te [plaatsnaam] , gemeente [woonplaats] , tezamen en in vereniging meteen ander ofanderen,althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomenin/uit een woning (gelegen aan de [adres] )
-één of meermobiele telefoons (Samsung S4, kleur wit en/ofSamsung S4, kleur zwart en/ofSamsung A3, kleur wit) en/of
-één of meersieraden en/of
-één of meerhorloge(s)en/of
-één of meerparfums en/of
- een tablet (Samsung Tab 4) en/of
- een spaarpot (kleur wit) en/of
- een enveloppe met daarin 1.900 euro,althans een geldbedragen/of
- een laptop (Medion) en/of
- een huistelefoon en/of
- een portemonnee (met daarin o.a. pasjes op naam van [slachtoffer 3] ) en/of
- een autosleutel (behorend bij een personenauto van het merk Nissan) en/of
- een zaklantaarn,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [L] ,in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/ofzijn mededader(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijfheeft/hebben verschaft en of die/datweg te nemen goed(eren)onderzijn/hun bereikheeft/hebben gebracht door middel vanbraak en/of verbreking en/ofeen valse sleutel, te weten een(huis)sleutel behorend bij de woning aan de [adres] te [plaatsnaam] , tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/ofzijn mededader(s)niet gerechtigdwas/waren,
welke diefstal werdvoorafgegaan,vergezelden/of gevolgdvan geweld en/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstalvoor te bereiden,gemakkelijk te maken en/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/ofzijn mededader(s)hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/ofbedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte en/of
zijn mededader(s):
-(nadathij/zij de woningwas/waren binnengedrongen)die [slachtoffer 3] de woonkamer in heeft/hebbengeduwd en/of (daarbij) een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] heeft/hebbengezet en/ofgehouden en/of
- die [slachtoffer 3](nadat hij was gesommeerd op de bank te gaan zitten)dreigend de woorden heeft/hebbentoegevoegd: "Niet bewegen of ik schiet je dood",althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,en(daarbij) een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 3] heeft/hebbengericht en/of
-een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebbendoorgeladen en(vervolgens)die [slachtoffer 3] dreigend de woorden heeft/hebbentoegevoegd: "Waar is geld en waar is goud?",althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen/of
- de handen en/ofvoeten van die [slachtoffer 3] met plakband/tape (kleur: zwart) heeft/hebbenvastgebonden en/of
-een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] gezet en/ofgehouden en(daarbij)die [slachtoffer 3]heeft/hebben toegevoegd: "Waar goud en geld?" en/of"niet bewegen en blijven zitten",althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen/of
- met een mobiele telefoon foto's van die [slachtoffer 3] en/ofvan een foto met daarop zijn, [slachtoffer 3]'s, kinderen heeft/hebbengemaakt en(vervolgens)dreigend die [slachtoffer 3] de woorden heeft/hebbentoegevoegd: "Als je binnen 10 minuten de politie gaat bellen, kom ik jou halen en ook jouw kinderen",althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
en/of
hij op of omstreeks 19 januari 2018 te Vleuten, gemeente Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van
- één of meer mobiele telefoons (Samsung S4, kleur wit en/of Samsung S4, kleur zwart en/of Samsung A3, kleur wit) en/of
- één of meer sieraden en/of
- één of meer horloge(s) en/of
- één of meer parfums en/of
- een tablet (Samsung Tab 4) en/of
- een spaarpot (kleur wit) en/of
- een enveloppe met daarin 1.900 euro, althans een geldbedrag en/of
- een laptop (Medion) en/of
- een huistelefoon en/of
- een portemonnee (met daarin o.a. pasjes op naam van [slachtoffer 3] ) en/of
- een autosleutel (behorend bij een personenauto van het merk Nissan) en/of
- een zaklantaarn,

in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [L] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),

welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- (nadat hij/zij de woning was/waren binnengedrongen) die [slachtoffer 3] de woonkamer in heeft/hebben geduwd en/of (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezet en/of gehouden en/of
- die [slachtoffer 3] (nadat hij was gesommeerd op de bank te gaan zitten) dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Niet bewegen of ik schiet je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben doorgeladen en (vervolgens) die [slachtoffer 3] dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Waar is geld en waar is goud?", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- de handen en/of voeten van die [slachtoffer 3] met plakband/tape (kleur: zwart) heeft/hebben vastgebonden en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] gezet en/of gehouden en (daarbij) die [slachtoffer 3]

heeft/hebben toegevoegd: "Waar goud en geld?" en/of "niet bewegen en blijven zitten", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of

- met een mobiele telefoon foto's van die [slachtoffer 3] en/of van een foto met daarop zijn, [slachtoffer 3] 's, kinderen heeft/hebben gemaakt en (vervolgens) dreigend die [slachtoffer 3] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Als je binnen 10 minuten de politie gaat bellen, kom ik jou halen en ook jouw kinderen" , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
1.
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
2.
afpersing;
3.
diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een jeugddetentie voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met als bijzondere voorwaarden:
  • de maatregel Toezicht en Begeleiding, waarvan de eerste 12 maanden zullen bestaan uit de maatregel van ITB Harde Kern;
  • de verplichting mee te werken aan behandeling bij [naam instelling 1] of soortgelijke instelling, indien en voorzover [naam instelling 2] dit noodzakelijk acht;
  • de verplichting mee te werken aan de aansluiting van elektronische controle, indien en voorzover [naam instelling 2] dit noodzakelijk acht;
  • de verplichting naar school te gaan volgens het lesrooster;
  • een contact- en locatieverbod voor alle slachtoffers en alle vestigingen en medewerkers van [bedrijf 1] , [bedrijf 3] en [bedrijf 2] .
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, gelet op het feit dat verdachte minderjarig is en spijt heeft getoond en er in andere zaken waarin sprake was van meerdere straatroven (waaronder: ECLI:NL:RBMNE:2018:909) (veel) lagere straffen zijn opgelegd, verzocht een fors lagere jeugddetentie, waarvan een gedeelte voorwaardelijk met de oplegging van de geadviseerde bijzondere voorwaarden, in combinatie met een werkstraf op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met anderen en alleen schuldig gemaakt aan twee gewapende straatroven op maaltijdbezorgers en een gewapende woningoverval. Verdachte heeft zich laten leiden door zijn wens ‘erbij te horen’, zijn zucht naar spanning en zijn eigen financieel gewin, zonder erbij stil te staan dat slachtoffers van delicten zoals deze nog geruime tijd kunnen lijden onder de psychische gevolgen van hetgeen hen is aangedaan. Uit de verklaringen van de verschillende slachtoffers blijkt ook dat zij nog steeds nadelige consequenties ondervinden van de door verdachte gepleegde feiten. Zo is bij slachtoffers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] PTSS vastgesteld, durven slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] geen eten meer te bezorgen en voelt slachtoffer [slachtoffer 3] zich niet veilig meer in zijn eigen huis. Dit soort delicten zorgt bovendien niet alleen voor gevoelens van onveiligheid voor de slachtoffers, maar ook voor personen uit hun omgeving en voor de maatschappij in het algemeen. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Persoonlijke omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
  • een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 21 maart 2018;
  • psychologische onderzoeken Pro Justitia van 10 april 2018 en 13 juni 2018;
  • een advies van de Raad van de Kinderbescherming van 13 juni 2018;
  • een advies van [naam instelling 2] van 12 juni 2018.
Uit het uittreksel justitiële documentatie blijkt dat verdachte niet eerder wegens soortgelijke feiten met justitie in aanraking is gekomen. Op zitting is duidelijk geworden dat verdachte in de week voor de zitting is aangehouden op verdenking van (poging zware) mishandeling.
Uit de psychologische onderzoeken Pro Justitia blijkt dat bij verdachte sprake is van een normoverschrijdende gedragsstoornis, een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met borderline trekken en ouder-kind relatieproblematiek. Passend bij de normoverschrijdende gedragsstoornis is dat verdachte geneigd is zijn grenzen op te zoeken, dat zijn spanningsbehoefte groter is en dat negatieve gevoelens worden afgeweerd. Passend bij een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met borderline trekken is dat verdachte geneigd is zeer impulsief te reageren en de grenzen op te zoeken, dat hij bang is voor afwijzing en dat hij er graag bij wil horen. Voornoemde problematiek was aanwezig ten tijde van de tenlastegelegde feiten en hebben verdachtes’ keuzes en gedragingen ten tijde van de feiten beïnvloed. Ter beperking van het recidivegevaar en ter bevordering van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van verdachte heeft de psycholoog geadviseerd als bijzondere voorwaarden op te leggen de maatregel ITB Harde Kern, de verplichting mee te werken aan elektronische controle en de verplichting mee te werken aan individuele- en systeembehandeling.
Uit het advies van de Raad voor de Kinderbescherming en de toelichting die mevrouw [H] daarop ter terechtzitting heeft gegeven, blijkt dat de kans op herhaling aanwezig is. Er zijn veel leefgebieden die kunnen worden aangepakt om de kans op herhaling te verminderen, waaronder vriendenkeuze, agressie, attitude en vaardigheden. Binnen de huidige begeleiding en structuur van de maatregel ITB Harde Kern, ondersteund door elektrische controle, leek het goed te gaan met verdachte. Hij kwam zijn afspraken na, ging volgens zijn lesrooster naar school en had werk gevonden. Verdachte is daarnaast voor behandeling (Topzorg) aangemeld bij [naam instelling 1] , waar onder meer het aanleren van juiste keuzes, agressieregulatie, het inzien van de consequenties van zijn handelen en het afleren van het zelfbepalende gedrag in de thuissituaties aan bod zullen komen. Voordat bekend werd dat verdachte opnieuw is opgepakt op verdenking van een ernstig strafbaar feit, werd geadviseerd een voorwaardelijke jeugddetentie, met als bijzondere voorwaarden de maatregel Toezicht en Begeleiding, waarvan de eerste 12 maanden ITB Harde Kern, de verplichting tot het meewerken aan behandeling (Topzorg) bij [naam instelling 1] , de verplichting tot het meewerken aan elektronische controle voor de duur van 3 maanden en de verplichting tot het volgen van onderwijs volgens het lesrooster, op te leggen. Nu verdachte echter opnieuw verdacht wordt van een strafbaar feit, is niet geheel duidelijk of een behandeling bij [naam instelling 1] voldoende is om het recidiverisico terug te kunnen dringen of dat er nader psychiatrisch onderzoek zou moeten worden gedaan.
Uit het advies van [naam instelling 2] en de toelichting die de heer [I] daarop ter terechtzitting heeft gegeven, blijkt dat verdachte zich aanvankelijk positief opstelde en goed meewerkte aan de schorsingsvoorwaarden. Naarmate de tijd verstreek, liet verdachte echter steeds meer een andere kant van zichzelf zien, die minder positief was. Verdachte bleek moeite te hebben met de regels die hem thuis werden opgelegd en met het feit dat behandeling nodig wordt geacht. Verdachte kan of wil niet inzien waarom behandeling nodig is. De mijdende houding van verdachte ten opzichte van behandeling heeft geleid tot een officiële waarschuwing. De afgelopen tijd werkt verdachte weer beter mee. Op school is men, in tegenstelling tot vorig jaar, ook positief over de houding van verdachte. Dat verdachte nu weer wordt verdacht van een nieuw strafbaar feit, komt dan ook onverwacht. Het is nu niet duidelijk of de ingezette lijn van behandeling en begeleiding afdoende is om het recidiverisico te verminderen. Verdachte is iemand die heel graag zijn leven in positieve zin wil veranderen, maar die veel last heeft van zijn impulsiviteit en zich gemakkelijk door anderen laat meeslepen. Verdachte heeft daadwerkelijk spijt van hetgeen hij heeft gedaan, maar het is de vraag of dit ertoe leidt dat hij niet opnieuw zal recidiveren. Indien de ingezette lijn van begeleiding en behandeling zal worden doorgezet, wat wenselijk is, zou het daarom raadzaam zijn aanvullend psychiatrisch onderzoek naar verdachte te laten doen.
LOVS-oriëntatiepunten
De oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht voor minderjarigen noemen bij een straatroof/afpersing 60 uur werkstraf, dan wel dienovereenkomstige jeugddetentie. Voor een woningoverval wordt uitgegaan van een jeugddetentie van 6 maanden. Fysiek geweld, letsel, bedreiging met een wapen, het georganiseerde karakter van de groep en de kwetsbaarheid van het slachtoffer gelden als strafverzwarende omstandigheden. Iedere strafverzwarende omstandigheid telt in beginsel voor 60 uur werkstraf, dan wel 1 maand jeugddetentie. Nu verdachte bij de twee overvallen op maaltijdbezorgers en bij de woningoverval gebruik heeft gemaakt van een wapen, er bij de overval op slachtoffer [slachtoffer 2] , die gelet op zijn leeftijd wordt beschouwd als een kwetsbaar slachtoffer, en de woningoverval sprake was van meerdere daders en er bij de woningoverval daarnaast sprake was van fysiek geweld en letsel, komt de rechtbank als uitgangspunt tot een onvoorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 16 maanden.
Strafoplegging
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat een forse onvoorwaardelijke jeugddetentie op zijn plaats is. Het opleggen van een (grotendeels) voorwaardelijke jeugddetentie in combinatie met een werkstraf, zoals door de verdediging is bepleit, doet naar het oordeel van de rechtbank geen recht aan de ernst van de feiten. De zaak waarnaar door de verdediging is verwezen, is niet vergelijkbaar met de onderhavige zaak, aangezien verdachte zich niet alleen heeft schuldig gemaakt aan straatroven, maar ook aan een zeer ernstige woningoverval. Nu gebleken is dat verdachte begeleiding en behandeling nodig heeft, zal een gedeelte van de op te leggen jeugddetentie voorwaardelijk worden opgelegd. Alles afwegend acht de rechtbank een jeugddetentie voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, passend en geboden. Daarbij zullen de bijzondere voorwaarden worden opgelegd zoals deze door de deskundigen zijn geadviseerd, te weten: de maatregel Toezicht en Begeleiding, waarvan de eerste 12 maanden bestaan uit de maatregel ITB Harde Kern, de verplichting mee te werken aan behandeling bij [naam instelling 1] of soortgelijke instelling, de verplichting mee te werken aan het aansluiten van elektronische controle voor de duur van 3 maanden en de verplichting naar school te gaan of een opleiding te volgen. Nu verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan misdrijven die zijn gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen en de rechtbank van oordeel is dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal begaan, zal de rechtbank bevelen dat de bijzondere voorwaarden die verdachte zullen worden opgelegd, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Voor zover de deskundigen naar aanleiding van het mogelijk nieuwe strafbare feit hebben gesuggereerd dat eventueel aan nader psychiatrisch onderzoek kan worden gedacht, gaat de rechtbank daaraan voorbij. In deze zaak kan het mogelijk nieuwe strafbare feit niet worden beoordeeld en evenmin worden meegewogen. De rechtbank wil deze zaak thans afdoen en gaat daarbij uit van de in deze zaak gegeven adviezen.
Contact- en locatieverbod
De rechtbank zal het door de slachtoffers verzochte en door de officier van justitie geëiste contact- en locatieverbod met de slachtoffers en de betrokken filialen niet als bijzondere voorwaarde, maar als vrijheidsbeperkende maatregel opleggen. Voor zover de officier van justitie heeft bedoeld dit locatieverbod voor alle vestigingen (in het land dan wel in Utrecht) van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] (en tevens van [bedrijf 3] ) te laten gelden, voert dat naar het oordeel van de rechtbank te ver. De rechtbank legt het locatieverbod op voor de bij de bewezenverklaarde overvallen betrokken filialen van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] .
De rechtbank zal, voor het voorkomen van strafbare feiten, bevelen dat verdachte:
- zich zal onthouden van - direct en indirect - contact met:
 [slachtoffer 1] ;
 [slachtoffer 2] ;
 [slachtoffer 3] ;
 de [bedrijf 1] aan het [adres] , [postcode] [plaatsnaam] ;
 de [bedrijf 2] aan de [adres] , [postcode] [plaatsnaam] .
- zich niet op zal houden in:
 een straal van 25 meter rondom de [bedrijf 1] aan het [adres] , [postcode] [plaatsnaam] ;
 een straal van 25 meter rondom de [bedrijf 2] aan de [adres] , [postcode] [plaatsnaam] ;
 de [straatnaam] te [plaatsnaam] .
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van 3 jaren. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal een week vervangende jeugddetentie per overtreding, met een maximum van een jeugddetentie van 6 maanden, worden opgelegd.
Gelet op het feit dat de rechtbank van oordeel is dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen, zal zij bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd de op de beslaglijst vermelde goederen (te weten: 1 hamer en 1 stuk handgereedschap) verbeurd te verklaren, nu met behulp van deze goederen de strafbare feiten zijn begaan. De officier van justitie heeft ook gevorderd de inbeslaggenomen iPhone verbeurd te verklaren, nu ook met behulp hiervan de strafbare feiten zijn begaan. Verdachte heeft met deze telefoon immers de [bedrijf 1] en de [bedrijf 3] gebeld.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de inbeslaggenomen iPhone aan verdachte terug te geven, nu niet is komen vast te staan dat de strafbare feiten hiermee zijn gepleegd. De raadsman heeft zich niet uitgelaten over de op de beslaglijst vermelde hamer en handgereedschap.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst vermelde hamer en handgereedschap en de inbeslaggenomen iPhone verbeurdverklaren, nu met behulp van deze goederen de strafbare feiten zijn begaan. Voor de iPhone geldt dat hij daarmee naar de [bedrijf 1] en de [bedrijf 3] heeft gebeld met de intentie de maaltijdbezorgers van deze filialen daarna te overvallen.

10.BENADEELDE PARTIJEN

10.1
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
heeft zich, daartoe vertegenwoordigd door [J] , als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.468,70. Dit bedrag bestaat uit € 1.468,70 aan materiële schade en € 2.000,00 aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder feit 1 tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen tot een bedrag van € 2.118,70, bestaande uit € 118,70 aan materiële schade en € 2.000,00 aan immateriële schade. De officier van justitie heeft gevorderd dit bedrag hoofdelijk toe te wijzen, met toepassing van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel. De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij wat betreft het verlies van arbeidsinkomen af te wijzen.
De raadsman heeft verzocht de vordering wat betreft de gederfde inkomsten af te wijzen dan wel de benadeelde partij voor dat gedeelte niet-ontvankelijk te verklaren, nu deze schadepost onvoldoende is onderbouwd. De raadsman heeft wat betreft de immateriële schade verzocht maximaal een bedrag van € 750,00 toe te wijzen. De raadsman heeft hiertoe verwezen naar een volgens hem vergelijkbare zaak (ECLI:NL:RBLIM:2015:7399).
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 1.618,70, bestaande uit € 118,70 aan materiële schade en € 1.500,00 aan immateriële schade. De vordering zal tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf 2 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden op dit moment begroot op nihil.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
De benadeelde partij zal in het resterende gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. De rechtbank oordeelt dat de behandeling van het resterende gedeelte een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan de vordering voor het resterende gedeelte deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
10.2
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.000,00. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder feit 2 tenlastegelegde
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen, met toepassing van de wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft verzocht maximaal een bedrag van € 750,00 toe te wijzen. De raadsman heeft hiertoe verwezen naar een volgens hem vergelijkbare zaak (ECLI:NL:RBLIM:2015:7399).
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 1.000,00, bestaande uit immateriële schade. De vordering zal tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf 28 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden op dit moment begroot op nihil.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
10.3
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 11.414,26. Dit bedrag bestaat uit € 5.294,26 aan materiële schade en € 6.120,00 aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder feit 3 tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen tot een bedrag van € 8.154,26, bestaande uit € 4.154,26 aan materiële schade en € 4.000,00 aan immateriële schade. De officier van justitie heeft gevorderd dit bedrag hoofdelijk toe te wijzen, met toepassing van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel. De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij wat betreft het resterende gedeelte van de vordering (te weten: de Samsung Galaxy J5, de beveiligingsmaatregelen en het resterende gedeelte van de immateriële schade) niet-ontvankelijk te verklaren.
De raadsman heeft verzocht de vordering alleen toe te wijzen wat betreft de goederen die door verdachte zelf uit de woning zijn weggenomen en de benadeelde partij voor het resterende gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk te verklaren. De raadsman heeft daarnaast verzocht de benadeelde partij ook wat betreft de Samsung Galaxy J5, het eigen risico en de aangeschafte rolluiken niet-ontvankelijk te verklaren. Hij heeft daartoe gesteld dat de Samsung Galaxy J5 niet is weggenomen, het eigen risico niet is onderbouwd en de aangeschafte rolluiken niet in rechtstreeks verband staan tot het tenlastegelegde feit. De raadsman heeft wat betreft de immateriële schade verzocht een lager bedrag toe te wijzen. De raadsman heeft hiertoe verwezen naar volgens hem vergelijkbare zaken
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 9.154,26, bestaande uit € 4.154,26 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade. De vordering zal tot dat bedrag hoofdelijk worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf 19 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. Gelet op het feit dat het bewezenverklaarde feit aan het begin van het jaar heeft plaatsgevonden, acht de rechtbank voldoende aannemelijk geworden dat het eigen risico van de benadeelde partij nog niet was opgemaakt.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden op dit moment begroot op nihil.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
Nu uit het dossier blijkt dat de Samsung Galaxy J5 niet is weggenomen, zal de vordering voor zover deze daar op ziet worden afgewezen. De benadeelde partij zal in het resterende gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de behandeling van het resterende gedeelte een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan de vordering voor het resterende gedeelte deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

11.TOEPASSELIJKE ARTIKELEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 38v, 77a, 77g, 77i, 77we, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

Bewezenverklaring
  • verklaart het onder feit 1, feit 2 en feit 3 tenlastegelegde bewezen, zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart het onder feit 1, feit 2 en feit 3 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
  • verklaart het onder feit 1, feit 2 en feit 3 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging van straf en maatregel
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat van de jeugddetentie een gedeelte van
  • stelt daarbij een proeftijd van
  • stelt als
 zich voor het einde van de proeftijd van twee jaar niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
 ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
 medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat veroordeelde:
 zich in het kader van de maatregel Toezicht en Begeleiding, waarvan de eerste 12 maanden zullen bestaan uit de maatregel ITB Harde Kern, op de door de jeugdreclassering te bepalen tijden zal melden bij [naam instelling 2] , zo frequent en zolang die instelling dat noodzakelijk acht;
 zich onder behandeling zal stellen bij [naam instelling 1] of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van [naam instelling 2] , indien en voorzover dit door die instelling dat noodzakelijk acht;
 mee zal werken aan de aansluiting van elektronische controle voor de duur van maximaal 3 maanden, indien en voorzover [naam instelling 2] dit noodzakelijk acht;
 naar school zal gaan of een opleiding zal volgen;
  • geeft [naam instelling 2] de opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht
Contactverbod
- legt op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid van verdachte, inhoudende dat veroordeelde voor de duur van 3 jaren
op geen enkele wijze
- direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met:

[slachtoffer 1] ;

[slachtoffer 2] ;

[slachtoffer 3] ;

de [bedrijf 1] aan het [adres] , [postcode] [plaatsnaam] ;

de [bedrijf 2] aan de [adres] , [postcode] [plaatsnaam]
  • beveelt dat iedere keer dat niet aan deze maatregel wordt voldaan jeugddetentie voor de duur van 1 week wordt opgelegd, met een maximum van 6 maanden;
  • beveelt dat toepassing van de vervangende jeugddetentie de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft;
  • bepaalt dat het contactverbod
Locatieverbod
- legt op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid, inhoudende dat de veroordeelde zich voor de duur van 3 jaren
niet mag bevinden in:

een straal van 25 meter rondom de [bedrijf 1] aan het [adres] , [postcode] [plaatsnaam] ;

een straal van 25 meter rondom de [bedrijf 2] aan de [adres] , [postcode] [plaatsnaam] ;

de [straatnaam] te [plaatsnaam] ;
  • beveelt dat iedere keer dat niet aan deze maatregel wordt voldaan jeugddetentie voor de duur van 1 week wordt opgelegd, met een maximum van 6 maanden;
  • beveelt dat toepassing van de vervangende jeugddetentie de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft;
  • bepaalt dat het locatieverbod
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
 1 hamer;
 1 stuk handgereedschap;
 1 iPhone;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 1)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 2 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet is gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • verklaart de benadeelde partij wat betreft het resterende gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat € 1.618,70 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 2 februari 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal aan te vullen met een jeugddetentie voor de duur van 1 dag. De toepassing van deze jeugddetentie heft de betalingsverplichting niet op;
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
  • bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 2)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 28 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat € 1.000,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 28 januari 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal aan te vullen met een jeugddetentie voor de duur van 1 dag. De toepassing van deze jeugddetentie heft de betalingsverplichting niet op;
  • bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 3)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 19 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door de mededader(s) is betaald, verdachte niet is gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • wijst het gedeelte van de vordering dat ziet op de Samsung Galaxy J5 af;
  • verklaart de benadeelde partij wat betreft het resterende gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat € 9.154,26 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 19 januari 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal aan te vullen met een jeugddetentie voor de duur van 1 dag. De toepassing van deze jeugddetentie heft de betalingsverplichting niet op;
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door de mededader(s) is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
  • bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.R. Creutzberg, voorzitter, tevens kinderrechter, mrs. C.E.M. Nootenboom-Lock en M..E. Falkmann, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.Z. Schoppink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 oktober 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
1.
hij op of omstreeks 2 februari 2018 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, op de openbare weg, te weten de [straatnaam] (ter hoogte van perceelnummer
[nummer] ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag van in totaal ongeveer 20 euro en/of een tas en/of een of meer dozen met daarin (een) pizza('s) en/of een (fiets)sleutel, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] en/of [bedrijf 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben genaderd en/of vervolgens heeft/hebben ingesloten (waardoor die [slachtoffer 2] niet weg kon) en/of
- (vervolgens) een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, op/tegen de (linker)slaap, althans het hoofd, van die [slachtoffer 2] heeft/hebben geplaatst/gezet en/of
- (daarbij) (vervolgens) die [slachtoffer 2] dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "geef geld" en/of "Geef me geld. Ik weet waar je woont" en/of "ik wil meer geld. Ik wil briefgeld", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- de fiets van die [slachtoffer 2] op slot heeft/hebben gezet
en/of
hij op of omstreeks 2 februari 2018 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, op de openbare weg, te weten de [straatnaam] (ter hoogte van perceelnummer [nummer] ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal
ongeveer 20 euro en/of een tas en/of een of meer dozen met daarin (een) pizza('s) en/of een (fiets)sleutel, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten [slachtoffer 2] en/of [bedrijf 2] , welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben genaderd en/of vervolgens heeft/hebben ingesloten (waardoor die [slachtoffer 2] niet weg kon) en/of
- (vervolgens) een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, op/tegen de (linker)slaap, althans het hoofd, van die [slachtoffer 2] heeft/hebben geplaatst/gezet en/of
- (daarbij) (vervolgens) die [slachtoffer 2] dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Geef geld" en/of "Geef me geld. Ik weet waar je woont" en/of "ik wil meer geld. Ik wil briefgeld", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- de fiets van die [slachtoffer 2] op slot heeft/hebben gezet;
2.
hij op of omstreeks 28 januari 2018 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, een portemonnee met inhoud, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer 50
euro en/of tas (met daarin een of meer voedingsmiddelen), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en/of [bedrijf 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte
- een bivakmuts over zijn, verdachtes, hoofd/gezicht heeft getrokken en/of
- een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, in zijn, verdachtes, hand heeft vastgehouden en/of aan die [slachtoffer 1] heeft getoond en/of
- (daarbij) (vervolgens) die [slachtoffer 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "geef mij die bestelling en portemonnee' en/of dat zij niet moest schreeuwen en/of dat hij haar telefoon ook wilde hebben, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] heeft belemmerd/verhinderd om weg te lopen, althans die [slachtoffer 1] heeft tegengehouden en/of de elleboog van zijn, verdachtes, (rechter)arm tegen die [slachtoffer 1] heeft gedrukt/geduwd/gehouden,
en/of
hij op of omstreeks 28 januari 2018 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee met inhoud, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer 50 euro en/of een tas (met daarin een of meer voedingsmiddelen), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of [bedrijf 1] toebehoorde, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte
- een bivakmuts over zijn, verdachtes, hoofd/gezicht heeft getrokken en/of
- een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, in zijn, verdachtes, hand heeft vastgehouden en/of aan die [slachtoffer 1] heeft getoond en/of
- (daarbij) (vervolgens) die [slachtoffer 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "geef mij die bestelling en portemonnee' en/of dat zij niet moest schreeuwen en/of dat hij haar telefoon ook wilde hebben, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] heeft belemmerd/verhinderd om weg te lopen, althans die [slachtoffer 1] heeft tegengehouden en/of de elleboog van zijn, verdachtes, (rechter)arm tegen die [slachtoffer 1] heeft gedrukt/geduwd/gehouden;
3.
hij op of omstreeks 19 januari 2018 te Vleuten, gemeente Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in/uit een woning (gelegen aan de [adres] )
- één of meer mobiele telefoons (Samsung S4, kleur wit en/of Samsung S4, kleur zwart en/of Samsung A3, kleur wit) en/of
- één of meer sieraden en/of
- één of meer horloge(s) en/of
- één of meer parfums en/of
- een tablet (Samsung Tab 4) en/of
- een spaarpot (kleur wit) en/of
- een enveloppe met daarin 1.900 euro, althans een geldbedrag en/of
- een laptop (Medion) en/of
- een huistelefoon en/of
- een portemonnee (met daarin o.a. pasjes op naam van [slachtoffer 3] ) en/of
- een autosleutel (behorend bij een personenauto van het merk Nissan) en/of
- een zaklantaarn,

in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [L] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),

waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of een valse sleutel, te weten een (huis)sleutel behorend bij de woning aan de [adres] te [plaatsnaam] , tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte en/of
zijn mededader(s):
- (nadat hij/zij de woning was/waren binnengedrongen) die [slachtoffer 3] de woonkamer in heeft/hebben geduwd en/of (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezet en/of gehouden en/of
- die [slachtoffer 3] (nadat hij was gesommeerd op de bank te gaan zitten) dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Niet bewegen of ik schiet je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben doorgeladen en (vervolgens) die [slachtoffer 3] dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Waar is geld en waar is goud?", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- de handen en/of voeten van die [slachtoffer 3] met plakband/tape (kleur: zwart) heeft/hebben vastgebonden en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] gezet en/of gehouden en (daarbij) die [slachtoffer 3] heeft/hebben toegevoegd: "Waar goud en geld?" en/of "niet bewegen en blijven zitten", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- met een mobiele telefoon foto's van die [slachtoffer 3] en/of van een foto met daarop zijn, [slachtoffer 3] 's, kinderen heeft/hebben gemaakt en (vervolgens) dreigend die [slachtoffer 3] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Als je binnen 10 minuten de politie gaat bellen, kom ik jou halen en ook jouw kinderen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
en/of
hij op of omstreeks 19 januari 2018 te Vleuten, gemeente Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van
- één of meer mobiele telefoons (Samsung S4, kleur wit en/of Samsung S4, kleur zwart en/of Samsung A3, kleur wit) en/of
- één of meer sieraden en/of
- één of meer horloge(s) en/of
- één of meer parfums en/of
- een tablet (Samsung Tab 4) en/of
- een spaarpot (kleur wit) en/of
- een enveloppe met daarin 1.900 euro, althans een geldbedrag en/of
- een laptop (Medion) en/of
- een huistelefoon en/of
- een portemonnee (met daarin o.a. pasjes op naam van [slachtoffer 3] ) en/of
- een autosleutel (behorend bij een personenauto van het merk Nissan) en/of
- een zaklantaarn,

in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [L] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),

welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- (nadat hij/zij de woning was/waren binnengedrongen) die [slachtoffer 3] de woonkamer in heeft/hebben geduwd en/of (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezet en/of gehouden en/of
- die [slachtoffer 3] (nadat hij was gesommeerd op de bank te gaan zitten) dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Niet bewegen of ik schiet je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben doorgeladen en (vervolgens) die [slachtoffer 3] dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Waar is geld en waar is goud?", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- de handen en/of voeten van die [slachtoffer 3] met plakband/tape (kleur: zwart) heeft/hebben vastgebonden en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] gezet en/of gehouden en (daarbij) die [slachtoffer 3]

heeft/hebben toegevoegd: "Waar goud en geld?" en/of "niet bewegen en blijven zitten", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of

- met een mobiele telefoon foto's van die [slachtoffer 3] en/of van een foto met daarop zijn, [slachtoffer 3] 's, kinderen heeft/hebben gemaakt en (vervolgens) dreigend die [slachtoffer 3] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Als je binnen 10 minuten de politie gaat bellen, kom ik jou halen en ook jouw kinderen" , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 4 mei 2018 ( […] en […] ), opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 001 tot en met 306. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van de zitting van 21 september 2018.
3.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , mede namens [bedrijf 2] , opgemaakt door [M] op 2 februari 2018, p. 97-100.
4.Het proces-verbaal van verhoor aangever, opgemaakt door [F] op 8 februari 2018, p. 104-106.
5.Het proces-verbaal van de zitting van 21 september 2018.
6.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , mede namens [bedrijf 1] , opgemaakt door [K] op 28 januari 2018, p. 24-27.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [D] op 5 februari 2018, p. 31.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [E] op 15 februari 2018, p. 32.
9.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 7 mei 2018 ( […] ), opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 001 tot en met 298. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
10.Het proces-verbaal van de zitting van 21 september 2018.
11.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] , opgemaakt door [F] op 21 januari 2018, p. 50-65.
12.Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [G] op 11 februari 2018, p. 66.