Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
eiseres, hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat M.J.H. Verburg te Roermond,
SOCIALISTISCHE PARTIJ,
gevestigd te Amersfoort,
verweerster, hierna te noemen: SP,
advocaat J.L.A.M. van Os te Tilburg.
1.De procedure
- de procesinleiding
- het verweerschrift
- de spreekaantekeningen van [eiseres]
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 15 maart 2018.
2.De feiten
3.Het geschil en de beoordeling daarvan
“qua toon en strekking verre voldeed aan de normen die daaraan redelijkerwijs gesteld mogen worden”. Opvallend is dat deze door de beroepscommissie genoemde grond voor schorsing niet voorkomt is het oorspronkelijke schorsingsbesluit. In dat besluit staat namelijk alleen dat [eiseres] geschorst wordt vanwege het feit dat zij ten onrechte een ledenvergadering heeft uitgeschreven, terwijl zij wist dat het bestuur van de afdeling aan het verzoek gehoor gaf (zie 2.6.). De beroepscommissie heeft aldus - bij nader inzien - een nieuw argument aan het schorsingsbesluit toegevoegd. Of dit wel of niet is toegestaan kan in het midden blijven. De beroepscommissie had namelijk ook met deze nadere grond in redelijkheid niet tot een ongegrondverklaring van het door [eiseres] ingestelde beroep tegen het schorsingsbesluit kunnen komen. Daartoe wordt overwogen dat de beroepscommissie niet heeft toegelicht waarom de oproepingsbrief verre voldeed aan de normen die daaraan redelijkerwijs gesteld mogen worden. Voor zover zij heeft bedoeld te zeggen dat de in die brief genoemde te behandelen onderwerpen schadelijk zouden kunnen zijn voor de SP, zou ze daar gelijk in kunnen hebben. Maar is het niet altijd zo dat als een groep leden het niet eens is met het bestuur van de vereniging en zij een vergadering uitroepen, de onderwerpen van die vergadering onwelgevallig voor het bestuur (kunnen) zijn? Deze onwelgevalligheid kan in ieder geval geen reden voor schorsing zijn. Datzelfde geldt voor de aankondiging in de oproepingsbrief dat mogelijk een motie van wantrouwen jegens het bestuur wordt ingediend. Hoe vervelend dat ook voor het bestuur kan zijn, uit de statuten volgt nu eenmaal dat (ontevreden) leden een vergadering bijeen mogen roepen en dat zij - als ze dat doen - de (mogelijk) te bespreken onderwerpen moeten noemen. Aan deze statutaire plicht heeft [eiseres] in de oproepingsbrief voldaan. In het licht van dit alles vernietigt de rechtbank ook het besluit van de beroepscommissie.
1.086,00(2 punten × tarief € 543,00)