Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
Uiterlijk binnen anderhalf uur na het moment waarop de verdachte is gevorderd om mee te werken ...., moet van hem bloed worden afgenomen. Na die termijn mag geen bloed meer van hem worden afgenomen en gaat hij vrijuit, tenzij er sprake is van een bijzondere omstandigheid. Een voorbeeld van een dergelijke omstandigheid is de situatie dat de verdachte ernstige verwondingen heeft opgelopen bij een verkeersongeval en een arts oordeelt dat bij hem tijdelijk geen bloed kan worden afgenomen omdat hij zo snel mogelijk moet worden behandeld. Een bijzondere omstandigheid kan ook zijn dat een arts of verpleegkundige buiten zijn toedoen, bijvoorbeeld omdat hij opgeroepen wordt voor het verrichten van een levensreddende handeling, niet op tijd beschikbaar is. Het enkele feit dat een arts of verpleegkundige tegen de met hem door de politie gemaakte afspraken niet aanwezig is om bloed af te nemen, maakt van die omstandigheid echter geen bijzondere omstandigheid. In het geval waarin de bloedafname bij de verdachte meer dan anderhalf uur na aanvang van de hiervoor genoemde termijn heeft plaatsgevonden, is het van belang dat de bijzondere omstandigheid die daaraan ten grondslag heeft gelegen, in het proces-verbaal wordt opgenomen opdat naderhand kan worden getoetst of inderdaad daarvan sprake is geweest.”.
NJ2016/114, ECLI:NL:HR:2015:2502, gekeken worden of een regel ertoe strekt de juistheid te waarborgen van het resultaat van het onderzoek. Met betrekking tot het voorschrift om binnen anderhalf uur bloed bij de verdachte af te nemen heeft naar het oordeel van de politierechter te gelden dat dit geen regel is die ertoe strekt de juistheid van het resultaat van het onderzoek te waarborgen. Ook als buiten de termijn bloed wordt afgenomen is het onderzoek aan dat bloed als zodanig juist en op betrouwbare wijze uitgevoerd. De termijn van anderhalf uur is blijkens de Nota van toelichting in het Besluit opgenomen om te voorkomen dat de concentratie drugs door enkel tijdsverloop zodanig is verminderd dat deze onder de grenswaarde uitkomt. De termijn is dus niet opgenomen om fouten of onvolkomenheden ten nadele van verdachte uit te schakelen of als waarborg die verdachte moet beschermen. Nu geen sprake is van een strikte waarborg moet, zoals hiervoor is overwogen, aan de hand van artikel 359a Sv worden bepaald of er een gevolg dient te worden verbonden aan de termijnoverschrijding.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 september 2018;
- een geschrift, zijnde een Rapport Alcohol en drugs in het verkeer, 23 februari 2018, opgemaakt door dr. [A] , apotheker-toxicoloog (NFI).
5.BEWEZENVERKLARING
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
10.VORDERINGEN TOT TENUITVOERLEGGING
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 14a, 14b, 14c, 23, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en
- 8, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet
12.BESLISSING
geldboetevan
€ 500,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 10 dagen;
proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
ontzegtverdachte wegens het bewezen verklaarde
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
7 maanden;