ECLI:NL:RBMNE:2018:4210
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Objectafbakening en WOZ-waardering van een woning die één geheel vormt met een kantoorruimte
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 31 augustus 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de objectafbakening en de waardering van een woning die samen met een kantoorruimte is gebouwd. Eiser, eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen de WOZ-waarde die door de heffingsambtenaar was vastgesteld op € 880.000,- voor het belastingjaar 2017. Na bezwaar werd deze waarde verlaagd tot € 869.000,-, maar eiser was het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld. De rechtbank oordeelde dat de woning en het kantoor als separate gebouwde eigendommen moeten worden beschouwd, wat betekent dat de woning zelfstandig gewaardeerd kan worden. De rechtbank concludeerde dat de eigendomsconstructie van eiser en zijn B.V. niet zodanig waardedrukkend was dat de woning geen waarde zou hebben. De rechtbank heeft de door de heffingsambtenaar gehanteerde vergelijkingsmethode goedgekeurd en vastgesteld dat de waarde van de woning niet te hoog was vastgesteld, zelfs met inachtneming van de waardedrukkende factoren die eiser had aangevoerd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.