Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
primairArag te veroordelen tot betaling van:
- een transitievergoeding van € 78.781,-- bruto;
- een billijke vergoeding van € 69.250,-- bruto, naast een transitievergoeding, dan wel € 95.510,-- bruto zonder transitievergoeding;
- een smartengeldvergoeding van € 25.000,-- netto, met de verplichting voor Arag tot het verstrekken van een belastinggarantie;
subsidiairArag te veroordelen tot een schadevergoeding van € 95.510,-- bruto te vermeerderen met een smartengeldvergoeding van € 25.000,-- netto, met de verplichting voor Arag tot het verstrekken van een belastinggarantie;
een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
"verjonging"van het team waar [verzoeker] werkzaam was wenselijk achtte. Volgens [verzoeker] maakt zij daarmee verboden onderscheid naar leeftijd (hierna: het discriminatieverbod).
"dat de in art. 7:673 lid 7, aanhef en onder b, BW opgenomen bepaling dat de transitievergoeding niet verschuldigd is indien het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst geschiedt in verband met of na het bereiken door de werknemer van de AOW-leeftijd, niet in strijd is met Richtlijn 2000/78/EG"(hierna: de Richtlijn). De Richtlijn geeft een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PbEG 2000, L 303/16). De Hoge Raad heeft in deze uitspraak overwogen dat hij deze uitsluiting een legitiem doel acht in de zin van artikel 6 lid 1 Richtlijn, en dat deze uitsluiting een passend en noodzakelijk middel is voor de verwezenlijking van dat doel.
"AOW-ontslag"wél maar hem niet een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te bieden onder de mededeling dat zij verjonging van het team wenselijk acht. Arag heeft betwist dat zij dit laatste gezegd heeft. Zij acht de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] wenselijk in het kader van de gewenste doorstroming van haar personeel.
"AOW-ontslag"een nieuwe arbeidsovereenkomst placht aan te bieden, al dan niet op grond van expliciet beleid. [verzoeker] beroept zich in dit verband op een e-mailbericht van de HR-manager van Arag van 17 augustus 2016 waarin staat:
"AOW-ontslag"steeds recht heeft op een nieuwe arbeidsovereenkomst als daarvoor
"ruimte"is. Daarvoor bevat dit e-mailbericht te veel voorbehouden.
- één werknemer heeft mogen doorwerken omdat hij de AOW-leeftijd bereikte kort voordat de pensioenrichtleeftijd werd opgetrokken, om welke reden hij daar niet goed rekening mee heeft kunnen houden;
- één werknemer is op verzoek van Arag nog een aantal maanden blijven werken vanwege zijn positieve en waardevolle inbreng met betrekking tot een bepaald lopend project voor de organisatie; zodra dit project was afgelopen, is het dienstverband afgekocht;
- één werknemer heeft verzocht nog een aantal maanden te mogen doorwerken om hem in staat te stellen zijn 40-jarig jubileum te halen; dit verzoek was aanvankelijk afgewezen maar is later alsnog toegewezen, en wel tot de datum van het jubileum (en naar de kantonrechter begrijpt niet tot de datum van de nieuwe pensioenrichtleeftijd).