Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord van UM
- de producties van de zijde van BON, UM, UT en de Inspectie
- de mondelinge behandeling van 14 juni 2018, waarbij BON haar vorderingen tegen de Inspectie heeft ingetrokken
- de pleitnota’s van BON, UM, UT en de Inspectie.
2.Het geschil en de beoordeling daarvan
overeenkomstig een door het instellingsbestuur vastgestelde gedragscode, merkt de voorzieningenrechter verder op dat uit dit artikelonderdeel niet concreet blijkt aan welke eisen een dergelijke gedragscode dient te voldoen. Zowel UM als UT beschikken over een Gedragscode Voertaal, waarin regels ten aanzien van de te gebruiken voertaal zijn opgenomen. Deze regels hebben onder meer betrekking op de taalvaardigheid van studenten en docenten. De daadwerkelijke keuze voor het Engels als onderwijstaal wordt bij beide universiteiten per opleiding op faculteitsniveau gemaakt en in afzonderlijke documenten onderbouwd. De voorzieningenrechter merkt op dat het thans primair aan de Inspectie is om te beoordelen of de gedragscodes en deze wijze van uitvoering en onderbouwing van UM en UT aan de eisen van artikel 7.2 onder c WHV voldoen, welk onderzoek de Inspectie inmiddels is gestart. Omdat dit onderzoek nog niet is afgerond en de resultaten ervan dus nog niet bekend zijn en zich bovendien uitstrekt over alle universiteiten van Nederland en niet alleen UM en UT, vindt de voorzieningenrechter het niet opportuun om in dit stadium op de resultaten van dit onderzoek en de mogelijk daaraan te verbinden gevolgen vooruit te lopen, door het treffen van een vérstrekkende voorziening zoals het gevorderde verbod. De voorzieningenrechter zal zich daarom onthouden van een beoordeling van de vraag of de inhoud van de gedragscodes van UM en UT voldoen aan artikel 7.2 WHW – voor welke beoordeling BON overigens weinig meer heeft aangereikt dan de stelling dat in de gedragscodes niet van de vereiste noodzaak blijkt – en zal zich beperken tot de vaststelling dat deze gedragscodes er zijn en aan de gemaakte keuzes mede ten grondslag liggen.
980,--