In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil over een revisievergunning voor een tankstation met autowasgelegenheid in Woerden. De vergunninghouder had een omgevingsvergunning aangevraagd voor het exploiteren van een gedeeltelijk onbemand tankstation, inclusief het plaatsen van buiten-betaalautomaten en het legaliseren van gewijzigde reclame. Eisers, omwonenden van het tankstation, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden, waarin de vergunning werd verleend. Ze voerden aan dat de veiligheid voor omwonenden onvoldoende was gewaarborgd en dat er meer hinder van licht, geluid en trillingen zou zijn dan door verweerder werd aangenomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghouder een aantal akoestische onderzoeken heeft uitgevoerd en dat de vergunning is verleend onder voorwaarden die de veiligheid van omwonenden moeten waarborgen. De rechtbank oordeelde dat de ontheffing voor het vervoer van gevaarlijke stoffen de routes voor brandstofleveranciers regelt en dat dit aspect niet ter discussie kan worden gesteld in deze procedure. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de beroepsgronden van eisers met betrekking tot lichthinder, geluids- en trillingshinder niet voldoende onderbouwd waren en dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de vergunning kon worden verleend zonder aanvullende voorwaarden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eisers ongegrond verklaard, waarbij werd opgemerkt dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.