ECLI:NL:RBMNE:2018:2630
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van een rechtspersoon in een hennepkwekerijzaak
Op 12 juni 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen [bedrijfsnaam] B.V., waarbij de rechtbank het ten laste gelegde niet bewezen heeft verklaard en de verdachte vrijgesproken. De zaak betreft de verdenking dat de rechtspersoon in de periode van 19 juli 2014 tot 30 september 2014 te Maarssen, samen met anderen, opzettelijk 415 hennepplanten heeft geteeld en/of aanwezig heeft gehad in een pand. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 29 mei 2018 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. M.H. Hoogendam, en de verdediging, vertegenwoordigd door dhr. [A] en mr. M.C.A. Geerts, hun standpunten naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er goederen in het pand zijn aangetroffen die in verband kunnen worden gebracht met een hennepkwekerij, maar dat er onvoldoende bewijs is dat de rechtspersoon als dader kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft overwogen dat de gedragingen niet passen binnen de normale bedrijfsvoering van [bedrijfsnaam] B.V., die zich richt op de verkoop van scooters en bromfietsen. De enkele aanwezigheid van een hennepkwekerij in het gehuurde pand is niet voldoende om de rechtspersoon als dader aan te merken.
Daarom heeft de rechtbank besloten om de verdachte vrij te spreken van het ten laste gelegde feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting.