Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 mei 2018 in de zaak tussen
Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten Nederland, te 's-Graveland, gemachtigde: mr. W.E.M. Klostermann.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 mei 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een omgevingsvergunning door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren. De vergunning betreft het tijdelijk gebruik van een pad achter landgoed '[landgoed]' voor de duur van tien jaar, in afwijking van het bestemmingsplan, ten behoeve van een moestuin en veldschuur. Eisers, bewoners van de nabijgelegen woningen, hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, omdat zij vrezen voor een toename van verkeer en de daarmee gepaard gaande stof- en lichthinder, alsook een aantasting van hun woon- en leefklimaat.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning is verleend na een zorgvuldig proces, waarbij het college de relevante feiten en omstandigheden in overweging heeft genomen. De rechtbank oordeelt dat de verkeerssituatie niet onevenredig zal veranderen en dat de toename van het verkeer, die gemiddeld acht vervoersbewegingen per dag bedraagt, niet leidt tot onaanvaardbare hinder voor de eisers. De rechtbank heeft ook overwogen dat de omgevingsvergunning niet in strijd is met de rechtszekerheid, ondanks eerdere uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, omdat het college zelfstandig bevoegd is om een omgevingsvergunning te verlenen.
De rechtbank concludeert dat de eisers niet voldoende onderbouwd hebben dat de vergunning in strijd is met de wet of dat er alternatieven zijn die beter zouden zijn. De beroepsgrond van eisers wordt dan ook ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de beslissing in het openbaar uitgesproken en het beroep van eisers ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling.