3.3.[verzoeker] verzoekt de kantonrechter bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
een verklaring voor recht te geven dat [verweeerder] de arbeidsovereenkomst in strijd met artikel 6:671 BW heeft opgezegd;
[verzoeker] binnen 2 weken na de in deze te wijzen beschikking een billijke vergoeding als bedoeld in artikel 7:681 BW toe te kennen ten bedrage van € 60.000,00 bruto en [verweeerder] te veroordelen dit bedrag aan [verzoeker] te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der opeisbarheid tot de voldoening;
[verweeerder] te veroordelen om binnen 2 weken na de in deze te wijzen beschikking aan [verzoeker] de transitievergoeding als bedoeld in artikel 7:673 BW te betalen ten bedrage van € 10.710,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der opeisbaarheid tot de voldoening. Dit indien er op grond van artikel 7:673 lid 4 sub b BW sprake is van opvolgend werkgeverschap zodat de dienstjaren die [verzoeker] bij Completor heeft gewerkt vanaf 1 februari 2011 meegerekend dienen te worden en [verzoeker] ten gevolge daarvan langer dan 2 jaar in dienst is bij [verweeerder] ;
[verweeerder] te veroordelen om aan [verzoeker] te betalen een bedrag gelijk aan het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren, een en ander conform artikel 7:672 lid 10 BW, zulks ten bedrage van het bruto equivalent van € 7.125,97 netto, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag (het bruto equivalent van het nettoloon over de periode 30 november 2017 tot en met 31 januari 2018) vanaf de dag der opeisbaarheid tot de voldoening en te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit op grond van artikel 7:668a lid 2 jo. lid 4 BW;
en indien geen sprake is van opvolgend werkgeverschap ex artikel 7:668a lid 2 BW
5. [verweeerder] te veroordelen tot betaling van een bedrag gelijk aan het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren, een en ander conform artikel 7:672 lid 10 BW, zulks ten bedrage van het bruto equivalent van € 3.643,05 netto, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag (het bruto equivalent van het nettoloon over de periode 30 november 2017 tot en met 31 december 2017) en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der opeisbaarheid tot de voldoening;
6. [verweeerder] te veroordelen om een correcte eindafrekening op te stellen ter zake van uitbetaling vakantietoeslag zoals opgebouwd vanaf 1 juni 2017 tot en met 29 november 2017 en deze aan [verzoeker] te betalen, te weten een bedrag van € 2.040,00 bruto;
7. [verweeerder] te veroordelen om binnen 2 weken na de in deze te wijzen beschikking de door [verzoeker] opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen te betalen, zijnde 36 vakantiedagen (288 uren), te vermeerderen met 8% vakantietoeslag ten bedrage van
€ 7.597,24 bruto;
8. [verweeerder] te veroordelen om binnen 7 dagen na dagtekening van deze beschikking een jaaropgave over 2017 te verstrekken aan [verzoeker] , zulks op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag voor elke dag of gedeelte daarvan dat [verweeerder] in gebreke blijkt om aan deze beschikking te voldoen;
9. [verweeerder] te veroordelen aan [verzoeker] schriftelijke en deugdelijke bruto/netto specificaties te verstrekken waarin de bedragen en betalingen zijn verwerkt, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag voor elke dag of gedeelte daarvan dat [verweeerder] in gebreke blijkt om aan deze beschikking te voldoen;
10. indien en voor zover het concurrentie- en/of relatiebeding geheel of gedeeltelijk in stand blijft, aan [verzoeker] een voorschot op de (billijke) vergoeding ex artikel 7:635 lid 5 BW toe te kennen van € 10.000,00 bruto;
voor het geval de arbeidsovereenkomst wel is geëindigd door het ontslag op staande voet en geen sprake is van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van [verzoeker]
[verweeerder] te veroordelen om binnen 2 weken na de in deze te wijzen beschikking aan [verzoeker] de transitievergoeding als bedoeld in artikel 7:673 lid 7 BW te betalen ten bedrage van € 10.710,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der opeisbaarheid tot de voldoening;
de werking van het concurrentie- en/of relatiebeding in de arbeidsovereenkomst tussen partijen vervallen te verklaren c.q. te vernietigen, dan wel geheel of althans gedeeltelijk te matigen;
indien en voor zover het concurrentie- en/of relatiebeding geheel of gedeeltelijk in stand blijft, aan [verzoeker] een voorschot op de (billijke) vergoeding ex artikel 7:635 lid 5 BW toe te kennen van € 10.000,00 netto en [verweeerder] voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen tot betaling daarvan;
voor het geval de arbeidsovereenkomst wel is geëindigd door het ontslag op staande voet en tevens sprake is van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van [verzoeker]
[verweeerder] op grond van artikel 7:673 BW jo. 7:673 lid 8 BW te veroordelen om binnen 2 weken na de in deze te wijzen beschikking om aan [verzoeker] de transitievergoeding als bedoeld in artikel 7:673 lid 7 BW te betalen ten bedrage van
€ 10.710,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der opeisbaarheid tot de voldoening;
de werking van het concurrentie- en/of relatiebeding in de arbeidsovereenkomst tussen partijen vervallen te verklaren c.q. te vernietigen, dan wel geheel of althans gedeeltelijk te matigen;
indien en voor zover het concurrentie- en/of relatiebeding geheel of gedeeltelijk in stand blijft, aan [verzoeker] een voorschot op de (billijke) vergoeding ex artikel 7:635 lid 5 BW toe te kennen van € 10.000,00 en [verweeerder] voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen tot betaling daarvan.
Verzoek ex 7:686a lid 3 BW