ECLI:NL:RBMNE:2018:1830

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 april 2018
Publicatiedatum
1 mei 2018
Zaaknummer
16/660134-17
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis in strafzaak met schadevergoedingsmaatregel

Op 18 april 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1962. Na de uitspraak is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat in het dictum van het vonnis een kennelijke misslag is opgetreden. De toewijzing van de schadevergoedingsmaatregel aan de benadeelde partij, een slachtoffer, ontbrak in het dictum, terwijl de rechtbank wel had overwogen dat de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 1.185,43 voor toewijzing vatbaar was. De rechtbank heeft besloten het vonnis te herstellen door het dictum aan te vullen met de verplichting voor de verdachte om dit bedrag te betalen, vermeerderd met wettelijke rente en bij niet-betaling aan te vullen met 21 dagen hechtenis.

De rechtbank heeft in haar beslissing verder bepaald dat de verdachte van zijn verplichting tot schadevergoeding is bevrijd als hij de schade op een van de beschreven manieren vergoedt. Het vonnis van 18 april 2018 blijft voor het overige ongewijzigd. De griffier is belast met het hechten van dit herstelvonnis aan het originele vonnis en het ter kennis brengen van de betrokken partijen, waaronder de verdachte, de officier van justitie en de benadeelde partij. Dit herstelvonnis is gewezen door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee rechters.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/660134-17
Herstelvonnis
van het op 18 april 2018 uitgesproken vonnis van de meervoudige kamer
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1962] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] , [woonplaats] .

1.De aanleiding en de beoordeling

Na de uitspraakdatum is de rechtbank gebleken dat in het dictum van het vonnis - ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer] - de toewijzing van de schadevergoedingsmaatregel ontbreekt. In het vonnis is wel de overweging opgenomen dat de rechtbank de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] tot een bedrag van € 1.185,43 voor toewijzing vatbaar acht en tevens een schadevergoedingsmaatregel voor datzelfde bedrag zal opleggen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 augustus 2016 tot aan de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 21 dagen hechtenis.
Er is sprake van een kennelijke misslag, in die zin dat deze beslissing abusievelijk niet in het dictum van het vonnis is vermeld. De rechtbank zal ten behoeve van de executie van die beslissing het vonnis herstellen door verbetering van het dictum, waartoe het onderhavige vonnis strekt.

2.BESLISSING

De rechtbank:
De rechtbank:
- vult het dictum als volgt aan:
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 1.185,43 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 augustus 2016 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 21 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verstaat dat het vonnis van 18 april 2018 voor het overige ongewijzigd blijft;
- bepaalt dat de griffier dit vonnis doet hechten aan het originele vonnis van en dit vonnis ter kennis doet brengen van de verdachte, de raadsvrouw van verdachte, de officier van justitie, de benadeelde partij en de raadsman van de benadeelde partij.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. S.M. van Lieshout, voorzitter, mrs. J.G. van Ommeren en D. Riani el Achhab, rechters, in tegenwoordigheid van A.W. van Wijk, griffier.