ECLI:NL:RBMNE:2018:1830
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Herstelvonnis in strafzaak met schadevergoedingsmaatregel
Op 18 april 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1962. Na de uitspraak is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat in het dictum van het vonnis een kennelijke misslag is opgetreden. De toewijzing van de schadevergoedingsmaatregel aan de benadeelde partij, een slachtoffer, ontbrak in het dictum, terwijl de rechtbank wel had overwogen dat de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 1.185,43 voor toewijzing vatbaar was. De rechtbank heeft besloten het vonnis te herstellen door het dictum aan te vullen met de verplichting voor de verdachte om dit bedrag te betalen, vermeerderd met wettelijke rente en bij niet-betaling aan te vullen met 21 dagen hechtenis.
De rechtbank heeft in haar beslissing verder bepaald dat de verdachte van zijn verplichting tot schadevergoeding is bevrijd als hij de schade op een van de beschreven manieren vergoedt. Het vonnis van 18 april 2018 blijft voor het overige ongewijzigd. De griffier is belast met het hechten van dit herstelvonnis aan het originele vonnis en het ter kennis brengen van de betrokken partijen, waaronder de verdachte, de officier van justitie en de benadeelde partij. Dit herstelvonnis is gewezen door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee rechters.