3.1.[eiseres sub 1/eiseres sub 3] c.s. vordert dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
a. [gedaagde] veroordeelt tot het betalen van een bedrag van € 3.400,00 aan [eiseres sub 1/eiseres sub 3] als wettelijk vertegenwoordiger van [voornaam van minderjarige] , wegens de door [voornaam van minderjarige] geleden immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 december 2013 tot de dag der voldoening;
b. [gedaagde] veroordeelt tot het betalen van een bedrag van € 2.554,27 aan [eiseres sub 1/eiseres sub 3] , wegens de door [eiseres sub 1/eiseres sub 3] als wettelijk vertegenwoordiger van [voornaam van minderjarige] ten behoeve van [voornaam van minderjarige] gemaakte kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 juni 2014 tot de dag der voldoening;
c. [gedaagde] veroordeelt tot het betalen van een bedrag van € 1.000,00 aan [eiseres sub 1/eiseres sub 3] wegens door haar geleden immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 december 2013 tot de dag der voldoening;
d. [gedaagde] veroordeelt tot het betalen van een bedrag van € 250,00 aan [eiser sub 2] wegens door hem geleden immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 23 december 2013;
e. bepaalt dat [gedaagde] op geen enkele wijze, direct noch indirect noch actief en passief, gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 7 oktober 2017, contact zal hebben met [eiseres sub 1/eiseres sub 3] c.s.;
d. bepaalt dat [gedaagde] , na zijn invrijheidstelling, gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 7 oktober 2017, zich niet mag vestigen en niet mag verblijven in de gemeente [woonplaats] ;
g. bepaalt dat de op te leggen verboden en geboden worden gegeven op straffe van een dwangsom van € 500,00 per keer dat [gedaagde] het opgelegde gebod of verbod niet nakomt, althans een zodanige dwangsom als de kantonrechter in goede justitie meent te moeten vaststellen.