Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
geld opgehaald bij haar moeder en haar stiefvader. Het betrof een bedrag van 9600 euro. (…) Het geld zat in enveloppen waar dingen opgeschreven stonden. (…) [slachtoffer 1] het de enveloppen opgehaald bij mijn vrouw. [9]
Deze bedoel ik
[de rechtbank begrijpt: van][woonplaats] ”. Voorts zegt ze in dit gesprek dat ze is opgeroepen en dat ze denkt dat er niet genoeg bewijs is. Ze voegt hieraan toe dat zij en [C] weliswaar zien dat het de verdachte is op de beelden, maar dat ze denkt dat “hun” dat niet zien. Tot slot zegt [getuige 1] dat ze achteraf spijt heeft dat ze niks heeft gezegd, maar dat ze zijn moeder en zusje er niet bij wilde lappen. Op het moment dat dit WhatsApp-gesprek plaatsvindt, is de verdachte nog niet aangehouden en heeft [getuige 1] nog geen belastende verklaring afgelegd bij de politie. In het WhatsApp-gesprek zegt [getuige 1] dat zij is opgeroepen hetgeen overeenstemt met het feit dat zij kort daarna op 6 oktober 2016 als getuige door de politie is gehoord. Hetgeen zij dan verklaart, stemt overeen met hetgeen zij aan [C] via WhatsApp heeft bericht. Bovendien bevat haar verklaring informatie die op dat moment ook bij de politie nog niet bekend was, te weten dat op de enveloppen die waren weggenomen teksten stonden die de herkomst van het geld omschreven. Aangeefster verklaart dat op één van de enveloppen inderdaad iets in de trant van “Tablet” of ‘Teruggave tablet” stond geschreven en daar naar gevraagd verklaarde [getuige 1] dat zij een tablet een iPad noemt. Ook doet de politie onderzoek naar de herkomst van de tip. Aangeefster heeft verklaard dat de daders wisten dat zij enveloppen met geld bewaarde in haar woning, omdat de daders daar expliciet naar vroegen. Al in een vroeg stadium was bekend dat de kring van personen die kennis had van het geld in de enveloppen in het huis van aangeefster niet heel groot was. Twee van hen, de ex-man van aangeefster, [getuige 3] , en zijn vrouw [getuige 4] , tevens de zus van verdachte – zijn hierover door de politie al vroeg in het onderzoek gehoord. Zij hebben toen verklaard dat zij weet hadden van het geld in de enveloppen, maar dat zij niemand hebben getipt over de aanwezigheid van het geld in de woning van aangeefster. Naar aanleiding van de uitlating van [getuige 1] dat de zus van de verdachte de tipgeefster is geweest, onderzoekt de politie op 30 augustus 2016 de telefoon van [getuige 3] . Op deze telefoon wordt een WhatsApp-gesprek tussen [getuige 3] en [getuige 4] aangetroffen van 3 augustus 2015, welk gesprek dus vier dagen na de overval plaatsvond. In dit gesprek geeft [getuige 4] aan dat haar broer (“ [verdachte] ”) haar bedreigt en dat haar broer zegt dat zij de “tipgevers zijn terwijl hij wat heeft opgevangen en is gegaan”. De rechtbank leidt uit het moment van deze Whatsapp-gesprekken, zo kort na de overval, en uit de omstandigheid dat de daders van de overval weet hadden van de aanwezigheid van enveloppen met geld, af dat dit Whatsapp-gesprek is gevoerd naar aanleiding van de overval en niet – zoals verdachte ter terechtzitting heeft verklaard – over een conflict over sieraden tussen hem en zijn zus [getuige 4] jaren eerder.
[de rechtbank begrijpt: jongen]goed. Zijn naam is [bijnaam] .” [57] Ook ontvangt [getuige 5] berichten van een persoon waarin deze persoon aangeeft [bijnaam] op de beelden te herkennen. [58] Tot slot verklaart de getuige [getuige 6] dat [naam] de lange man met de zwarte jas op de beelden had herkend. [59]
5.BEWEZENVERKLARING
[slachtoffer 1]en haar (zesjarig) zoontje, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en zijn mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
hebbenverschaft of het weg te nemen goed onder
hunbereik
hebbengebracht door middel van een vals kostuum, te weten gekleed gaande als postbezorger, welk
[slachtoffer 1]zijn binnengedrongen en
[slachtoffer 1]de keuken hebben ingeduwd en
[slachtoffer 1]op een stoel hebben gezet en
[slachtoffer 1]met tape hebben vastgebonden en
[slachtoffer 1]hebben gezegd
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BESLAG
10.BENADEELDE PARTIJ
- iPhone en beschermhoes (€ 303,20 + € 16,00);
- alarm en imitatie beveiligingscamera (€ 9,36);
- medische kosten (€ 15,26 + € 25,50);
- reiskosten (€5,54 + € 2,99);
- immateriële schade (€ 2.500,-)
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
gevangenisstraf van 5 jaren.
vordering van [slachtoffer 1]toe tot een bedrag van
€ 13.107,85;
hoofdelijktot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2015 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;