Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
gehoorbeperking – een werkplek te geven aan de zijkant van de kantoortuin. In de loop van 2016 bleek deze plek in de kantoortuin een te drukke werkplek te zijn voor haar. Op 20 september 2016 heeft [verweerster] een brief van de Arbo-arts overhandigd aan [leidinggevende 1] waarin staat dat het vanwege haar gehoorbeperking “raadzaam is om het werken in een geluidsbelastende omgeving te beperken tot de hoogst noodzakelijke momenten.” [leidinggevende 1] was niet bekend met dit advies van de Arbo-arts. Partijen hebben overleg met elkaar gehad over de vraag hoe [verweerster] hierin tegemoet kan worden gekomen en in november 2016 is besloten dat [verweerster] in een van de concentratieruimtes op de afdeling kon gaan werken. Dit bleek prettig te zijn voor [verweerster] , maar ook bleek dat het niet altijd wenselijk was dat zij op die manier niet direct aanspreekbaar was. Daarom werd aan [verweerster] soms gevraagd of zij toch in de kantoortuin wilde gaan zitten. Partijen verschillen van mening over de frequentie waarin dit voorkwam. Volgens Rabobank was dit slechts incidenteel en volgens [verweerster] werd haar dit met enige regelmaat vriendelijk doch dringend verzocht.
aangegaan – gaat de kantonrechter bij de berekening van de transitievergoeding uit van een dienstverband van 11 jaar en 9 maanden, hetgeen neerkomt op 23 volle perioden van zes maanden. De transitievergoeding bedraagt dan ook (20 x 1/2 van € 3.828,53) en (3 x 1/6 van € 3.828,53) is € 40.199,57. De kantonrechter zal de transitievergoeding vaststellen op dit bedrag.