Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
(ECLI:NL:HR:2004:AQ0950).In dat geval is wel van belang dat sprake is van “enige voor het plegen van ontucht met die minderjarige relevante interactie tussen de verdachte en die minderjarige”.
datmoment sprake was van enige vereiste interactie (via communicatiemiddelen) tussen verdachte en [slachtoffer] . Gelet op deze omstandigheden is er naar het oordeel van de rechtbank dan geen sprake van het plegen van ontuchtige handelingen
metiemand, zodat verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.VORDERING TENUITVOERLEGGING
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstraf van 4 (vier) maanden;
2 (twee) maanden,van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;