Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.De verzoeken
4.De beoordeling
het verzoek van [verzoeker]
JAR 2000/45( [naam] /Hema)).
'ook wel aanvoelde dat hij in dit geval wellicht een beetje té voortvarend had gehandeld'.Hij vroeg daarom
'voor de zekerheid directeur [C] van BMN of [verzoeker] via zijn eigen bv Microtopping kon leveren op het moment dat het bij BMN nog niet leverbaar was'. [verzoeker] voegt in zijn verzoekschrift hieraan toe:
'Let wel, toen had [verzoeker] zijn noodoplossing al in de praktijk gebracht'. [verzoeker] stelt dat hij ervan uitging dat [C] zijn handelen uiteindelijk wel goed zou hebben gevonden. [verzoeker] vervolgt:
'Tot zijn grote schrik was [C] niet akkoord met het idee van [verzoeker] . Aangezien de noodoplossing al was uitgevoerd en gedane zaken geen keer nemen, heeft [verzoeker] niet aangegeven dat hij dit al in gang had gezet. (…) Uiteraard heeft [verzoeker] na dat gesprek met [C] geen emmer Microtopping meer geleverd (…)'. Aldus [verzoeker] in (randnummers 38 en 39 van) zijn verzoekschrift.