6.2Onverminderd het gestelde in voorschrift 6.1 is het maximale geluidsniveau (LAmax), voor zover deze een gevolg zijn van de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede van de in de inrichting verrichte werkzaamheden en de daarin plaatsvindende activiteiten, ter plaatse van de in voorschrift 6.1 genoemde locaties, niet groter dan:
- 51 dB(A) tussen 7.00 uur en 19.00 uur (dagperiode);
- 51 dB(A) tussen 19.00 uur en 23.00 uur (avondperiode);
- 40 dB(A) tussen 23.00 uur en 7.00 uur (nachtperiode).”.
Verder is als voorschrift 10 opgenomen dat in de inrichting ten hoogste 20 honden en hun pups aanwezig zijn.
4. Naar aanleiding van een klacht over geluidsoverlast heeft verweerder op 14 februari 2017 een onderzoek uitgevoerd naar de geluidsbelasting op de gevel van een nabijgelegen woning, veroorzaakt door het blaffen van honden afkomstig van [naam] . Op die dag zijn tussen 8.36 uur en 22.00 uur geluidsmetingen uitgevoerd op de betreffende gevel. Uit het op grond van dat onderzoek opgemaakte rapport van februari 2017 blijkt, dat 68 maal het gemeten maximale geluidsniveau Lmax gelijk of hoger was dan 60 dB(A). Op 6 april 2017 heeft er op het perceel een hercontrole plaatsgevonden, waarbij onder meer is geconstateerd dat er op het perceel 68 honden en 2 nesten met pups aanwezig waren.
5. Verweerder heeft vervolgens bij brief van 3 mei 2017 aan verzoekster meegedeeld voornemens te zijn haar aan te schrijven om de overtreding van het Activiteitenbesluit en de omgevingsvergunning te beëindigen, in die zin dat zij er zorg voor dient te dragen dat de door haar inrichting veroorzaakte geluidsbelasting niet meer bedraagt dan de toegestane geluidsbelasting, zulks op straffe van een dwangsom. Verzoekster is daarbij in de gelegenheid gesteld haar zienswijze kenbaar te maken, van welke gelegenheid zij gebruik heeft gemaakt. Verweerder heeft vervolgens het besluit van 22 juni 2017 genomen, zoals hiervoor is weergegeven onder Procesverloop.
6. Artikel 2.16b van het Activiteitenbesluit bepaalt dat afdeling 2.8 Geluidhinder van toepassing is op degene die een inrichting type A of een inrichting type B drijft.
Ingevolge artikel 2.17, eerste lid en onder a, van het Activiteitenbesluit geldt voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Lar,lt) en het maximaal geluidsniveau Lamax veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, dat de niveaus op de in tabel 2.17a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden.
Ingevolge artikel 2.20, eerste lid, van het Activiteitenbesluit kan het bevoegd gezag, in afwijking van de waarden, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 dan wel 6.2 bij maatwerkvoorschrift andere waarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Lar,lt) en het maximaal geluidsniveau (Lamax) vaststellen.
Ingevolge artikel 6.1, eerste lid, van het Activiteitenbesluit worden voor inrichtingen waarvoor onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van het van toepassing worden van dit besluit of een deel daarvan op een activiteit in die inrichtingen, een vergunning op grond van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer dan wel een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking en onherroepelijk was, de voorschriften van die vergunning gedurende drie jaar na het van toepassing worden van dit besluit of een deel daarvan op een activiteit in die inrichtingen, aangemerkt als maatwerkvoorschriften, mits de voorschriften van die vergunning vallen binnen de bevoegdheid van het bevoegd gezag tot het stellen van maatwerkvoorschriften en voor zover dit besluit op de inrichting van toepassing is.
7. In de omgevingsvergunning van 9 maart 2012 zijn onder meer de (maatwerk)voorschriften opgenomen, zoals die hiervoor onder overweging 3 zijn opgenomen. Tegen de verleende omgevingsvergunning van 9 maart 2012 zijn geen rechtsmiddelen aangewend, zodat dit besluit in rechte onaantastbaar is geworden.