Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
- zich niet ophoudt op het perceel, met bebouwing, gelegen aan het adres [adres] te [woonplaats] , behoudens het ter plaatse geldende recht van overpad;
- zich onthoudt van contact, direct dan wel indirect, met [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] , hun kinderen, alsmede [A] .
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstrafvan
3 maanden;
- legt aan verdachte op de
- beveelt dat verdachte
- zich niet ophoudt op het perceel, met bebouwing, gelegen aan het adres [adres] te [woonplaats] , behoudens het ter plaatse geldende recht van overpad,
- zich onthoudt van contact, direct dan wel indirect, met [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] , hun kinderen, alsmede [A] ;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 3] toe tot een bedrag van € 1.965,57;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde partij 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2015 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 3] aan de Staat € 1.965,57 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2015 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 29 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 2] toe tot een bedrag van € 2.141,18;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde partij 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag van € 391,33 vanaf 1 oktober 2015 en over het bedrag van € 1.749,85 vanaf 31 maart 2016, tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 2] aan de Staat € 2.141,18 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag van € 391,33 vanaf 1 oktober 2015 en over het bedrag van € 1.749,85 vanaf 31 maart 2016, tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 31 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.