Het oordeel van de rechtbank
vrijspraak feiten 3 en 4
De rechtbank overweegt dat verdachte niet strafrechtelijke verantwoordelijk kan worden gehouden voor de aanwezigheid van de hennepstekkerij en van (de poging tot) het terugdraaien van de elektriciteitsmeter. Haar aanwezigheid in de woning op 27 januari 2015 en de omstandigheid dat verdachte de gebruikster van de bij de woning aangetroffen Audi A3 was, is daarvoor onvoldoende. Het ten laste gelegde kan op grond van het vorenstaande niet worden bewezen.
De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van het onder 3 en 4 ten laste gelegde.
Naar aanleiding van een melding wateroverlast gingen op 8 februari 2012 verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] ter plaatse op de [adres] te [woonplaats] . Zij zagen het water uit de voorgevel naar buiten komen, zagen dat er uit de luifel voor de voordeur water stroomde en hoorden in de woning water stromen. Omdat er geen contact kon worden gemaakt met de bewoner van de woning, sloegen verbalisanten een ruitje van de voordeur in en betraden zij de woning. Bij de zoektocht naar de herkomst van de wateroverlast, zagen zij dat de eerste verdieping van de woning geheel was ingericht voor de teelt van hennepplanten.
De ruimten 1, 2 en 3 (slaapkamer 1, 2 en 3, 1ste verdieping) waren volledig lichtdicht gemaakt en waren ingericht voor de kweek van hennepplanten. In de kweekruimten hingen assimilatielampen en de hennepplanten werden door middel van een irrigatiesysteem van een vloeistof voorzien. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie. In de ruimten werden respectievelijk 198, 120 en 80 hennepplanten aangetroffen.
In ruimte 4 (kleine slaapkamer, 1ste verdieping) werden aangetroffen: gebruikte droogrekken met hennepresten, 7 gebruikte knipschaartjes, jerrycans met groeimiddel voor de kweek van hennepplanten.
De cannabistest van bemonstering van enkele hennepplanten gaf een positieve reactie, indicatief voor hennep of THC, zijnde een werkzame stof vermeld op lijst II van de Opiumwet.
Op 9 februari 2012 is namens Stedin Netbeheer B.V. (hierna: Stedin) aangifte gedaan van diefstal van energie al dan niet door middel van braak of verbreking.
Bij controle van de netcomponenten van Stedin en de elektrische installatie in de meterkast, zag de fraudespecialist van Stedin dat er aan de bovenzijde van de hoofdzekeringen 4 elektriciteitsdraden waren bijgeplaatst en aangesloten. Deze elektriciteitsdraden zaten aangesloten voor de elektriciteitsmeter zodat alle elektriciteit die via deze elektriciteitsdraden werd afgenomen niet door de elektriciteitsmeter werd geregistreerd. Bij het volgen van de elektriciteitsdraden zag de fraudespecialist van Stedin dat deze uitkwamen in een onderverdeelinrichting van elektriciteit van waaruit de aanwezige hennepkwekerijen onbemeten van elektriciteit werden voorzien.
Verdachte heeft bij haar verhoor op 8 februari 2012 verklaard dat de hennepkwekerij van haar was, dat zij de eigenaar was.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat zij in de woning woonde, dat zij de enige huurder was, dat zij na de zomer van 2011 in de financiële problemen was gekomen en dat zij toen via een vriendin iemand had leren kennen, te weten [voornaam] . Deze [voornaam] deed haar het aanbod om een hennepkwekerij in de woning te bouwen en de winst uit de kwekerij te delen. [voornaam] is in september 2011 de kwekerij gaan bouwen, de bouw van de kwekerij heeft 3 weken in beslag genomen en alle investeringen voor de bouw werden door [voornaam] betaald. De winst zou worden gedeeld tussen [voornaam] en verdachte, na aftrek van de investeringen. Er was een computer die het water regelde en verdachte leerde van [voornaam] de dagelijkse dingen, zoals het bijvullen van het water. Verdachte heeft voorts verklaard dat eind september 2011 de eerste hennepplanten werden neergezet en dat zij na de eerste oogst € 15.000,00 à € 16.000,00 kreeg. De tweede oogst was bijna klaar, aldus verdachte, toen op 8 februari 2012 de hennepkwekerij werd ontdekt.
Ten aanzien van de stroomvoorziening heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat [voornaam] tegen haar had gezegd dat de elektriciteit voor de hennepkwekerij buiten de meter om moest worden getapt en dat Stedin niets mocht weten van die omleiding.