ECLI:NL:RBMNE:2017:2486

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 april 2017
Publicatiedatum
19 mei 2017
Zaaknummer
16/501104-05
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en voorwaarden voor beëindiging van dwangverpleging

Op 6 april 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zitting houdende in Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die in 2007 ter beschikking was gesteld na een poging tot doodslag. De officier van justitie had gevorderd de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen en de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd, na het horen van de betrokkene, zijn advocaat en deskundigen. De deskundigen concludeerden dat er nog steeds sprake is van een stoornis en dat het recidiverisico aanwezig blijft, maar dat de betrokkene significante vooruitgang heeft geboekt in zijn behandeling en leven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene behoefte heeft aan structuur en begeleiding, en dat hij in staat is om in een zelfstandige woning te wonen met de juiste ondersteuning. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd en de dwangverpleging onder voorwaarden beëindigd, waarbij de betrokkene zich moet houden aan diverse afspraken en voorwaarden die zijn opgesteld door de reclassering en de behandelende instellingen. De beslissing is genomen in het belang van de algemene veiligheid van personen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/501104-05
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling van 6 april 2017
In de zaak van de officier van justitie tegen
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] , op [1970] ,
verblijvende in [naam] , feitelijk verblijvende te [locatie] , [woonplaats] ,
verder te noemen: betrokkene
advocaat mr. L. Blomberg-Lübbers te Leeuwarden
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd.
Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het arrest van het Gerechtshof Amsterdam, zittinghoudende te Arnhem van 3 januari 2007 waarbij de betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 21 april 2007;
  • de beslissing van deze rechtbank van 15 april 2016, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor het laatst is verlengd met een jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 14 maart 2017, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van 3 februari 2017, opgemaakt door J. Hardoar (regiebehandelaar / GZ-psycholoog) en B.T. Takkenkamp (Psychiater)
inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar en de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen;
- het Pro Justitia-rapport van 20 maart 2017, opgemaakt door C.A.J. Veldman, psychiater;
- het Pro Justitia-rapport van 15 maart 2017, opgemaakt door A.E. Haan, psycholoog;
  • het reclasseringsadvies van 8 maart 2017, opgemaakt door B. Venema, reclasseringswerker;
  • de voortgangsverslagen over de periode 30 april 2016 tot en met 30 december 2016.

2.De procesgang

Tijdens het onderzoek ter zitting op 6 april 2017 is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn advocaat.
Voorts zijn de deskundigen J. Hardoar, werkzaam bij [naam] en B. Venema, werkzaam bij Tactus, gehoord.

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het rapport en het advies van de inrichting toegelicht.
Er is bij betrokkene nog altijd sprake van een stoornis en ook is het recidiverisico nog aanwezig.
De deskundige heeft ter zitting het volgende aangevoerd.
Het gaat goed met betrokkene, er zijn nu eigenlijk geen momenten meer waarop hij heel boos is. Betrokkene zal altijd een goede structuur en begeleiding nodig hebben.
Er is toestemming zodat betrokkene in een zelfstandige woning kan gaan wonen. De kanttekening is dat wij alert moeten zijn op eenzaamheid bij betrokkene.
Op dit moment is [naam] al veel meer op de achtergrond getreden en ligt de begeleiding veel meer bij Tactus Reclassering.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaar en de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen.

4.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het rapport en het advies van de reclassering toegelicht.
De deskundige heeft ter zitting het volgende aangevoerd.
Betrokkene heeft eerder aangegeven dat hij last heeft van eenzaamheid. Daarom zijn wij bezig met een maatjesproject, maar voor betrokkene is nog geen match gevonden. Dat heeft tijd nodig. Betrokkene zoekt nu ook zelf zijn eigen contacten op en dat gaat redelijk goed.
Binnenkort zal er een zelfstandige woning voor betrokkene beschikbaar komen. De reclassering zal hem daar dan bij begeleiden. Als hij zich daar toch niet prettig bij voelt, heeft hij ook de keuze om in [naam] te blijven.
Betrokkene heeft laten zien dat hij medicatietrouw is. Daarom is gekozen dit niet als voorwaarde voor de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging op te nemen. Als betrokkene zijn medicatie niet neemt, dan zal hij meteen ontregelen en zijn de nu geformuleerde voorwaarden voldoende om op terug te vallen.
Het advies luidt de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen onder de voorwaarden zoals genoemd in het reclasseringsadvies.

5.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen

De deskundigen concluderen dat er bij betrokkene nog altijd sprake is van een stoornis. Zij achten het recidiverisico op delictgedrag bij een beëindiging van de terbeschikkingstelling nog zeker aanwezig. Bij beëindiging van de terbeschikkingstelling zal betrokkene zijn levensomstandigheden niet op eigen kracht kunnen handhaven en dreigt verlies van stabiliteit op de verschillende levensterreinen. In die omstandigheden zullen de frustraties sterk toe kunnen nemen en zal betrokkene opnieuw kunnen worden aangetrokken tot alcohol of cocaïne. Door gebruik van alcohol en cocaïne kan betrokkene de beheersing over zijn gedrag verliezen en zal de kans op herhaling van geweldsdelicten op middellange en lange termijn toenemen tot matig en hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaar en de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen.

6.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gehandhaafd. Ter zitting heeft zij echter gevorderd de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen. De officier van justitie heeft ter zitting het volgende daarover aangevoerd.
Betrokkene heeft in de jaren na 2014 een grote groei doorgemaakt. Het lijkt nu alsof betrokkene zijn leven best goed op orde heeft en dat daar een stijgende lijn in zit. Het is nu zaak om dit verder te stabiliseren en rustig de handrem los te laten. Daarom dient de maatregel verlengd te worden met 2 jaren. Wel kan de dwangverpleging worden beëindigd onder de voorwaarden zoals opgenomen in het reclasseringsadvies.

7.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich vinden in de vordering van de officier van justitie.
De raadsvrouw heeft ter zitting nog het volgende aangevoerd.
Betrokkene heeft een hele moeilijke tijd gehad toen hij verbleef in [naam] . In 2013 waren er allerlei incidenten, alles verliep moeizaam en er was sprake van verbale agressie. Uiteindelijk is betrokkene terecht gekomen in [woonplaats] en vanaf toen is alles omgedraaid. Er is geen sprake meer van verslavingen en betrokkene voelt zich gelukkig in [woonplaats] . De afgelopen drie jaar heeft betrokkene hele grote stappen gezet, het gaat nu heel goed met hem en deze ommekeer heeft hij vooral aan zichzelf te danken. Betrokkene heeft op dit moment werk buiten de kliniek. Daar gaat hij met de fiets naartoe. Hij heeft dagelijkse bezigheden en dat is belangrijk om weer terug te keren in de maatschappij. Het is dan ook een mooi moment om te zeggen dat de dwangverpleging voorwaardelijk kan worden beëindigd. Ten aanzien van de gevorderde verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar heeft de raadsvrouw zich gerefereerd.

8.Beoordeling

Indexdelict
De betrokkene is bij arrest van 3 januari 2007 veroordeeld voor poging tot doodslag.
Stoornis en recidivegevaar
Uit de advisering van de kliniek blijkt dat er nog altijd sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten een licht verstandelijke beperking en narcistische en antisociale persoonlijkheidskenmerken.
Het recidivegevaar wordt, bij het wegvallen van de begeleiding en controle, op de korte termijn als matig en op de middellange en lange termijn als matig tot hoog ingeschat. Als betrokkene bij beëindiging van de maatregel in de maatschappij zou terugkeren, dan is er naar verwachting te weinig structuur en zullen er te veel destabiliserende factoren aanwezig zijn.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van deze advisering te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op de advisering en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Uit de rapportages komt naar voren dat betrokkene een sterke behoefte heeft aan structuur en duidelijkheid en dat hij moeilijk kan omgaan met wijzigingen in zijn programma of zaken die anders gaan dan verwacht. Betrokkene leert beter signalen van opkomende boosheid te herkennen. De medicatie reguleert zijn stemming. De afgelopen maanden is er geen sprake van delictgerelateerd gedrag. Betrokkene is vanwege zijn verstandelijke beperking en lage sociaal emotionele ontwikkelingsniveau blijvend aangewezen op professionele begeleiding.
Betrokkene heeft inmiddels een jaar proefverlof. De komende periode zal gebruikt worden om toe te werken naar een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling. Met de reclassering samen is onderzocht of op langere termijn meer zelfstandig wonen met ambulante ondersteuning mogelijk en verantwoord is. Betrokkene is aangemeld voor een woning van de woningstichting voor bijzondere doelgroepen en komt hiervoor mogelijk op korte termijn in aanmerking. Betrokkene heeft echter ook de keuze om in Nieuwstad te blijven wonen.
De rechtbank zal, gelet op het bovenstaande, de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengen en de dwangverpleging onder de hieronder te noemen voorwaarden beëindigen.
De rechtbank merkt op dat betrokkene zich bereid heeft verklaard alle hem opgelegde voorwaarden in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege na te leven.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d, 38e en 38g van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
De verpleging van overheidswege wordt met ingang van heden onder de volgende voorwaarden beëindigd:
  • Betrokkene maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
  • Betrokkene begeeft zich niet zonder toestemming buiten de Europese landgrenzen van Nederland. Betrokkene overlegt hierover vooraf met de reclassering. Het Openbaar Ministerie (OM) / FPC beslist;
  • Betrokkene verleent medewerking aan het verstrekken van een actuele foto aan de reclassering ten behoeve van eventuele opsporing;
  • Betrokkene werkt mee aan Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) en, indien de reclassering dit nodig acht, werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) van maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
  • Betrokkene houdt zich aan de meldplichtafspraken met Tactus reclassering en werkt mee aan reguliere huisbezoeken door de reclassering;
  • Betrokkene accepteert en werkt mee aan het begeleidings- en/of behandelaanbod van [naam] . Hieronder valt begeleiding omtrent middelen- en delictpreventie, familie en relaties, sociale contacten, dagbesteding en vrije tijd, huisvesting en financiën;
  • Betrokkene accepteert de regels en afspraken over verlof binnen zijn verblijf in [naam] , locatie [locatie] en of ambulante begeleid wonen;
  • Betrokkene geeft openheid over sociale en/of relationele contacten en werkt mee aan begeleiding met betrekking tot dergelijke contacten indien Tactus Reclassering en [naam] dit nodig achten. Ook als dat betekent dat er contact plaatsvindt tussen Tactus Reclassering en betrokkenes moeder;
  • Betrokkene is woonachtig bij [naam] , locatie [locatie] en zal niet van woonadres veranderen zonder toestemming van Tactus Reclassering en [naam] ;
  • Betrokkene gebruikt geen verdovende middelen en/of alcohol. In geval van een terugval in middelengebruik zal met alle betrokken partijen overleg volgen om mogelijke consequenties af te stemmen. Een kamercontrole behoort dan tot de mogelijkheden;
  • Betrokkene zal, indien geïndiceerd, meewerken aan urinecontroles en/of blaasproeven in verband met middelen- en alcoholgebruik met een frequentie die [naam] en Tactus Reclassering passend vinden. Deze controles zullen onderdeel uitmaken van de begeleiding ten behoeve van terugvalpreventie. Indien er vermoedens zijn van regelmatig alcoholgebruik dat niet naar voren komt middels blaas- of urinecontroles, dan kan een CDT-bepaling middels bloedafname ingezet worden;
  • Betrokkene heeft een door Tactus Reclassering en [naam] goedgekeurde dagbesteding en deze zal niet veranderen zonder toestemming van Tactus Reclassering en [naam] ;
  • Betrokkene geeft Tactus Reclassering toestemming om overleg te voeren met alle trajectrelevante instellingen en personen. Daartoe kan een drie partijenovereenkomst opgesteld worden;
  • Betrokkene werkt mee aan een kennismakingsgesprek met de wijkagent.
Deze beslissing is gegeven door mr. G. Perrick, voorzitter, mrs. E.H.M. Druijf en S.B. Smit-Colenbrander, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S. Passchier en is uitgesproken ter openbare zitting van 6 april 2017.
Mr. G. Perrick is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.