ECLI:NL:RBMNE:2017:2152
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van een man uit IJsselstein voor deelname aan een criminele organisatie en witwassen
Op 26 april 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een 49-jarige man uit IJsselstein veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf. De man was betrokken bij een criminele organisatie die zich bezighield met ondergronds bankieren, waarbij in totaal 8 tot 9 miljoen euro was betrokken. De hoofdverdachte heeft grote geldbedragen overgedragen aan onbekende personen, en zijn zwager en vrouw hebben hem daarbij geholpen. De rechtbank veroordeelt de zwager tot 3 maanden gevangenisstraf en de vrouw tot een taakstraf van 180 uur, maar spreekt hen vrij van deelname aan de criminele organisatie.
In het politieonderzoek is geen direct bewijs gevonden voor de criminele herkomst van de geldbedragen. De rechtbank oordeelt dat geld uit ondergronds bankieren niet per definitie van een misdrijf afkomstig hoeft te zijn. Daarom spreekt de rechtbank alle verdachten vrij van witwassen, omdat niet kan worden vastgesteld dat het geld uit een misdrijf afkomstig is. Een 27-jarige man is ook vrijgesproken van betrokkenheid bij ondergronds bankieren wegens gebrek aan bewijs.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op basis van de zittingen van 14 september 2016, 9 november 2016, 5 april 2017 en 12 april 2017. De officier van justitie heeft vrijspraak bepleit voor het ondergronds bankieren, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit voor zowel het witwassen als het ondergronds bankieren. De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is voor beide tenlasteleggingen en heeft de verdachte vrijgesproken.