Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
GEMEENTE DRONTEN,
zetelend te Dronten,
eiseres, hierna ook te noemen: de gemeente,
gemachtigde mr. W.E.M. Klostermann,
STICHTING SPORTBEDRIJF DRONTEN,
gevestigd te Dronten,
gedaagde, hierna ook te noemen: de stichting,
gemachtigde mr. H. van der Laan.
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 december 2016
- de akte van de gemeente met stukken voor de comparitie
- de akte van de stichting met stukken voor de comparitie
- het proces-verbaal van comparitie van 27 februari 2017 met aangehecht de pleitnota van mr. Van der Laan
- de brief namens de stichting met aanvullingen en commentaar op het proces-verbaal van 6 maart 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
gekapitaliseerde besparingvan de gemeente omdat het onderhoud van het door haar onderhouden en aan ASV Dronten in gebruik gegeven natuurgrasveld zou vervallen indien de stichting een kunstgrasveld zou aanleggen en onderhouden, als (eenmalige) subsidie aan ASV Dronten ter beschikking te stellen.
De Belastingdienst stelde zich op het standpunt dat de stichting geen omzetbelasting in aftrek kan brengen omdat sprake is van een fiscale eenheid omzetbelasting tussen de stichting en ASV Dronten, dan wel dat sprake is van een feitencomplex dat moet worden aangemerkt als misbruik van recht (naar de kantonrechter begrijpt: omdat de constructie met de stichting tussen de gemeente als grondeigenaar en ASV Dronten als gebruiker van het kunstgrasveld alleen is bedacht om de omzetbelasting te kunnen aftrekken en daarmee het kunstgrasveld goedkoper te maken voor ASV Dronten).
Het toenmalige bestuur van de stichting is afgetreden en er is een opvolgend bestuurder aangetreden, die over dit fiscale geschil op 24 april 2015 een vaststellingsovereenkomst heeft gesloten met de Belastingdienst.
uit te betalen aan ASV Dronten, en dat de stichting niet aangemerkt kan worden als btw-ondernemer (zodat verdere aftrek van omzetbelasting wegens de aanleg en aftrek van omzetbelasting in verband met de exploitatie en het onderhoud niet mogelijk is). Verder is daarin opgenomen dat de stichting middels een activa/passivatransactie
wenst‘op te gaan’ in ASV Dronten, welke overgang niet leidt tot belastingheffing mits de overdracht (activa/passiva) plaatsvindt tegen de ‘huidige’ fiscale boekwaarden en er evenmin eventuele verliezen overgaan naar ASV Dronten.
Of 75% van de in rekening gebrachte omzetbelasting is uitbetaald aan ASV Dronten, is in deze procedure niet besproken.
a. indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten;
b. indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten;
c. indien de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden.
In het tweede lid van dat artikel is bepaald dat vernietiging wegens dwaling niet kan worden gegrond op een dwaling die een uitsluitend toekomstige omstandigheid betreft of die in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van de dwalende behoort te blijven.
wens van de stichting tot overdracht aan ASV Dronten. Voor zover ASV Dronten medewerking zou weigeren, zoals door de stichting is gesuggereerd maar niet onderbouwd, komt dat overigens voor risico van de stichting en niet van de gemeente, want de stichting heeft de vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst gesloten.
Namens de gemeente is gesteld dat ASV Dronten een kunstgrasveld wilde en dat de gemeente dat niet nodig vond, maar wel bereid was mee te werken aan de wens van ASV Dronten en de stichting. Uitdrukkelijk is ontkend dat de gemeente de constructie met de stichting heeft bedacht of voorgesteld; de fiscale constructie is volgens de gemeente gewenst door ASV Dronten en/of de stichting. De gemeente heeft uitdrukkelijk betwist dat de gemeente betrokken is geweest bij overleg met de Belastingdienst.
Aangezien de stichting geen bewijsaanbod heeft gedaan, wordt aan bewijslevering niet toegekomen.
De kantonrechter ziet overigens geen enkele aanleiding de stichting ambtshalve bewijs op te dragen, omdat het standpunt van de gemeente dat zij een kunstgrasveld niet nodig vond maar de wens van ASV Dronten wel wilde faciliteren, wordt ondersteund door de omstandigheid dat de gemeente alleen een eenmalige subsidie heeft willen verstrekken gelijk aan de kapitalisatie van de besparingen op onderhoud van het natuurgrasveld van iets meer dan € 200.000,00, terwijl met de aanleg, inclusief omzetbelasting, een bedrag van ongeveer € 500.000,00 was gemoeid. Het was dus in het belang (van de realisatie van de wens) van ASV Dronten dat de omzetbelasting kon worden afgetrokken, omdat het door sponsoring te werven bedrag daardoor fors lager werd.
met ASV Drontenaan te gaan. Omdat de stichting deze vaststellingsovereenkomst (zo) heeft gesloten en daardoor de aftrek van 75% van de omzetbelasting voor ASV Dronten veilig heeft gesteld, waardoor per saldo nog slechts een oplossing gezocht hoefde te worden voor de financiering van 25% van dat aftrekbedrag (uit de in 4.1.4 besproken informatie van de stichting volgt dat een bedrag in de orde van grootte van € 21.694,00), is zonder nadere toelichting, die ontbreekt, onvoldoende gemotiveerd dat de stichting de huurovereenkomst met de gemeente niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten als zij eerder had geweten dat de Belastingdienst 100 % aftrek niet toe zou staan. Ook met een aftrek van 75 % is het via sponsoring te financieren deel van de financiering van het door ASV Dronten gewenste kunstgrasveld immers substantieel lager dan zonder aftrek.
onaanvaardbaarzou zijn als de gemeente de stichting aan haar verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst houdt. Daargelaten dat dit niet is gesteld, is de achtergrond van dit geschil en de met de Belastingdienst gesloten vaststellingsovereenkomst daar ook volstrekt onvoldoende voor.