1.3.Het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht (gedeputeerde staten) moet op grond van de Wnb voor het Natura 2000-gebied een beheerplan vaststellen, dat een beschrijving moet bevatten van de instandhoudingsmaatregelen voor het gebied en van de beoogde resultaten daarvan. Het beheerplan is nog niet vastgesteld.
2. Het projectplan ziet onder meer op de aanleg van dammen, stuwen en duikers en op het graven, opschonen en verondiepen van watergangen. Het gebied van het projectplan omvat het landgoed Kolland en omliggende gronden, waaronder gronden die eiseres pacht. Met de maatregelen uit het projectplan wil verweerder een hydrologische scheiding aanbrengen tussen de natuurgebieden en de gebieden met een agrarische functie. Om dat te bereiken zal het peil in het gebied worden aangepast, waarbij voor de verschillende functies verschillende peilen ingesteld zullen worden. Op deze wijze wordt toepassing gegeven aan afspraken die verweerder heeft gemaakt met de provincie Utrecht over de bestrijding van de verdroging binnen natuurgebieden, waaronder het hiervoor genoemde Natura 2000-gebied.
Verweerder heeft voorafgaand aan de vaststelling van het projectplan een ontwerp daarvan ter inzage gelegd. Eiseres heeft daar haar zienswijze op gegeven.
3. Ingevolge artikel 5.4, eerste lid, van de Waterwet moet de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk door of vanwege de beheerder geschieden overeenkomstig een daartoe door hem vast te stellen projectplan. Ingevolge het tweede lid moet het plan ten minste een beschrijving van het betrokken werk en de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd bevatten, alsmede een beschrijving van de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk.
Ingevolge artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet wordt onder waterstaatswerk, voor zover van belang, oppervlaktewaterlichaam verstaan en wordt onder oppervlaktewaterlichaam, voor zover van belang, verstaan: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, alsmede de bijbehorende bodem, oevers, alsmede flora en fauna.
Ingevolge artikel 7.14, eerste lid, van de Waterwet kent het betrokken bestuursorgaan een vergoeding toe aan degene die als gevolg van de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid in het kader van het waterbeheer schade lijdt of zal lijden, voor zover de schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd.
4. Eiseres voert aan dat verweerder had moeten wachten met de vaststelling van het projectplan totdat gedeputeerde staten een beheerplan voor het Natura 2000-gebied hebben vastgesteld. Verweerder stelt zich op het standpunt dat hij het projectplan heeft vastgesteld ten behoeve van het waterbeheer en dat hij dit mocht doen onafhankelijk van het moment waarop het beheerplan door gedeputeerde staten wordt vastgesteld.