ECLI:NL:RBMNE:2017:1433
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanslag precariobelasting en de vraag naar contractuele afspraken en bevoegdheid van de heffingsambtenaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de aanslag precariobelasting die aan eiseres, een B.V., was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Bunschoten. De aanslag, die betrekking had op het jaar 2015 en een bedrag van € 295.832,- betrof, werd opgelegd op basis van de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting. Eiseres betwistte de aanslag en voerde aan dat er contractuele afspraken waren die de heffing van precariobelasting in de weg stonden. De rechtbank diende te beoordelen of de heffingsambtenaar bevoegd was om de aanslag op te leggen, rekening houdend met de bestaande overeenkomsten tussen de gemeente en andere partijen.
De rechtbank overwoog dat de gemeente Bunschoten in het verleden overeenkomsten had gesloten met verschillende rechtspersonen, waaronder een Kabellegregeling en een Exploitatieovereenkomst, die mogelijk van invloed waren op de heffing van precariobelasting. Eiseres stelde dat zij als netbeheerder en economisch eigenaar van de netten een beroep kon doen op deze overeenkomsten, ondanks dat deze niet juridisch aan haar waren overgedragen. De rechtbank concludeerde echter dat eiseres geen rechtstreeks beroep kon doen op de rechten uit deze overeenkomsten, omdat zij en de betrokken rechtspersonen verschillende entiteiten waren.
Daarnaast werd het beroep op het vertrouwensbeginsel door eiseres verworpen, omdat er geen ondubbelzinnige toezeggingen waren gedaan door de gemeente die de verwachting wekten dat er geen precariobelasting zou worden geheven. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar op goede gronden de aanslag had opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 22 maart 2017, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.