Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 31 augustus 2016
- de conclusie van antwoord in reconventie
- het proces-verbaal van comparitie van 1 februari 2017
- de brief van 16 februari 2016 (de kantonrechter leest: 2017) van mr. L. van Hezik, kantoorgenoot van mr. A.T. Eisenmann.
2.De feiten
In conventie en in reconventie
De onmiddellijke opzegging van het dienstverband van uw cliënte heeft tot gevolg dat de arbeidsovereenkomst per direct geëindigd is evenals de loondoorbetalingsplicht van cliënte. Daarnaast is uw cliënte schadeplichtig (artikel 7:677 lid 2 BW) en wordt zij hierbij verzocht c.q. gesommeerd om maandag 18 januari a.s. alle bij haar nog in bezit zijnde bedrijfseigendommen (…) in goede staat te retourneren. Indien uw cliënte aan deze sommatie geen gehoor geeft zullen de (gebruiks)kosten van deze bedrijfsmiddelen aan uw cliënte worden doorbelast c.q. worden verrekend in het kader van de eindafrekening.”
3.Het geschil
In conventie en in reconventie
4.De beoordeling
In reconventie
Daarnaast is uw cliënte schadeplichtig (artikel 7:677 lid 2 BW)”. Een verklaring van [gedaagde] dat zij het achterstallig loon en de vakantiebijslag verrekent met een vordering op grond van 7:677 BW kan hier niet in worden gelezen. Hoewel het op de weg van [gedaagde] had gelegen om feiten en omstandigheden te stellen waaruit kan worden afgeleid wanneer en op welke wijze zij zich jegens [eiseres] heeft beroepen op verrekening, heeft zij dit nagelaten. De kantonrechter neemt derhalve als vaststaand aan dat [gedaagde] de in artikel 6:127 lid 1 BW bedoelde verklaring pas heeft uitgebracht nadat de vervaltermijn was verstreken. Op dat moment was het recht op de gefixeerde schadevergoeding evenwel al teniet gegaan (vergelijk Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 19 januari 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:134). Hieraan doet niet af dat artikel 6:131 BW bepaalt dat de bevoegdheid tot verrekening niet eindigt door verjaring van de rechtsvordering, omdat hier immers geen sprake is van een verjaringstermijn (met zwakke werking) maar van een vervaltermijn (met sterke werking). Het beroep van [gedaagde] op verrekening van de loonvordering met de gefixeerde schadevergoeding wordt derhalve verworpen.
5.De beslissing
woensdag 29 maart 2017 om 9.30 uurteneinde
in de drie maanden nadienverhinderd zijn; zij dient bij die opgave ten minste vijftien dagdelen vrij te laten waarop het getuigenverhoor zou kunnen plaatsvinden;
;