10.De beslissing
- spreekt verdachte vrij van het onder 2 ten laste gelegde feit;
- verklaart het onder 1 primair ten laste gelegde feit bewezen, zodanig als hiervoor onder 5. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het onder 1 bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
medeplichtigheid aan witwassen;
- verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 40 uren, te vervangen door 20 dagen hechtenis indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.J.P Schotman, voorzitter,
mr. P. Bender en mr. S.B. Smit-Colenbrander, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.M. van de Kamp, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 februari 2016.
Mr. S.B. Smit-Colenbrander is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: de tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat
1.
Primair
een onbekend gebleven persoon op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 november 2012 tot en met 16 november 2012 te Emmeloord, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) (van) (een) voorwerp(en), te weten
- een geldbedrag van 559,63 euro, en/of
- een geldbedrag van 803,14 euro, en/of
- een geldbedrag van 377,63 euro, en/of
- een geldbedrag van 1582,20 euro, en/of
- een geldbedrag van 1754,38 euro, en/of
- een geldbedrag van 553,17 euro,
(een geldbedrag van in totaal 3889,75 euro)
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of
heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende was en/of
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of
gebruik heeft gemaakt,
terwijl die onbekend gebleven persoon en/of zijn/haar mededader(s) (telkens) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf tot het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 november 2012 tot en met 16 november 2012, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door aan die onbekend gebleven persoon, meermalen, in ieder geval éénmaal, zijn, verdachtes, bankpas en/of pincode en/of bankrekeningnummer mee te geven en/of ter beschikking te stellen;
art 47 lid 1 ahf/ond 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
een onbekend gebleven persoon op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 november 2012 tot en met 16 november 2012 te Emmeloord, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens)
- een geldbedrag van 559,63 euro, en/of
- een geldbedrag van 803,14 euro, en/of
- een geldbedrag van 377,63 euro, en/of
- een geldbedrag van 1582,20 euro, en/of
- een geldbedrag van 1754,38 euro, en/of
- een geldbedrag van 553,17 euro,
(een geldbedrag van in totaal 3889,75 euro)
heeft verworven, (opzettelijk uit winstbejag) voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl die onbekend gebleven persoon en/of zijn/haar mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die/dat geldbedrag(en) (telkens) wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof tot het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 november 2012 tot en met 16 november 2012 te Emmeloord, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door aan die onbekend gebleven persoon en/of zijn/haar mededader(s), meermalen, in ieder geval éénmaal,
zijn, verdachtes, bankpas en/of pincode en/of bankrekeningnummer (mee) te geven en/of ter beschikking te stellen;
art 47 lid 1 ahf/ond 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/ond 2 Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 13 december 2012 te Emmeloord, in elk geval in Nederland, aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dit feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte toen en aldaar, ten overstaan van een buitengewoon opsporingsambtenaar van het domein generieke opsporing van de politie Flevoland, opzettelijk en in strijd met de waarheid (een) verklaring(en) afgelegd inhoudende dat hij, verdachte,
- zijn, verdachtes, bankpas kwijt is geraakt en/of
- zijn, verdachtes, bankpas aan niemand heeft gegeven en/of
- slachtoffer is van identiteitsfraude;
art 188 Wetboek van Strafrecht