Op 25 februari 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingslocatie Utrecht, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1981 en uit andere hoofde gedetineerd. De zaak betreft het medeplegen van witwassen van een bedrag van € 4.500,- dat op 16 november 2012 in Groningen is ontvangen. De verdachte heeft geprobeerd dit bedrag op te nemen, maar dit is niet gelukt omdat zijn bankpas geblokkeerd was. De rechtbank heeft op basis van de bewijsmiddelen vastgesteld dat de verdachte wist dat het geld afkomstig was uit een misdrijf, maar sprak hem vrij van het ten laste gelegde feit van samen met anderen plegen van dit feit, omdat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was, maar legde geen straf of maatregel op, verwijzend naar artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, gezien het tijdsverloop sinds de feiten en eerdere veroordelingen van de verdachte.