Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
1.De procedure
- de door [gedaagde] ten behoeve van het pleidooi ingediende producties,
- het pleidooi van 29 september 2015 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnota’s,
- de rolbeslissing van 21 oktober 2015,
- de akte uitlaten omtrent arrest van [gedaagde] ,
- de akte uitlaten van Dexia, met productie.
2.De feiten
15 september 2000 een effectenleaseovereenkomst (hierna te noemen de overeenkomst) gesloten. De eindafrekening vermeldt een bedrag van € 78,90 aan inhaalincasso’s. [gedaagde] heeft dit bedrag aan Dexia betaald.
3.Het geschil
4.De beoordeling
18 november 2005 geen stuitende werking heeft gehad. Hetzelfde geldt volgens Dexia voor de verbindendverklaring door het Hof Amsterdam, omdat dit niet kan worden aangemerkt als een “toewijzing” van de vordering.
4 november 2014 (ECLI:NL:GHAMS:2014:4585, r.o. 3.14) heeft het Hof Amsterdam overwogen dat het de individuele afnemer, die tijdig een zogenoemde opt-out verklaring heeft afgelegd, niet regardeert dat de Stichting Eegalease in het kader van de schikking afstand heeft gedaan van alle rechten en vorderingen die inzet waren van de betrokken collectieve procedure, juist omdat de afnemer heeft verklaard niet aan de Duisenberg-regeling gebonden te willen zijn. Deze overweging en beslissing wordt hier overgenomen. In het arrest van 25 november 2014 (ECLI:NL:GHSHE:2014:4956, r.o. 3.10.5) heeft het Hof Den Bosch overwogen dat de hier bedoelde afstand van recht door Stichting Eeaglease ook geldt voor het recht (van de afnemer) een beroep te doen op de in de brief van Stichting Eegalease van 29 januari 2003 en in de dagvaarding van Stichting Eegalease van 13 maart 2003 vervatte vernietiging van de effectenleaseovereenkomsten. Dit laatste doet echter niet af aan het feit dat uit bovengenoemd arrest van de Hoge Raad volgt dat het instellen van de betreffende collectieve actie stuitende werking heeft ten aanzien van de verjaring van de bevoegdheid om nadien (alsnog) een buitengerechtelijke vernietigingsverklaring af te leggen. Het beroep van Dexia op afstand van recht werking wordt verworpen.
25 januari 2007 definitief is komen vast te staan wat de uitkomst is geweest van de hiervoor bedoelde collectieve actie, en dat een belanghebbende pas op dat moment wist waar hij aan toe was.
13 maart 2003 (het moment van dagvaarding door Stichting Eegalease) was verjaard, een buitengerechtelijke vernietigingsverklaring die is uitgebracht voor 25 juli 2007 tot rechtsgevolg heeft gehad dat de overeenkomst waarop zij betrekking heeft is vernietigd.