ECLI:NL:RBMNE:2016:7823

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 juli 2016
Publicatiedatum
20 september 2023
Zaaknummer
4906494
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van besluiten van de algemene ledenvergadering van de VvE met betrekking tot kozijnen en compensatie

In deze zaak hebben verzoekers, eigenaren van een appartementsrecht, de kantonrechter verzocht om de besluiten van de bijzondere algemene ledenvergadering van de Vereniging van Eigenaren (VvE) van 16 februari 2016 te vernietigen. De verzoekers waren van mening dat de besluiten in strijd waren met de redelijkheid en billijkheid, omdat zij eerder op eigen kosten hun kozijnen hadden vervangen, terwijl de VvE nu besloot om de kosten voor vervanging van gemeenschappelijke kozijnen te dragen zonder enige compensatie voor hen. De procedure begon met een verzoekschrift en een verweerschrift van de VvE, die stelde dat de verzoekers geen toestemming hadden om hun kozijnen te vervangen en dat het besluit om geen compensatie te geven niet in strijd was met de redelijkheid en billijkheid. De kantonrechter oordeelde dat de besluiten van de VvE onevenredige gevolgen hadden voor de verzoekers, die al op eigen kosten hun kozijnen hadden vervangen. De rechter concludeerde dat de VvE onvoldoende rekening had gehouden met de belangen van deze eigenaren en dat de besluiten daarom niet in stand konden blijven. De VvE werd veroordeeld in de proceskosten van de verzoekers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Amersfoort
zaaknummer: 4906494 AE VERZ 16-32 WL/1132
Beschikking van 13 juli 2016
inzake

1.[verzoeker sub 1] ,

wonende te [woonplaats]
2.
[verzoekster sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [verzoekers c.s.] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: Stichting Achmea Rechtsbijstand,
tegen:
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
[verwerende partij],
gevestigd te [woonplaats] ,
verder ook te noemen de VvE,
verwerende partij,
gemachtigde: mr. A. El Fathi.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de mondelinge behandeling van 26 april 2016 waarbij gelijktijdig zijn behandeld de zaken met de nummers 4896894 AE VERZ 16-30 en 4896814 AE VERZ 16-29, waarin de verzoeken eveneens strekken tot vernietiging van de besluiten van de algemene ledenvergadering van de VvE van 16 februari 2016;
1.2.
Ten slotte is uitspraak bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bij notariële akte van 23 augustus 1976 is het flatgebouw aan de [adres] gesplitst in appartementsrechten. Op grond van deze akte is het Splitsingsreglement 1973 (hierna: het modelreglement) van toepassing. De VvE is bij diezelfde akte opgericht.
2.2.
Artikel 2 van het modelreglement luidt als volgt:
“Tot de gemeenschappelijke gedeelten worden ondermeer gerekend:
a. funderingen, dragende muren en kolommen, het geraamte van het gebouw met de ondergrond, het ruwe metselwerk, alsmede de vloeren, de buitengevels, waaronder begrepen raamkozijnen, deuren, balkon-constructies, borstweringen, galerijen, terrassen en gangen, de daken, schoorstenen en ventilatiekanalen, de traphuizen en hellingbanen, alsmede het hek- en traliewerk; […]”
Volgens artikel 23, derde lid van datzelfde reglement zijn de eigenaars in gelijke verhoudingen verplicht om bij te dragen in de schulden en de kosten die voor gemeenschappelijke rekening zijn.
2.3.
[verzoekers c.s.] zijn per 2 april 1991 eigenaar geworden van het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de woning gelegen te [adres] te [woonplaats] . Uit dien hoofde zijn [verzoekers c.s.] lid van de VvE.
2.4.
In 2011 hebben [verzoekers c.s.] aan de VvE toestemming gevraagd om de kozijnen van hun appartement te mogen vervangen. De heer [A] , de toenmalig voorzitter van de VvE, heeft [verzoekers c.s.] daartoe mondeling toestemming verleend. [verzoekers c.s.] hebben daarop de kozijnen doen vervangen en daarvoor een bedrag van ongeveer € 16.000,00 betaald.
2.5.
Medio 2015 heeft een van de andere appartementseigenaren de VvE verzocht om de kozijnen van zijn appartement te doen vervangen. Mede naar aanleiding van dat verzoek is de akte van splitsing geraadpleegd en is op de algemene ledenvergadering van de VvE van 14 januari 2016 - kort gezegd - besloten dat de VvE haar verantwoordelijkheid dient te nemen voor het onderhoud van de gemeenschappelijke kozijnen.
Tijdens die vergadering is door de heer [B] , een van de medewerkers van de bestuurder van de VvE, toegelicht welk beleid tot op dat moment is gevolgd. In de notulen is daarover het volgende opgenomen:
“Beginjaren 80 kwam het dubbel glas in zwang. Iedereen wilde graag dubbel glas, in verband met de isolatie.. De vereniging kreeg hier verzoeken toe, echter toentertijd was hiervoor niet gereserveerd en was vervanging ook niet noodzakelijk. De vergadering heeft toen besloten dat de eigenaren dit mochten vervangen op eigen kosten. De eerste kozijnen werden toen met dubbel glas uitgevoerd. Na verloop van tijd kwamen verzoeken tot het vervangen van de kozijnen, omdat de kozijnen niet erg geschikt waren voor dubbel glas. Ook hiervoor heeft de vergadering toentertijd toestemming verleend. Eigenaren mochten op eigen kosten overgaan tot het vervangen van de kozijnen én aanbrengen van dubbel glas.
Hierna is dit meerdere malen in vergaderingen besproken/besloten. Iedere huidige eigenaar of diens voorganger zijn hiervan op de hoogte geweest en aanwezig geweest bij besluitvormingen omtrent de vervanging van kozijnen.
In het afgelopen jaar heeft een eigenaar een verzoek gedaan aan de VvE om de kozijnen in het appartement te vervangen. De akte van splitsing en modelreglement is geraadpleegd en hieruit blijkt dat het onderhoud/vervanging van de kozijnen, in tegenstelling tot de gewoonte en besluitvormingen van eerdere vergaderingen, de verantwoordelijkheid is van de VvE.
De vergadering is dan ook bij elkaar geroepen om te bekijken hoe er een modus gevonden kan worden hoe een en ander ingepast kan worden.
[…]
Sinds 2003, toen de huidige beheerder het beheer overnam, is besloten door de vergadering dat de eigenaren, wanneer zij dit wensten, de kozijnen zelf mochten vervangen, mits zij daar toestemming van de VvE voor hadden. Vanaf die tijd een toestemmingsbrief, met voorwaarden, gehanteerd, die ondertekend moet worden”
2.6.
Naar aanleiding van het op 14 januari 2016 genomen besluit met betrekking tot het onderhoud van de gemeenschappelijke kozijnen heeft het bestuur van de VvE voor 16 februari 2016 een bijzondere ledenvergadering uitgeschreven.
Op de agenda van die vergadering stond de besluitvorming omtrent zes verschillende van te voren uitgewerkte scenario’s om te komen tot uitvoering van het op 14 januari 2016 genomen besluit omtrent het nemen van haar wettelijke verantwoordelijkheid in het (toekomstig) vervangen van de kozijnen door de VvE.
De scenario’s verschilden met name ten aanzien van het moment waarop de verschillende kozijnen zouden worden vervangen. Voorts bevatten drie van de zes scenario’s een compensatieregeling voor de eigenaren die reeds voor 2016 hun kozijnen op eigen kosten hebben laten vervangen.
2.7.
In het (concept) verslag van de algemene ledenvergadering van de VVE van 16 februari 2016 staat, voor zover van belang het navolgende opgenomen :

4. Schriftelijke stemming/uitslag stemming
Mevrouw [C] meldt dat er eerst gestemd gaat worden over wel of geen compensatie.
Omdat dit een vrijwillig besluit is, is een kwalitatieve meerderheid niet geëist. Er wordt schriftelijk gestemd.
Compensatie
Na het tellen van de stemmen blijkt
34 stemmen zijn tegen de compensatie;
20 stemmen zijn voor de compensatie.
Met meerderheid is besloten niet tot over te gaan tot compensatie.
Hierna volgt de schriftelijke stemming betreffende een voorkeur tussen de scenario’s.
Scenario’s
Na het tellen van de stemmen blijkt:
2 stemmen zijn blanco;
1 stem is voor scenario 1;
6 stemmen zijn voor scenario 7;
45 stemmen zijn voor scenario 6.
Hieruit volgt dat de vergadering heeft besloten om verder te gaan met scenario 6”
2.8.
Scenario 6 behelst de vervanging van de originele kozijnen in zeven jaar waarbij de leden in de jaren 2016 tot en met 2021 een extra bijdrage dienen te betalen van € 40,-- per maand die tot en met 2021 wordt geïndexeerd met 10% en daarnaast wordt de normale bijdrage geïndexeerd. In 2022 daalt de geïndexeerde bijdrage dan weer tot de normale bijdrage van € 200,63.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoekers c.s.] verzoeken de kantonrechter primair om op basis van artikel 5:130 BW de besluiten van de bijzondere algemene ledenvergadering van de VvE van 16 februari 2016, zoals opgenomen onder punt 4 van de notulen van die vergadering (hierna: de besluiten), te vernietigen, met veroordeling van de VvE, met uitzondering van [verzoekers c.s.] , in de kosten van de procedure. Zij hebben daaraan - kort gezegd - ten grondslag gelegd dat voornoemd besluit in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, en daarom niet in stand kan blijven.
[verzoekers c.s.] waren zich ten tijde van de vervanging van de kozijnen van hun appartement er niet van bewust dat die vervanging op kosten van de VvE had kunnen geschieden.
[verzoekers c.s.] achten het name niet redelijk dat zij door de genomen besluiten enerzijds worden verplicht om wel mee te betalen voor het vervangen van de kozijnen van andere appartementseigenaren, terwijl zij anderzijds geen compensatie ontvangen voor hun investering in nieuwe kozijnen en de andere leden van de VvE daarvan profiteren omdat [verzoekers c.s.] zelf al gloednieuwe kozijnen hebben laten plaatsen.
3.2.
Subsidiair hebben [verzoekers c.s.] verzocht een redelijke bijdrage vast te stellen die door hen moet worden voldaan aan de VvE voor het vervangen van de kozijnen.
3.3.
De VvE heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen het verzoek met als conclusie dat de kantonrechter dit zal afwijzen, met veroordeling van [verzoekers c.s.] in de proceskosten.
De VvE heeft aan haar verweer ten grondslag gelegd dat [verzoekers c.s.] geen toestemming hadden om de kozijnen te vervangen. Op grond van de artikelen 6 en 7 van het modelreglement dient immers de vergadering van de VvE toestemming te verlenen. Niet gebleken is dat de vergadering daartoe een besluit heeft genomen. Verder mag van [verzoekers c.s.] worden verlangd dat zij bekend zijn met de inhoud van het modelreglement en de splitsingsakte.
Nu [verzoekers c.s.] zonder geldige toestemming tot vervanging van hun kozijnen zijn overgegaan, is het besluit van de vergadering om niet tot compensatie over te gaan niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[verzoekers c.s.] hebben tijdig een verzoek ingediend om de besluiten te vernietigen op de voet van artikel 5:130 BW.
4.2.
Op grond van dat artikel in verbinding met de artikelen 2:8 en 2:15 BW, dient daarbij als maatstaf te worden aangelegd of de bestreden besluiten van algemene ledenvergadering (hierna: de vergadering) van de VvE in strijd zijn met wettelijke of statutaire bepalingen, die het tot stand komen van besluiten regelen dan wel of zij in strijd komen met de redelijkheid en billijkheid of met een reglement.
4.3.
Niet in geschil is dat in ieder geval van 2003 tot medio 2015 het beleid van de VvE voortdurend is geweest dat de eigenaren, na een verzoek daartoe, op eigen kosten de kozijnen van hun appartementen mochten vervangen, mits zij daarvoor toestemming hadden van het bestuur van de VvE.
4.4.
Het besluit van de vergadering van de VvE uit 2003, waaraan in de notulen van 16 januari 2016 wordt gerefereerd, is door partijen niet in het geding gebracht. Daarmee kan niet worden vastgesteld of op grond van de tekstuele uitleg van dat besluit eigenaren alleen al op grond van dat besluit mochten overgaan tot vervanging van kozijnen op eigen kosten. Indien dit zo zou zijn is de al dan niet door de voormalig voorzitter aan [verzoekers c.s.] verleende toestemming strikt genomen overbodig.
Dit is echter in zoverre niet van belang omdat de VvE onvoldoende gemotiveerd heeft bestreden dat [verzoekers c.s.] er van uit zijn gegaan dat zij die toestemming wel nodig hadden en op grond van het vertrouwen op die mondeling door de toenmalig voorzitter van de VvE gegeven toestemming vervolgens hun kozijnen hebben laten vervangen op eigen kosten.
4.5.
Het bestuur van de VvE heeft, naar vast staat, over een periode van tien jaar structureel gehandeld in strijd met de betreffende bepalingen in de splitsingsakte en het modelreglement.
4.6.
Kern van het geschil dat partijen verdeeld houdt is het antwoord op de vraag of de vergadering bij afweging van de alle betrokken belangen in redelijkheid en billijkheid tot de besluiten heeft kunnen komen zonder enige compensatie toe te kennen aan de eigenaren die in het verleden al op eigen kosten de kozijnen hebben vervangen. Deze vraag moet ontkennend worden beantwoord.
4.7.
Door geen compensatie toe te kennen aan de eigenaren die hun kozijnen onder het oude beleid, zoals dat gold tot 14 januari 2016, op eigen kosten hebben vervangen, heeft de vergadering onvoldoende gewicht toegekend aan hun belangen. Als gevolg van het besluit komen zij immers in de situatie te verkeren dat zij naast de kosten voor de vervanging van hun eigen kozijnen, die op grond van de splitsingsakte en het modelreglement reeds ten laste van de VvE hadden moeten komen, ook hun (breuk)deel van de kosten voor de vervanging van de overige kozijnen dienen te dragen. Daardoor zouden deze eigenaren, ten gevolge van de beleidswijziging van de VvE, naar verhouding veel meer bijdragen aan de totale vervangingskosten dan de eigenaren die de kozijnen nog niet hebben vervangen.
4.8.
Nu de besluiten voor de eerstgenoemde leden van de VvE zodanig onevenredige gevolgen hebben, komen zij in strijd met het gelijkheidsbeginsel en gedraagt de algemene vergadering van de VvE zich door het nemen van de besluiten tegen de eerstgenoemde eigenaren niet naar hetgeen door maatstaven van redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd als bedoeld in artikel 2:8, eerste lid BW. Gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld maar de tweede regel van het gelijkheidsbeginsel brengt mee dat ongelijke gevallen moeten worden behandeld naar de mate waarin zij ongelijk zijn. Met dit tweede deel van het gelijksbeginsel heeft de algemene vergadering van de VvE in haar besluitvorming onvoldoende rekening gehouden.
4.9.
Daaruit volgt dat op voorhand niet inzichtelijk is waarom de eigenaren, die reeds op eigen kosten hun kozijnen hebben laten vervangen, terwijl dit op grond van de splitsingsakte en het reglement voor rekening van de VvE had moeten komen, niet voor enige compensatie in aanmerking worden gebracht. Om deze redenen kunnen de besluiten niet in stand blijven en zullen zij worden vernietigd. Het subsidiaire verzoek kan daarmee onbesproken blijven.
4.10.
De VvE zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden veroordeeld.
De kosten aan de zijde van [verzoekers c.s.] worden begroot op € 400,00 aan salaris gemachtigde. Voor zover [verzoekers c.s.] hebben verzocht om hen uit te zonderen van de aan de VvE op te leggen proceskostenveroordeling, wordt dit afgewezen, nu de wet niet in deze mogelijkheid voorziet en zij dit verzoek ook niet nader hebben onderbouwd.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
vernietigt de besluiten van de algemene ledenvergadering van 16 februari 2016, zoals opgenomen onder punt 4 van de (concept)notulen van die vergadering;
5.2.
veroordeelt de VvE in de kosten van de procedure, tot op heden begroot op € 400,00 aan salaris gemachtigde;
5.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. L.C. Heuveling van Beek, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2016.