ECLI:NL:RBMNE:2016:7776

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 november 2016
Publicatiedatum
27 september 2017
Zaaknummer
C/16/424693 / HA ZA 16-763
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in een civiele zaak betreffende schadevergoeding door de gemeente Veenendaal

Op 23 november 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een verstekvonnis uitgesproken in een civiele zaak tussen de gemeente Veenendaal als eiseres en een niet verschenen gedaagde. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gevorderde door de eiseres niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft de vordering toegewezen. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 7.191,75.

De rechtbank heeft verder bepaald dat de schade van de Stichting een bedrag van € 6.546.219,00 bedraagt, vermeerderd met wettelijke rente. De wettelijke rente over een ander bedrag van € 6.759.586,00 is vastgesteld van 1 maart 2014 tot 15 oktober 2015, en over het bedrag van € 6.546.219,00 vanaf 15 oktober 2015 tot aan de dag van volledige betaling.

Het vonnis is uitgesproken door mr. E. Bongers en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De gedaagde is in de proceskosten veroordeeld, die aan de zijde van eiseres zijn begroot op € 7.191,75. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/424693 / HA ZA 16-763
Vonnis van 23 november 2016
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE VEENENDAAL,
zetelende te Veenendaal,
eiseres,
advocaat mr. C.B. de Jong,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.2.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 77,75
- griffierecht 3.903,00
- salaris advocaat
3.211,00(1,0 punt × tarief € 3.211,00)
Totaal € 7.191,75

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat de schade van de Stichting een bedrag bedraagt van € 6.546.219,00 (zes miljoen vijfhonderdzesenveertigduizend tweehonderdennegentien euro), en dat dit bedrag moet worden vermeerderd met de wettelijke rente over € 6.759.586,00 met ingang van 1 maart 2014 tot 15 oktober 2015 en met de wettelijke rente over € 6.546.219,00 met ingang van 15 oktober 2015 tot aan de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde om het onder 3.1. genoemde bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente als vermeld onder 3.1. aan eiseres te betalen, voor zover aan deze betalingsverplichting niet is voldaan door een of meer van de partijen die bij arrest van 21 september 2010 van het gerechtshof Amsterdam, nevenvestiging Arnhem, gewezen onder nummers 200.004.696, 200.004.699 en 200.004.702 hoofdelijk veroordeeld zijn, dan wel diens rechtsopvolgers,
3.3.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 7.191,75,
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Bongers en in het openbaar uitgesproken op 23 november 2016. [1]

Voetnoten

1.type: EH