Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingslocatie Utrecht
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
- [medeverdachte 1] en [verdachte] slaan tegen het lichaam van [slachtoffer 1] en [medeverdachte 2] loopt ondertussen in hun richting;
- [medeverdachte 2] voegt zich bij [medeverdachte 1] en [verdachte] , mengt zich in het gevecht en raakt in een worsteling met [slachtoffer 1] , waarbij zij beiden op de grond terechtkomen;
- [medeverdachte 1] schopt [slachtoffer 1] tegen het lichaam, terwijl [slachtoffer 1] nog in worsteling is met [medeverdachte 2] ;
- [medeverdachte 2] trapt de op de grond liggende [slachtoffer 1] tegen het lichaam, terwijl laatstgenoemde wordt vastgehouden door [medeverdachte 3] .
- [slachtoffer 2] rent weg en wordt achterna gezeten door [verdachte] . Tijdens het wegrennen wordt [slachtoffer 2] tegen de grond gewerkt door [medeverdachte 3] ;
- [medeverdachte 3] en vervolgens [medeverdachte 1] trappen tegen het lichaam van [slachtoffer 2] , terwijl laatstgenoemde op z’n knieën op de grond zit. [verdachte] valt op dat moment half over [slachtoffer 2] heen;
- [verdachte] en [medeverdachte 1] slaan [slachtoffer 2] meerdere malen tegen het lichaam en/of hoofd;
- [medeverdachte 1] trapt tegen het linkerbeen van [slachtoffer 2] , waardoor laatstgenoemde uit balans raakt en door zijn rechterknie zakt. Deze knie knakt hierdoor op onnatuurlijke wijze dubbel en [slachtoffer 2] valt op de grond. [slachtoffer 2] grijpt onmiddellijk naar zijn rechterknie;
- [medeverdachte 1] en [verdachte] gaan naast het bovenlichaam van de op de grond liggende [slachtoffer 2] staan en achtereenvolgens schoppen/stampen [verdachte] en [medeverdachte 1] en ten slotte weer [verdachte] op de op de grond liggende [slachtoffer 2] in. [slachtoffer 2] wordt hierbij geraakt, maar onduidelijk is of [slachtoffer 2] hierbij op de borst, de linkerschouder, de linkerbovenarm of hoofd wordt geraakt.