ECLI:NL:HR:2004:AR3230
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Openlijke geweldpleging met strafverhogend gevolg en de bewijsvoering bij alternatieven in de bewezenverklaring
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 november 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was veroordeeld voor openlijke geweldpleging in vereniging, waarbij lichamelijk letsel was toegebracht aan meerdere slachtoffers. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring, waarin alternatieven waren opengelaten, niet voldoende was onderbouwd. De verdachte had geweld gepleegd tegen drie slachtoffers, maar de bewezenverklaring vermeldde 'en/of' in de tenlastelegging, wat betekent dat niet duidelijk was welk letsel aan welk slachtoffer was toegebracht. De Hoge Raad benadrukte dat elk alternatief in de bewezenverklaring door bewijsmiddelen moet worden ondersteund. De conclusie was dat de bewezenverklaring niet behoorlijk met redenen was omkleed, wat leidde tot vernietiging van de bestreden uitspraak. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling. De uitspraak van de Hoge Raad onderstreept het belang van zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken, vooral wanneer meerdere slachtoffers betrokken zijn en alternatieven in de tenlastelegging zijn opgenomen.