Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met daarbij acht producties
- het verweerschrift met daarbij zes producties
- de mondelinge behandeling op 15 april 2016.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 25 mei 2016 een beschikking gegeven in een deelgeschil tussen een Poolse vrachtwagenchauffeur, aangeduid als [verzoeker], en twee verzekeraars, Achmea Schadeverzekeringen N.V. en Kooperativa. Het geschil betreft de aansprakelijkheid voor een ongeval dat op 28 mei 2011 plaatsvond op een parkeerplaats aan de A1 bij Amersfoort, waarbij [verzoeker] ernstig letsel aan zijn onderbenen opliep. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoeker] in dronken toestand de vrachtwagen van de Roemeen [A] heeft belaagd, wat leidde tot een situatie waarin [A] zijn vrachtwagen startte en wegreed, waardoor [verzoeker] viel.
De rechtbank heeft de procedure en de feiten van de zaak uiteengezet, inclusief de verklaringen van getuigen, waaronder een huisarts die het voorval heeft waargenomen. De verzekeraars hebben de aansprakelijkheid betwist en gesteld dat [verzoeker] mogelijk door een ander voertuig is overreden. De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende duidelijkheid is over de toedracht van het ongeval en dat het horen van getuigen noodzakelijk is om tot een beslissing over de aansprakelijkheid te komen.
De rechtbank heeft beide partijen in de gelegenheid gesteld om de getuige [getuige] op te roepen voor nadere bewijslevering. De beslissing over de aansprakelijkheid is aangehouden totdat het getuigenverhoor heeft plaatsgevonden. De rechtbank benadrukt het belang van duidelijkheid over de aansprakelijkheid voor beide partijen en de mogelijkheid tot het bereiken van een vaststellingsovereenkomst.