Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de tussenbeschikking van 25 mei 2016
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 7 november 2016.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 december 2016 een beschikking gegeven in een deelgeschil tussen een verzoeker en twee verweersters, Achmea Schadeverzekeringen N.V. en Kooperativa Pojišťovna. De verzoeker, een vrachtwagenchauffeur uit Polen, heeft ernstig beenletsel opgelopen na een ongeval waarbij hij aan de vrachtwagen hing en deze in beweging kwam. De rechtbank heeft in eerdere beschikkingen vastgesteld dat de feiten omtrent de aansprakelijkheid nog onvoldoende waren om een definitieve uitspraak te doen. Na het horen van getuigen, waaronder een getuige die het ongeval heeft waargenomen, heeft de rechtbank geconcludeerd dat de verzoeker bij het ongeval is overreden door de vrachtwagen. De verzekeraar, Kooperativa, heeft betoogd dat er sprake was van overmacht en dat de verzoeker als vervoerd persoon moet worden aangemerkt, maar de rechtbank heeft dit standpunt verworpen. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker door zijn gedrag, dat als roekeloos werd beschouwd, in overwegende mate zelf verantwoordelijk was voor het ongeval. De rechtbank heeft de aansprakelijkheid van Kooperativa vastgesteld op 20% van de schade, rekening houdend met de eigen schuld van de verzoeker. Tevens zijn de kosten van de procedure begroot en is Kooperativa veroordeeld tot betaling van een percentage van deze kosten. De rechtbank heeft de beslissing in het openbaar uitgesproken.