In deze zaak vorderde eiser, vertegenwoordigd door mr. M.J. Meijer, schadevergoeding van AFAB Geldservice B.V. wegens toerekenbare tekortkoming en schending van zorgplicht in de bemiddeling bij een kredietovereenkomst. Eiser had in januari 2009 een kredietovereenkomst afgesloten met een financieringsmaatschappij, bemiddeld door AFAB, en stelde dat hij overkrediteerd was geraakt. AFAB, vertegenwoordigd door mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer, voerde verweer en stelde dat de vordering was verjaard en dat eiser niet tijdig had geklaagd. De kantonrechter oordeelde dat eiser niet binnen bekwame tijd had geprotesteerd tegen de gebrekkige prestatie van AFAB, waardoor zijn vorderingen werden afgewezen. De rechter concludeerde dat de klachtplicht van eiser niet was nageleefd, wat leidde tot de afwijzing van de vorderingen en de veroordeling van eiser in de proceskosten.