Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de brief van 14 september 2016 met producties van de zijde van de man
- de brief van 16 september 2016 met producties van de zijde van de vrouw;
- de pleitnota van de zijde van de man.
2.De feiten
- [minderjarige 1], geboren op [2014] te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2], geboren op [2015] te [geboorteplaats] .
3.Het geschil
4.De beoordeling
De relatie van partijen is verbroken in juli 2016 en vanwege de spanningen tussen partijen is samenwonen in de woning niet meer mogelijk. Daarom hebben beide partijen in de vakantieperiode tijdelijk elders verbleven. Sinds medio augustus verblijft de vrouw met de kinderen in het vakantiehuisje van haar ouders in [woonplaats] . Het is echter noodzakelijk dat de vrouw met de kinderen op zeer korte termijn weer in de woning kan verblijven. De vrouw werkt in Hilversum en de kinderen moeten weer worden opgevangen in en om IJsselstein. De woning in Apeldoorn die de vrouw in eigendom heeft, is verhuurd en daarnaast is de afstand tussen Apeldoorn en het werk van de vrouw en de opvanglocaties van de kinderen in en om IJsselstein te ver. Het verzoek van de vrouw om een urgentieverklaring voor een huurwoning in de omgeving van IJsselstein is door de gemeente afgewezen. Huurwoningen in de vrije sector kan de vrouw niet betalen en zij heeft geen vrienden of familie in de buurt bij wie zij met twee jonge kinderen kan verblijven. De man kan wel elders tijdelijk onderdak vinden, bijvoorbeeld bij familie die in de buurt woont van IJsselstein. Het is in het belang van de kinderen om in hun vertrouwde woonomgeving te blijven. Daarnaast hebben de man en zijn familie tot voor kort regelmatig de zorg voor de kinderen op zich genomen, hetgeen niet meer mogelijk zou zijn als de vrouw met de kinderen in Apeldoorn zou wonen.
ten opzichte van de verhuurderen niet om de rechtspositie van de samenwonenden onderling te bepalen.