Overwegingen
1. De voorzieningenrechter heeft vanuit oogpunt van efficiëntie het verzoek om een voorlopige voorziening van eisers ter zitting samen behandeld met het verzoek om een voorlopige voorziening van [B] en [C] (zaaknummer 16/3985). De beide verzoeken zijn gericht tegen hetzelfde verkeersbesluit. De voorzieningenrechter heeft na een gezamenlijke behandeling van formele aspecten en na vaststelling van de relevante feiten, de gronden van de verzoeken van de twee partijen afzonderlijk behandeld. De voorzieningenrechter doet afzonderlijk uitspraak op de verzoeken om een voorlopige voorziening.
2. Na afloop van de zitting is de voorzieningenrechter tot de conclusie gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. De voorzieningenrechter doet daarom op grond van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep.
3.
Artikel 8:1 van de Awb bepaalt dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de bestuursrechter.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
4. Het verkeersbesluit houdt in dat in het Oude Dorp van Blaricum op maandag tot en met zaterdag van 09:00 uur tot 18:00 uur een parkeerschijfzone wordt ingesteld, met een maximale parkeerduur van 1,5 uur. Bij het ontwerpbesluit van 26 april 2016 is een gewaarmerkte plattegrond en bebordingsplan gevoegd.
Verweerder zal, conform de gewaarmerkte plattegrond en het bebordingsplan, verkeersborden E10 en E11 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 plaatsen met daarop de vermelding: “max. 1,5 uur”. Bij de verkeersborden E10 zullen onderborden worden geplaatst met daarop aangegeven: “ma t/m za, van 9.00 tot 18.00 uur.” Verder zal verweerder conform de plattegrond een blauwe markering bij de parkeervakken aanbrengen.
Een ontheffing van het langparkeerverbod voor bewoners binnen het gebied van de blauwe zone is niet mogelijk. Het verkeersbesluit heeft daarmee tot gevolg dat langparkeerders uit het Oude Dorp van Blaricum zullen worden geweerd.
5. Eiser woont op het adres [adres] te [woonplaats 2] . Dit adres ligt buiten het gebied van de blauwe zone. De voorzieningenrechter zal voordat zij aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep van eiser kan toekomen de vraag moeten beantwoorden of eiser belanghebbende is in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Dit is ter zitting ook met partijen besproken.
6. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS), zie bijvoorbeeld de uitspraken van 9 maart 2011 (ECLI:NL:RVS:2011:BP7190) en 5 november 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:3948), is met het stellen van het vereiste van het zijn van belanghebbende een zekere begrenzing beoogd ten aanzien van de mogelijkheid tegen een besluit bezwaar te maken en beroep in te stellen. Het is niet de bedoeling van de wetgever geweest om tegen een verkeersbesluit beroep open te stellen voor een ieder. Bij verkeersbesluiten dient dan ook van geval tot geval te worden onderzocht wiens belangen rechtstreeks bij een dergelijk besluit zijn betrokken. Verder heeft de ABRvS eerder overwogen in de uitspraak van 22 juli 2009 (ECLI:NL:RVS:2009:BJ3385), dat een persoon slechts als belanghebbende bij een verkeersbesluit wordt aangemerkt, indien hij een bijzonder, individueel belang heeft bij dat besluit, welk belang zich in voldoende mate onderscheidt van dat van de andere weggebruikers. 7. Eiser heeft ter zitting verklaard dat hij al zeer lang in Blaricum woont en dat zijn woning in de buurt van de blauwe zone ligt. Eiser heeft een blog “Oog op Blaricum” dat door veel dorpsbewoners wordt gelezen. Hij maakt foto’s voor zijn blog en beschouwt het Oude Dorp van Blaricum als zijn werkterrein. Eiser gaat vaak op de fiets naar het Oude Dorp en vreest voor verkeersonveiligheid vanwege te verwachten toenemende verkeersdruk in de blauwe zone. Eiser meent dat door de blauwe zone het karakteristieke aanzicht van het dorp Blaricum wordt aangetast. Ook verwacht hij dat door het instellen van een blauwe zone de parkeerdruk in de schil rondom de blauwe zone zal toenemen. Eiser woont in de schil om de blauwe zone. Hij heeft parkeerplek voor meerdere auto’s op zijn eigen erf, zoals ter zitting is vastgesteld, maar heeft ervoor gekozen zijn tuin af te grenzen met een hek, zodat parkeren op zijn erf thans niet langer mogelijk is. Hij parkeert zijn auto dus op de openbare weg. Eiser stelt dat hij in elk geval een afgeleid belang heeft, omdat hij ook verslag doet van zogenaamde 112-zaken van de politie, brandweer en ambulance. Hij gaat daar altijd naar toe met zijn auto en het zou niet handig zijn als hij zijn auto niet direct in de buurt van zijn huis zou kunnen parkeren. Tot slot heeft eiser erop gewezen dat verweerder hem heeft aangemerkt als belanghebbende bij het verkeersbesluit.
8.
De voorzieningenrechter benadrukt dat wat verweerder in het kader van de openbare voorbereidingsprocedure heeft beslist, niet van belang is voor de ambtshalve beoordeling die de voorzieningenrechter zelf op grond van de wet moet maken. Dat eiser zich zeer betrokken voelt bij verweerders besluitvorming, is de voorzieningenrechter ter zitting gebleken, maar dat maakt hem nog niet belanghebbend in de zin van de wet. Eisers werkzaamheden voor zijn blog en zijn betrokkenheid bij het dorp Blaricum, onderscheiden hem naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet voldoende van andere bewoners van Blaricum dan wel van andere bezoekers van het Oude Dorp om hem belanghebbend te maken bij het verkeersbesluit. Ook in zijn vrees dat hij als fietser last zal hebben van toenemende verkeersdruk, ziet de voorzieningenrechter geen relevant onderscheid met andere verkeersdeelnemers die het Oude Dorp van Blaricum bezoeken. Verder is niet voldoende onderbouwd dat eiser parkeerhinder van enige betekenis zal ondervinden in de straat waar hij woont. Dat eiser het handig vindt om zijn auto bij zijn woning te parkeren, is best begrijpelijk, maar het is én niet gezegd dat dit in de toekomst niet meer mogelijk zal zijn én geen belang van grote betekenis.
Eiser heeft namelijk gesteld dat het handig is om dichtbij te parkeren, maar van enige noodzakelijkheid voor parkeren voor de deur is niet gebleken. Verder heeft eiser ruimte voor meerdere auto’s op zijn erf. De voorzieningenrechter begrijpt dat eiser zich zeer betrokken voelt bij het reilen en zeilen in het dorp Blaricum en dat het instellen van een blauwe zone hem na aan het hart ligt, maar dat is op zichzelf dus niet voldoende om hem als belanghebbende aan te merken. De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat het belang van eiser niet rechtstreeks bij het verkeersbesluit is betrokken, zodat hij om die reden niet is aan te merken als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Eiser heeft geen bijzonder, individueel belang bij het verkeersbesluit, welk belang zich in voldoende mate onderscheidt van dat van andere weggebruikers. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.