Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
handelskamer
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 september 2015, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de conclusie van repliek, met productie,
- de conclusie van dupliek tevens akte opvolging als gevolg van de juridisch fusie van Rabobank, met producties,
- de akte van [eiser] ,
- de akte van [eiser] , met productie,
- de antwoordakte van Rabobank.
2.De feiten
U bent voornemens medio november 2007 een financiering op te nemen in verband met aankoop grond en wenst hiervoor een vaste rente te betalen. (…).
U heeft uw rentelasten vastgelegd en ondervindt geen nadeel meer van rentefluctuaties
U profiteert niet meer van rentedalingen
De renteruil is eenvoudig verhandelbaar
Uit hoofde van de transactie gaat u een verplichting aan met de bank. Eventueel kunnen hiervoor zekerheden gevraagd worden
Er wordt geen premie betaald
Bij aflossing van de onderliggende financiering resteert er een verplichting uit hoofde van de renteruil
Door middel van een rente swap neemt u een renteprofiel met betrekking tot het zogenaamd nominaal bedrag op zich. Indien u de betaler van de vaste rente bent loopt u het risico dat de door de Bank verschuldigde variabele rente lager is dan de vaste rente die u moet betalen. (…). Indien dit risico zich manifesteert ontvangt u minder uit de rente swap dan u moet betalen. Dit risico loopt u op ieder van de dagen waarop onder de rente swap de variabele rente opnieuw wordt vastgesteld. (…). De hoogte van het nominaal bedrag waarop de rente swap betrekking heeft is eveneens van belang voor uw risico; hoe hoger het nominaal bedrag des te groter de omvang van uw mogelijke verlies.(…).’
Aan een Transactie[renteswapovereenkomst, rb]
die met u wordt afgesloten wordt door de Bank een waarde toegekend volgens de marked-to-market methodiek (de “MTM waarde”). (…).
Het rendement van uw bedrijf is de laatste jaren onvoldoende. Uitstel van aflossing wordt verleend op basis van de goede zekerheidspositie bij de bank. Komend jaar zullen de resultaten moeten verbeteren. Als dat niet gebeurd zullen er drastische veranderingen in uw bedrijfsopzet doorgevoerd moeten worden om de lasten naar beneden te brengen. Verkoop van grond is dan een optie.’
Op basis van de huidige bedrijfsvoering is het financieringsmaximum bereikt. De financiering wordt verstrekt op basis van de goede zekerheidspositie van de bank. Verkoop van grond gelegen aan de [adres] en daarmee lastenverlichting ziet de bank als oplossing om het rendement van uw bedrijf positief te laten worden. Daarnaast zult u met een voorstel moeten komen hoe uw bedrijfsvoering rendabel gemaakt kan worden. U dient de grond binnen nu en twee jaar verkocht te hebben. De volledige verkoopopbrengst zal afgelost worden op de financiering bij onze bank.’
3.Het geschil
4.De beoordeling
Dwaling
Klant wil swap handhaven.’) en van 2 maart 2010 (‘
Klant (…) wil gezien historische rentabiliteit geen risico lopen. Swap is derhalve passend product.’) en vindt ook overigens geen steun in de door [eiser] aangevoerde feiten en omstandigheden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser] derhalve onvoldoende onderbouwd gesteld dat hij in december 2009 te kennen zou hebben gegeven de verkoopopbrengst van de landbouwgrond aan te willen wenden ter aflossing van de renteswap. Voorts is door Rabobank onbetwist aangevoerd dat [eiser] langdurige rentezekerheid wenste te hebben en dat hij bij aflossing van de renteswap een (fors) hogere vergoeding verschuldigd zou zijn geweest dan wanneer hij op de vastrentende leningen zou aflossen. De rechtbank is derhalve van oordeel dat Rabobank op goede gronden tot aflossing op de (in looptijd kortere) vastrentende leningen heeft kunnen adviseren.
1.130,00(2,5 punt × tarief € 452,00)
5.De beslissing
- € 131,00 aan salaris advocaat, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening,