ECLI:NL:RBMNE:2016:4243

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juni 2016
Publicatiedatum
27 juli 2016
Zaaknummer
16/706609-15; 13/701305-15 (vordering na voorw. veroordeling)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een groep mannen voor woning- en bedrijfsinbraken met deelname aan een criminele organisatie

Op 9 juni 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een groep van acht mannen die verantwoordelijk zijn voor een reeks woning- en bedrijfsinbraken in 2015. De rechtbank oordeelde dat de mannen in een gestructureerd samenwerkingsverband hebben gehandeld, waarbij ze grote hoeveelheden goederen, waaronder babymelkpoeder en parfum, hebben gestolen. De rechtbank baseerde haar oordeel op tapgesprekken die de samenwerking en de doordachte planning van de inbraken aantonen. De hoofdverdachten kregen gevangenisstraffen variërend van 30 tot 48 maanden, met voorwaardelijke straffen voor enkele van hen. De rechtbank sprak twee van de tien verdachten vrij van deelname aan de criminele organisatie, maar veroordeelde hen wel voor hun rol in de bedrijfsinbraken. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de schade die aan de gedupeerden is toegebracht, en legde straffen op die in overeenstemming zijn met de ernst van de gepleegde misdrijven.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling straf-, familie- en jeugdrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/706609-15; 13/701305-15 (vordering na voorw. veroordeling)
Verkort vonnis van de meervoudige kamer van 9 juni 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [1988] ,
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring “ [verblijfplaats] ” te [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 24 februari 2016 (zittingslocatie Lelystad), 29 maart 2016 (zittingslocatie Lelystad), 10, 11, 13 en 26 mei 2016 (zittingslocatie Utrecht). De verdachte is met uitzondering van 26 mei 2016 telkens in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door
mr. E.G.C. Groenendaal, advocaat te Amsterdam.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. Op de zitting van
10 mei 2016 is het onder feit 3, 5 en 10 tenlastegelegde gewijzigd. De tekst van de – gewijzigde - tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich (al dan niet samen met anderen) schuldig heeft gemaakt aan een groot aantal bedrijfsinbraken, aan woninginbraken en aan deelname aan een criminele organisatie.

3.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht de onder 1, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4, 5 primair, 6 primair, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Voor de onder 2 primair, 3 primair en 7 ten laste gelegde feiten vordert de officier van justitie vrijspraak.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak van het onder 1, 2, 6 en 8 tenlastegelegde, nu de rol van verdachte telkens die van medeplichtige is geweest, maar dit niet is ten laste gelegd. Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde geldt dat het opzet van verdachte slechts was gericht op behulpzaamheid bij het inbreken en het stelen van babymelk. Voor feit 3 kan de rol van verdachte als die van medeplichtige worden bewezen. Ten aanzien van het onder 7 tenlastegelegde verzoekt de verdediging verdachte vrij te spreken, omdat alles erop wees dat de verdachte het horloge van de rechtmatige eigenaar kocht. Ook voor de onder 12, 13 en 14 ten laste gelegde feiten heeft de verdediging vrijspraak bepleit.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Vrijspraak van het onder 2 primair, 3 primair, 12 en 13 tenlastegelegde
De rechtbank acht niet bewezen wat onder 2 primair, 3 primair, 12 en 13 is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Nadere overwegingen
De rechtbank is van oordeel dat ten aanzien van het onder 12 tenlastegelegde niet uit het dossier blijkt en derhalve ook niet wettig en overtuigend vast is komen te staan, dat de in Haarlem aangetroffen partij pakken babymelkpoeder van enig strafbaar feit afkomstig is. Bewijs dat de verdachte wist of redelijkerwijze had moeten vermoeden dat de babymelkpoeder een door misdrijf afkomstig goed was, ontbreekt dan ook.
Voor wat betreft de aan verdachte onder feit 13 verweten oplichting van de Rechtbank Noord-Holland overweegt de rechtbank dat in het betreffende zaaksdossier 29 niet is opgenomen het klaagschrift waarmee de Rechtbank Noord-Holland zou zijn bewogen tot het opheffen van het beslag op de partij in beslag genomen babymelkpoeder. Uit de door de Rechtbank Noord-Holland afgegeven beschikking blijkt dat de overgelegde aankoopbonnen één van de redenen waren om de teruggave van de babymelkpoeder te gelasten, zodat niet kan worden uitgesloten dat de rechtbank daartoe was overgegaan ook indien de aankoopbonnen niet waren overgelegd. De rechtbank is verder van oordeel, dat het inleveren bij de politie van later opgemaakte aankoopbonnen strikt genomen niet als middel kan worden gezien tot oplichting van de Rechtbank Noord-Holland, nu deze kennelijk niet ter ondersteuning van het klaagschrift zijn overgelegd. Het geheel van gedragingen en feiten en omstandigheden lijkt veeleer op witwassen, maar dat is niet ten laste gelegd.
4.3.2
Het oordeel over het onder 1, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4, 5 primair, 6 primair, 7, 8, 9, 10, 11 en 14 ten laste gelegde
De rechtbank acht de onder 1, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4, 5 primair, 6 primair, 7, 8, 9, 10, 11 en 14 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de redengevende feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit vonnis zullen worden opgenomen.
De rechtbank acht ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit niet bewezen dat sprake is van diefstal door middel van braak, omdat de aangifte niet vermeldt dat het hek is geforceerd om binnen te komen en het dossier ook overigens geen bewijs bevat voor de ten laste gelegde braak.
Nadere bewijsoverwegingen
Medeplegen of medeplichtigheid?
De verdediging betoogt met betrekking tot de onder 1, 6 en 8 ten laste gelegde feiten dat van medeplegen geen sprake is, maar van medeplichtigheid. Nu medeplichtigheid telkens niet is tenlastegelegd, zou verdachte van deze feiten volgens de verdediging behoren te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt, dat op grond van jurisprudentie kan worden gesteld dat ‘medeplegen’ primair een voldoende nauwe en bewuste samenwerking vereist met een ander of anderen, waarbij het accent op de samenwerking ligt en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. Daarnaast moet in ieder geval voor de kwalificatie medeplegen de intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht zijn. Aspecten die bij de beoordeling (en motivering) een rol kunnen spelen betreffen onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, waaronder diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Kernverwijt bij medeplichtigheid is – kort gezegd – ‘het bevorderen en/of vergemakkelijken van een door een ander begaan misdrijf’.
Door verdachte is ter terechtzitting ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde – kort gezegd – verklaard, dat hij aanwezig is geweest, dat het zijn plan was om naar het betreffende adres te gaan, dat hij de tip heeft gegeven, dat hij een busje heeft gehuurd en op de uitkijk is gaan staan en dat hij (nagenoeg) volledig heeft gedeeld in de opbrengst. Naar het oordeel van de rechtbank is de bijdrage van verdachte aldus van voldoende gewicht om van medeplegen te kunnen spreken.
Ook voor het onder 6 ten laste gelegde feit is de rechtbank van oordeel dat de bijdrage van verdachte van voldoende gewicht was om van medeplegen te kunnen spreken. Verdachte heeft over dit feit ter terechtzitting verklaard dat hij enkele malen heen en weer is gereden om (inbrekers)gereedschap te halen, dat hij een klant had aan wie hij de buit heeft verkocht en dat hij gelijkelijk met zijn mededaders heeft gedeeld in de opbrengst.
Ten aanzien van het onder 8 ten laste gelegde feit heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat ze ergens zouden gaan inbreken om melkpoeder weg te nemen, dat dit niet doorging, dat vervolgens het idee ontstond om parfum ‘weg te halen’ in Weesp en dat hij toen bedacht dat hij gewoon ging meedoen. Uit het dossier komt voorts nog naar voren dat verdachte voorbereidingen voor de inbraak heeft getroffen, zoals het regelen van gereedschap en werkers en dat hij aanwijzingen gaf tijdens de inbraak Ook hier acht de rechtbank de bijdrage van verdachte van voldoende gewicht om van medeplegen te kunnen spreken.
Heling Cartier horloge
Verdachte stelt het horloge samen met zijn broer hebben gekocht. Door de verkoper zou zijn gezegd dat het geen gestolen horloge betrof. Verdachte wil niet zeggen van wie hij het heeft gekocht. Ter terechtzitting heeft verdachte ook nog aangegeven bij de winkel ( [bedrijf 5] te [vestigingsplaats] ) waar het horloge oorspronkelijk (door aangeefster) zou zijn gekocht een nieuw bandje te hebben aangeschaft. Daar zou hem niet zijn meegedeeld dat het een gestolen horloge betrof. De rechtbank acht de verklaring van verdachte niet aannemelijk. Niet alleen wil de verdachte geen mededelingen doen over de naam van de verkoper, maar ook vertelt hij eerst ter zitting dat hij naar [bedrijf 5] is geweest. De verklaring van verdachte is daardoor niet onderbouwd, niet verifieerbaar en derhalve niet geloofwaardig.
Criminele organisatie
Voor het bestaan van een criminele organisatie in de zin van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is naar vaste rechtspraak vereist dat er sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen, dat tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Volgens de rechtbank is aan voornoemd vereiste voldaan.
Alleen al op grond van de aanzienlijke hoeveelheid en de frequentie van de tapgesprekken die zijn gevoerd tussen de verdachten in het onderzoek en die bijna zonder uitzondering betrekking hebben op het voorbereiden en vervolgens plegen van (bedrijfs- en woning)inbraken kan worden vastgesteld dat er gedurende enige tijd een intensieve samenwerking bestond gericht op het plegen van misdrijven, te weten bedrijfs- en woninginbraken. De inbraken waren gericht op het binnenhalen van grote hoeveelheden goederen - vaak met tienduizenden euro’s aan schade voor de gedupeerden - die vervolgens snel en gemakkelijk konden worden verkocht. Er was sprake van een doordachte planning en een uitvoering van de inbraken met meegebrachte apparatuur en vervoersmiddelen. Dit alles werd gevolgd door (van tevoren geregelde) afzet van de gestolen goederen en het verdelen van de criminele opbrengst. Zo hebben de feiten met enige regelmaat plaatsgevonden. Soms zaten er slechts enkele dagen tussen de feiten. In de organisatie was een zekere structuur zichtbaar. Er vond veelal vooraf overleg, planning en concrete taakverdeling en inbreng plaats, waarbij de te plegen strafbare feiten daadwerkelijk als werk werden gezien en als zodanig werden benoemd. Ook worden enkele verdachten met enige regelmaat samen gezien en/of op heterdaad aangehouden door de politie, wat wijst op de hechtheid van de groep.
De verdachten maakten soms gebruik van uitvoerders, pleegden de delicten vaak samen, in wisselende samenstelling, hielden elkaar op de hoogte van te plegen of gepleegde delicten en kwamen op afgesproken, min of meer vaste, plaatsen samen, waren elkaar behulpzaam en deelden inbrekerswerktuigen.
Van deelname aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht in de zin van die bepaling is slechts dan sprake, indien de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk. Deelneming aan de misdrijven waarop het oogmerk van de organisatie is verricht is niet nodig. Voor deelneming in de zin van voormeld artikel is voldoende dat betrokkene in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven en hij dit oogmerk op enigerlei wijze ondersteunt.
Nu ten aanzien van verdachte een centrale rol bewezen kan worden verklaard die hij heeft vervuld in de organisatie, gelet op het aantal inbraken waaraan hij zich samen met de andere deelnemers schuldig heeft gemaakt, zijn vaak sturende en organiserende rol in de voorbereiding, uitvoering en afhandeling van de inbraken is daarmee reeds zijn deelname aan de organisatie aangetoond. De rechtbank wijst er daarbij op dat uit de taps onder meer af te leiden valt dat verdachte veelvuldige telefonische contacten met medeverdachten had over te plegen dan wel gepleegde diefstallen, alsmede dat hij rond die diefstallen ontmoetingen had met (enkele van) de medeverdachten.

5.Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht de rechtbank ten laste van verdachte bewezen dat
1.
hij op 12 juli 2015 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen 7.750 (klap)kratten ((in totaal) 30 pallets met per stuk 300 (klap)kratten),
toebehorende aan [bedrijf 1] B.V;
2.
subsidiair
[medeverdachte 3] in de periode van 28 juni 2015 tot en met 29 juni 2015 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen
-een contant geldbedrag ten bedrage van ongeveer 5.000 euro, en
-50 trays water en
-60 trays frisdrank,
toebehorende aan [bedrijf 2] en/of [benadeelde 3] , waarbij [medeverdachte 3] zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door braak;
tot en bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 17 juni 2015 tot en met 29 juni 2015 te [vestigingsplaats] ,
opzettelijk inlichtingen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest door
  • voorafgaand aan het misdrijf voorverkenningen te verrichten in de nabijheid van de plaats des misdrijfs en
  • gedurende de uitvoering van het misdrijf op de uitkijk te staan;
3.
subsidiair
[medeverdachte 3] in de periode van 28 juni 2015 tot en met 29 juni 2015 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen 4.000 pakken babypoeder van de merken Nutrilon en/of Aptamil, toebehorende aan [bedrijf 3] B.V. en/of [benadeelde 4] , waarbij [medeverdachte 3] zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door braak;
tot en bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 17 juni 2015 tot en met 29 juni 2015 te [vestigingsplaats] ,
  • voorafgaand aan het misdrijf voorverkenningen te verrichten op, althans in de nabijheid van de plaats des misdrijfs en
  • gedurende de uitvoering van het misdrijf op de uitkijk te staan;
4.
hij in de periode van 10 september 2015 tot en met 11 september 2015 te [vestigingsplaats] (gemeente Haarlemmermeer), tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand (gelegen aan de [adres] - [nummer] ) heeft weggenomen 1 pak Hero Baby Standaard babyvoeding, toebehorende aan [bedrijf 4] B.V. en/of [benadeelde 5] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door braak;
5.
primair
hij in de periode van 12 september 2015 tot en met 13 september 2015 te [vestigingsplaats] (gemeente Haarlemmermeer), tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand (gelegen aan de [adres] - [nummer] ) heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid Hero Baby Standaard babyvoeding, toebehorende aan [bedrijf 4] B.V. en/of [benadeelde 5] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door braak;
6.
primair
hij in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 4 oktober 2015 te [vestigingsplaats] (gemeente Haarlemmermeer), tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen 1.000 dozen Aptamil babymelkpoeder (handelswaarde: 60.000 tot 100.000 euro), toebehorende aan Jas Forwarding Worldwide B.V. en/of [benadeelde 6] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door braak;
7.
hij in de periode van 20 oktober 2015 tot en met 11 november 2015 te [woonplaats] en/of [woonplaats] , een goed (een horloge, merk: Cartier, type: Santos 100), toebehorende aan [benadeelde 2] heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen daarvan wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
8.
hij op 19 september 2015 te [woonplaats] , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een garagebox (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen 265 parfumdoosjes van het merk Dolce & Gabbana (totale waarde 21.200 euro), toebehorende aan [benadeelde 7] , waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door braak;
9.
hij in de periode van 15 juli 2015 tot en met 16 juli 2015 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand (gelegen aan de [adres] te [vestigingsplaats] ) heeft weggenomen 250 pakken Hero Baby babymelkpoeder en 250 pakken Nutrilon babymelkpoeder (totale waarde 6.000 euro), toebehorende aan [benadeelde 8] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door braak;
10.
hij in de periode van 6 juli 2015 tot en met 7 juli 2015 te [woonplaats] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een garagebox (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen 350 pakken Nutrilon babyvoeding, toebehorende aan [benadeelde 9] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door braak;
11.
hij in de periode van 5 september 2015 tot en met 7 september 2015 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen 20.716 kratten (waarde: 79.963,76 euro), toebehorende aan [bedrijf 6] B.V., waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door braak;
14.
hij in de periode van 1 juni 2015 tot en met 11 november 2015 te Almere en Brielle en Bussum en Diemen en Haarlem en 's-Gravenhage en Hilversum en Hoofddorp en Hoornaar (gemeente Giessenlanden) en Lexmond (gemeente Zederik) en Maasbree (gemeente Peel en Maas) en Oude Meer (gemeente Haarlemmermeer) en Uden en Vleuten en Weesp en Zoetermeer, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een duurzaam samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 5] (geboren [1988] te [geboorteplaats] ), [medeverdachte 6] (geboren [1987] te [geboorteplaats] ), [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- diefstal in vereniging, door middel van braak, verbreking en/of inklimming (zoals bedoeld in art 311 sub 3, 4 en 5 en art 310 van het Wetboek van Strafrecht).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
Diefstal, door twee of meer verenigde personen;
Ten aanzien van het onder 2 subsidiair bewezenverklaarde:
Medeplichtigheid aan diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Ten aanzien van het onder 3 subsidiair bewezenverklaarde:
Medeplichtigheid aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Ten aanzien van het onder 4, 5 primair, 6 primair, 8, 9 10 en 11 bewezenverklaarde:
Telkens: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Ten aanzien van het onder 7 bewezenverklaarde:
Opzetheling;
Ten aanzien van het onder 14 bewezenverklaarde:
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door de officier van justitie bewezen geachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar met aftrek van het voorarrest.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging voert aan dat verdachte niet te lang vast wil zitten, hulp wil en zijn familie niet ten schande wil maken. De verdediging stelt voor de rest van de straf voorwaardelijk op te leggen, met als bijzondere voorwaarden alles wat de reclassering adviseert. Indien de rechtbank overweegt een langere onvoorwaardelijke straf op te leggen, doet de verdediging een voorwaardelijk aanhoudingsverzoek om alsnog een rapport over verdachte op te laten maken door een psycholoog.
Bij het opleggen van een groter deel onvoorwaardelijke verzoekt de verdediging rekening te houden met de regels omtrent de voorwaardelijke invrijheidsstelling. Bij een gevangenisstraf van 36 maanden komt verdachte eerder vrij dan bij een straf van 36 maanden waarvan 10 voorwaardelijk, aldus de verdediging.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft binnen het tijdsbestek van enkele maanden zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een groot aantal bedrijfsinbraken, waarbij ter waarde van grote geldbedragen goederen zijn weggenomen. Dit heeft geleid tot schade en overlast voor de gedupeerde ondernemer. Voorts is niet alleen financiële schade aan de bedrijfspanden veroorzaakt, ook zijn er voor behoorlijke bedragen goederen ontvreemd waarmee de ondernemers ook in hun bedrijfsvoering zijn getroffen. Ten laste van verdachte is ook bewezen verklaard dat hij heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die zich bezig hield met het in vereniging plegen van diefstallen. De rechtbank neemt verdachte dit alles kwalijk.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. Kennelijk hebben de straffen die hem toen zijn opgelegd verdachte er niet van weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen.
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van het rapport van Reclassering Nederland van 30 april 2016, opgemaakt door [A] , waarin wordt geadviseerd bijzondere voorwaarden op te leggen bij een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf.
Rekening houdend met de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht, zoals deze door strafrechters landelijk tot stand zijn gekomen en alle hierboven genoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is, gelet ook op de hoeveelheid en de ernst van de door de verdachte gepleegde strafbare feiten. Deze oriëntatiepunten verschillen van de door de officier van justitie gehanteerde richtlijnen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is. Gelet op het laatste woord van verdachte, waarin hij aangeeft dat hij niet met de reclassering durft te praten en dat zijn familie hem het beste hulp kan geven, acht de rechtbank het opleggen van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel niet geïndiceerd. Ook voor nader onderzoek naar de persoon van verdachte acht de rechtbank gelet op deze verklaring geen aanknopingspunten aanwezig, zodat de rechtbank het voorwaardelijk gedane aanhoudingsverzoek van de verdediging tot het verrichten van nadere onderzoek afwijst.

9.Beslag

Onder verdachte is het volgende in beslag genomen:
1. een horloge, merk TWC;
2. een personenauto, merk Audi, type A3;
3. een kentekenbewijs [kenteken] ;
4. een partij melkpoeder.
Met betrekking tot het hiervoor onder 1 genoemde in beslag genomen voorwerp, zal de rechtbank de teruggave gelasten aan verdachte, bij wie dit voorwerp in beslag is genomen.
Met betrekking tot de hiervoor onder 2 en 3 genoemde voorwerpen en de onder 4 genoemde partij melkpoeder, zal de rechtbank de teruggave gelasten aan de rechthebbenden.

10.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

10.1
De vordering van [benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft een schadevergoeding gevorderd ten bedrage van € 35.233,00 aan materiële schade.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, wat tot niet-ontvankelijkheid dient te leiden. Daartoe voert de verdediging aan de onderbouwing van de schade onderbreekt, omdat onderliggende stukken niet zijn overgelegd.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat een bedrag van € 30.065,00 toewijsbaar is, bestaande uit het gevorderde bedrag van € 29.915,00 en de helft van de gevorderde personeelskosten, te weten € 150,00.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is de rechtbank gebleken dat de behandeling van de vordering niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 29.915,00. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2015 tot aan de dag van algehele voldoening.
De rechtbank is van oordeel dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat het statiegeld per kratje € 3,86 bedraagt. De 7.750 weggenomen kratjes vertegenwoordigen aldus een waarde van € 29.915,00. Voor wat betreft de overige gevorderde schade (ten bedrage van
€ 5.168,00) geldt dat de begroting daarvan een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Voor dit gedeelte zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
In het belang van [benadeelde 1] voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2015 tot aan de dag van algehele voldoening.
10.2
De vordering van [benadeelde 2]
De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft met betrekking tot het onder 7 ten laste gelegde feit een schadevergoeding gevorderd ten bedrage van € 18.500,00, te weten € 9.500,00 aan materiële schade en € 9.000,00 aan immateriële schade.
Nu niet is gebleken dat het bewezen geachte feit [benadeelde 2] rechtstreeks schade heeft toegebracht, is de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk.
Nu de benadeelde partij niet ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van de verdachte worden veroordeeld. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

11.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling

Bij de stukken bevindt zich de op 6 januari 2016 ter griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Midden-Nederland, in de zaak met parketnummer 13/701305-15, betreffende het onherroepelijk geworden vonnis van 23 maart 2015 van de politierechter te Amsterdam, waarbij verdachte is veroordeeld tot drie weken gevangenisstraf, met bevel dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gebleken is dat verdachte zich voor het einde van voornoemde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zoals naar voren komt uit de verdere inhoud van dit vonnis. De rechtbank ziet hierin aanleiding de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke straf te gelasten.

12.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 24c, 36f, 48, 57, 63, 140, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

13.Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het onder 2 primair, 3 primair, 12 en 13 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4, 5 primair, 6 primair, 7, 8, 9, 10, 11 en 14 ten laste gelegde tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte telkens meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 6 genoemde strafbare feiten oplevert;
- verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
30 maanden;
- beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden;
- gelast de teruggave aan verdachte van:
* een horloge, merk TWC;
- gelast de teruggave aan de rechthebbende(n) van:
* een personenauto, merk Audi, type A3;
* een kentekenbewijs [kenteken] ;
* een partij melkpoeder;
- wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 29.915,00, te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2015 tot aan de dag van
algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte, hoofdelijk, tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 1] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander/anderen is betaald;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] , € 29.915,00, aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2015 tot aan de dag van algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 185 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen;
- verklaart [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- gelast de tenuitvoerlegging van de bij genoemd vonnis van 23 maart 2015 opgelegde voorwaardelijke straf, namelijk gevangenisstraf voor de duur van 3 weken.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M.J.I. Baauw-de Bruijn, voorzitter, mrs. E.M. de Stigter en M. Ferschtman rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.A. van Wageningen, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 juni 2016.
BIJLAGE: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt tenlastegelegd dat
1.
hij op 12 juli 2015 te Haarlem, in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand (gelegen aan de
[adres] ) heeft weggenomen 7.750 (klap)kratten ((in totaal) 30 pallets met
per stuk 300 (klap)kratten), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [bedrijf 1] B.V., in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en /
of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft /
hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun
bereik heeft / hebben gebracht door braak en/of verbreking en/of inklimming;
2.
primair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juni 2015
tot en met 29 juni 2015 te Diemen, in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen
-een contant geldbedrag ten bedrage van ongeveer 5.000 euro, en/of
-50 trays water en/of
-60 trays frisdrank,
geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] en/of [benadeelde 3] , in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door braak en/of verbreking en/of inklimming;
subsidiair
[medeverdachte 3] op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juni 2015
tot en met 29 juni 2015 te Diemen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen
-een contant geldbedrag ten bedrage van ongeveer 5.000 euro, en/of
-50 trays water en/of
-60 trays frisdrank,
geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] en/of [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 3] voornoemd en / of zijn mededader(s), waarbij die [medeverdachte 3] voornoemd en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft / hebben gebracht door braak en/of verbreking en/of inklimming,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meer tijdstip(pen) in of
omstreeks de periode van 17 juni 2015 tot en met 29 juni 2015 te Diemen, althans in Nederland,
meermalen, althans éénmaal, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of meermalen, althans éénmaal, opzettelijk behulpzaam is geweest door
  • voorafgaand aan het misdrijf voorverkenningen te verrichten op, althans in de nabijheid van de plaats des misdrijfs en/of
  • gedurende de uitvoering van het misdrijf op de uitkijk te staan;
3.
primair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juni 2015
tot en met 29 juni 2015 te Diemen, in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand (gelegen aan de
[adres] ) heeft weggenomen ongeveer 4.000, althans een (grote)
hoeveelheid pakken babypoeder van de merken Nutrilon en/of Aptamil, geheel of
ten dele toebehorende aan [bedrijf 3] B.V. en/of [benadeelde 4] , in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door braak en/of verbreking
en/of inklimming;
subsidiair
[medeverdachte 3] op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juni 2015
tot en met 29 juni 2015 te Diemen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen ongeveer 4.000, althans een (grote) hoeveelheid pakken babypoeder van de merken Nutrilon en/of Aptamil, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 3] B.V. en/of [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 3] voornoemd en/of zijn mededader(s), waarbij die [medeverdachte 3] voornoemd en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door braak en/of verbreking en/of inklimming,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meer tijdstip(pen) in of
omstreeks de periode van 17 juni 2015 tot en met 29 juni 2015 te Diemen, althans in Nederland,
meermalen, althans éénmaal, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of meermalen, althans éénmaal, opzettelijk behulpzaam is geweest door
  • voorafgaand aan het misdrijf voorverkenningen te verrichten op, althans in de nabijheid van de plaats des misdrijfs en/of
  • gedurende de uitvoering van het misdrijf op de uitkijk te staan;
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 september
2015 tot en met 11 september 2015 te Hoofddorp (gemeente Haarlemmermeer), in
elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
bedrijfspand (gelegen aan de [adres] - [nummer] ) heeft weggenomen 1 pak Hero
Baby Standaard babyvoeding, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [bedrijf 4] B.V. en/of [benadeelde 5] , in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door braak en/of verbreking
en/of inklimming;
5.
primair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 september
2015 tot en met 13 september 2015 te Hoofddorp (gemeente Haarlemmermeer), in
elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
bedrijfspand (gelegen aan de [adres] - [nummer] ) heeft weggenomen een (grote)
hoeveelheid Hero Baby Standaard babyvoeding, in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [bedrijf 4] B.V. en/of [benadeelde 5] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door braak en/of verbreking
en/of inklimming;
subsidiair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 september
2015 tot en met 13 september 2015 te Hoofddorp (gemeente Haarlemmermeer), in
elk geval in Nederland, tezamen ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een
bedrijfspand (gelegen aan de [adres] - [nummer] ) weg te nemen goederen (een
(grote) hoeveelheid babymelkpoeder) en/of geld van zijn/hunner gading, geheel
of ten dele toebehorende aan [bedrijf 4] B.V. en/of [benadeelde 5] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en
zich daarbij de toegang tot dat bedrijfspand te verschaffen en/of die/dat weg
te nemen goederen en/of geld van zijn/hunner gading onder zijn/hun bereik te
brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met zijn
mededader(s), althans alleen
- een betonnen (buiten)muur van dat bedrijfspand met een breekvoorwerp
opengebroken en/of
- ( vervolgens) een betonnen (tussen)muur van dat bedrijfspand met een
breekvoorwerp opengebroken en/of
- ( vervolgens) naar binnen is gegaan en/of
- ( vervolgens) een (grote) hoeveelheid Hero Baby Standaard babyvoeding in een
buiten de muren van het bedrijfspand gereed staand (vracht)voertuig heeft
geladen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
6.
primair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2015
tot en met 4 oktober 2015 te Oude Meer (gemeente Haarlemmermeer), in elk geval
in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
bedrijfspand (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen ongeveer 1.000
dozen Aptamil babymelkpoeder (handelswaarde: 60.000 tot 100.000 euro), in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Jas Forwarding Worldwide
B.V. en/of [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik
heeft / hebben gebracht door braak en/of verbreking en/of inklimming;
subsidiair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2015
tot en met 4 oktober 2015 te Oude Meer (gemeente Haarlemmermeer), in elk geval
in Nederland, tezamen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een
bedrijfspand (gelegen aan de [adres] ) weg te nemen goederen ((1.000,
althans een aantal) dozen Aptamil babymelkpoeder) en/of geld van zijn/hunner
gading, geheel of ten dele toebehorende aan Jas Forwarding Worldwide B.V.
en/of [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat
bedrijfspand te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen en/of geld van
zijn/hunner gading onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak,
verbreking en/of inklimming, met zijn mededader(s), althans alleen
- het bij het pand behorende hekwerk kapot heeft geknipt, althans heeft
vernield en/of beschadigd en/of
- ( vervolgens) een gat in de/een (buiten)muur heeft gezaagd en/of gebroken
en/of
- ( vervolgens) het folie van de op pallets staande dozen babymelkpoeder heeft
verwijderd en/of
- ( vervolgens) 1.000, althans een groot aantal bussen babymelkpoeder in (een)
buiten het pand gereed staand(e) vrachtvoertuig(en)/vrachtwagen(s) heeft
geplaatst en/of
- ( vervolgens) met een of meerdere vrachtvoertuig(en)/vrachtwagen(s) is
weggereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
7.
hij op tijdstippen in de periode van 20 oktober 2015 tot en met 11 november
2015 te Hilversum en/of Weesp, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, een/meerdere goed(eren) (een horloge, merk: Cartier, type: Santos 100
en/of andere goederen), toebehorende aan [benadeelde 2] heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van
het verwerven of het voorhanden krijgen van daarvan wist, althans hij
redelijkerwijze had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof.
8.
hij op 19 september 2015 te Weesp, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
garagebox (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen 265 parfumdoosjes
van het merk Dolce & Gabbana (totale waarde 21.200 euro), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 7] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door braak en/of verbreking
en/of inklimming
9.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 juli 2015
tot en met 16 juli 2015 te Weesp, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
bedrijfspand (gelegen aan de [adres] te Weesp) heeft weggenomen 250
pakken Hero Baby babymelkpoeder en/of 250 pakken Nutrilon babymelkpoeder
(totale waarde 6.000 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde 8] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik
heeft / hebben gebracht door braak en/of verbreking en/of inklimming
10.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 6 juli 2015
tot en met 7 juli 2015 te Weesp, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
garagebox (gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen 350 pakken
Nutrilon babyvoeding, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [benadeelde 9] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of
zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het
weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door
braak en/of verbreking en/of inklimming;
11.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 september
2015 tot en met 7 september 2015 te Uden, in elk geval in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand (gelegen aan de
[adres] ) heeft weggenomen ongeveer 20.716 kratten (waarde: 79.963,76
euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[bedrijf 6] B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of
zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het
weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door
braak en/of verbreking en/of inklimming;
12.
hij op of omstreeks 30 mei 2015 te Haarlem, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
3.500 pakken (baby)melkpoeder heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of
heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van die pakken (baby)melkpoeder wist(en)
dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
13.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2015
tot en met 23 november 2015 te Haarlem en/of te Weesp en/of te Bussum, althans
in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige
kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de Rechtbank
Noord-Holland (afdeling Publiekrecht, sectie Straf) heeft bewogen tot de
afgifte van een beschikking (gedateerd 23 november 2015, registratienummer
15/005018) strekkende tot opheffing van het beslag en/of teruggave aan
verdachte van 3.500 pakken (baby)melkpoeder (diverse merken), in elk geval van
enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven
oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en / of listiglijk en /
of bedrieglijk en / of in strijd met de waarheid - (niet bij die partij (baby)melkpoeder behorende) (aankoop)bonnen overgelegd
ten bewijze van het rechtmatig eigenaarschap van bedoelde partij
(baby)melkpoeder, en/of
- zich (aldus) voorgedaan als rechtmatig(e) eigenaar(s) van bedoelde partij
(baby)melkpoeder,
waardoor de Rechtbank Noord-Holland werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
14.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 11 november 2015
te Almere en/of Brielle en/of Bussum en/of Diemen en/of Haarlem en/of
's-Gravenhage en/of Hilversum en/of Hollandsche Rading (gemeente De Bilt)
en/of Hoofddorp en/of Hoornaar (gemeente Giessenlanden) en/of Lexmond
(gemeente Zederik) en/of Maasbree (gemeente Peel en Maas) en/of Oude Meer (gemeente Haarlemmermeer) en/of Uden en/of Vleuten en/of Weesp en/of
Zoetermeer, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie,
bestaande uit een duurzaam samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te
weten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 8] ,
[medeverdachte 5] (geboren [1988] te [geboorteplaats] ), [medeverdachte 6] (geboren
[1987] te [geboorteplaats] ), [medeverdachte 4] , [D] , [E] . [medeverdachte 2] ,
[B] en [C] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- diefstal in vereniging, door middel van braak, verbreking en/of inklimming
(zoals bedoeld in art 311 sub 3, 4 en 5 en art 310 van het Wetboek van
Strafrecht), en/of
- het verwerven, voorhanden hebben, overdragen van voorwerpen welke van
misdrijven afkomstig zijn en/of gewoonteheling, zoals bedoeld en omschreven in
artikel 416/417 van het Wetboek van Strafrecht.